Alfred Hitchcock in close-up

Alfred Hitchcock

Deze zomer verzorgt het EYE Film Instituut een groot retrospectief van de films van Alfred Hitchcock: Alfred Hitchcock presents from beyond the Grave. Dit alles onder de noemer ‘The Hitchcock Touch’. Een mooie aanleiding om zijn rol in de filmgeschiedenis te duiden.

Door Eelko Schmeits

Het is nog steeds nauwelijks te bevatten: een filmografie zo rijk als die van Alfred Hitchcock (1899-1980). Zijn tijdloze oeuvre beslaat meer dan een halve eeuw aan filmgeschiedenis en is anno 2014 nog steeds een copieus filmdiner met gekruide zintuiglijk ingrediënten.

Duits expressionisme

De recepten van master chef Hitchcock dateren terug tot de jaren twintig van de vorige eeuw. Hij haalde de mosterd bij Duitse filmregisseurs als F.W. Murnau (1888-1931) en Fritz Lang (1890-1976). Murnau en Lang waren grootheden van de Berlijnse filmschool, een stroming ten tijde van de stomme film die ook wel bekend staat als het ‘Duits expressionisme’.

Hitchcock was in 1924 een leergierige jongeman, bezeten door fotografie en rudimentaire filmtechniek, toen hij enige tijd in Berlijn verbleef, om daar mee te werken aan een filmproductie in de nabij gelegen Filmstudio Babelsberg. Daar raakte hij geïnspireerd door de expressieve, visuele stijl van de Duitse cinema, in het bijzonder de wijze om een verhaal visueel te vertellen, door gebruik te maken van suggestieve cameravoering gecombineerd met expressieve belichting.

De beroemde ‘douche scène’ in Psycho (1960) is een ode van Hitchcock aan de Berlijnse filmschool. Het kenmerkende contrast tussen donker en licht: de schaduw die dreigend opdoemt achter het witte douchegordijn.

De zorgvuldige opeenvolging van suggestieve shots (denk aan de close-up van Janet Leigh. De schrik in haar ogen is intens voelbaar): zo goed dat de kijker meer meent te zien dan werkelijk getoond wordt van de moord.

De beroemde ‘douche scène’ in Psycho (1960)
De beroemde ‘douche scène’ in Psycho (1960).

The Master of Suspense

Hitchcock bleef gedurende zijn carrière geloven in de kracht van het visueel vertellen, zozeer zelfs dat hij de geloofwaardigheid van een plot van minder belang achtte. Een goed voorbeeld is zijn meesterwerk Vertigo (1958). Het platte plot van Vertigo is nogal gekunsteld te noemen, maar toch wist Hitchcock het zo te filmen, duizelingwekkend en droomachtig, dat het fascinerende eindproduct ver uitstijgt boven het modale script.

Hier komt ook een ander cruciaal element in de ‘Hitchcock-methode’ naar voren: ‘suspension of disbelieve’, oftewel het opheffen of uitstellen van ongeloof. Hitchcock bereikte dit door het opbouwen van ‘suspense’. Niet voor niets werd Hitchcock The Master of Suspense genoemd. Als niemand anders was hij in staat spanning te verhogen.

Het mechanisme van de suspense werkt eenvoudig: geef de kijker simpelweg meer informatie dan de hoofdrolspeler.

Een fraai voorbeeld is The Man Who Knew Too Much (1956). De kijker weet precies wanneer en hoe een moord zal plaatsvinden, maar hoofdrolspeler James Stewart tast nog in het duister als hij wanhopig probeert de moord te voorkomen. Ondertussen staat het zweet in de handen van de kijker.

The Man Who Knew Too Much (1956).
Beeld uit de film The Man Who Knew Too Much (1956) van Alfred Hichcock.

Suspense à la Hitchcock is niet alleen een filmtechnisch procedé, maar heeft ook veel te maken met de wijze waarop Hitchcock zijn personages voortdurend in een lastig parket duwt. De personages zijn veelal onschuldig en toch worden ze gezien als daders van een misdrijf. Een gegeven dat een garantie biedt voor een spannende ontknoping.

Voorbeelden zijn er door zijn hele loopbaan te vinden, van de stomme film The Lodger (1926), tot The 39 Steps (1935) en North by Northwest (1959).

Donkere obsessies

Vanaf de jaren 1950 zou Hitchcock meer en meer de duistere kant van de menselijke psyche verkennen. Vaak ging dit gepaard met sluimerende seksuele spanning. Het is inmiddels al geen publiek geheim meer dat de ‘Hitckcock-blondes’ projecties waren van de ideale begerenswaardige vrouw in de ogen van Hitchcock. Deze ideale vrouw was ongenaakbaar en ijzig en onbereikbaar voor de seksueel gefrustreerde leading man.

In Vertigo zien we hoe die obsessie uit de hand kan lopen. Een obsessie die zo ver gaat dat zelfs de dood niet in de weg kan staan.

Hitchcock was gefascineerd door de theorieën van Sigmund Freud. Hij zou dan ook de nodige freudiaanse symboliek verwerken in sommige films. Een overduidelijk voorbeeld is Spellbound (1945). De beroemde droomscène in deze film, vormgegeven door surrealist Salvador Dalí, is onmiskenbaar van freudiaanse snit.

De scène wordt gekenmerkt door in het oog springende details zoals een man die zich met een gigantische schaar een weg knipt door een gordijn bedekt met ogen. Het geheel heeft veel weg van een natte droom voor psychoanalytici. Marnie uit 1965 is eveneens een feest van herkenning voor adepten van Freud. Een rolprent die veel weg heeft van filmische psychoanalyse.

Beeld uit de film Vertigo van Alfred Hitchcock.
Beeld uit de film Vertigo van Alfred Hitchcock.

Nalatenschap

Bij zijn leven zou Hitchcock pas relatief laat waardering oogsten. Het waren de representanten van de Nouvelle Vague, de new wave in de Franse cinema vanaf eind jaren 1950, die Hitchcock voor het eerst beschouwden als een belangrijk auteur in de filmgeschiedenis. Die waardering nam alleen maar verder toe na de dood van Hitchcock in 1980.

Een thriller is geen thriller meer zonder elementen van de ‘Hitchcock Touch’. Onze eigen Paul Verhoeven scoorde een grote filmhit met Basic Instinct (1992), een schoolvoorbeeld van een thriller volgens Hitchcock-recept.

De makers van hedendaagse horrorfilms zijn eveneens schatplichtig aan Hitchcock. Psycho, waarmee Hitchcock de conventies van de horrorfilm voorgoed op zijn kop zette, is hier het vanzelfsprekende referentiepunt.

Zelfs in een zeer succesvolle tv-serie als Breaking Bad (2008-2013) zijn onmiskenbaar Hitchcock-elementen verwerkt. In iedere aflevering wordt de suspense op een zeer Hitchcockiaanse wijze opgevoerd. De rol van Bryan Cranston in Breaking Bad doet ook denken aan een personage uit een Hitchcock-film: een radeloze man in het nauw, iedere keer weer onzeker of hij zich uit de penarie weet te redden.

Inmiddels is de ‘Hitchcock Touch’ dusdanig gemeengoed geworden, dat het een onbetwist onderdeel is geworden van de moderne grammatica van de film. Niettemin kan niemand beter Hitchcock imiteren dan Hitchcock zelf deed.

Gaat dat zien in EYE deze zomer!

Bryan Cranston als Walter White en Aaron Paul als Jesse Pinkman in de serie Breaking Bad, waarin onmiskenbaar Hitchcock-elementen zijn verwerkt.
Bryan Cranston als Walter White en Aaron Paul als Jesse Pinkman in de serie Breaking Bad, waarin onmiskenbaar Hitchcock-elementen zijn verwerkt. 

Verder kijken en lezen

Leestips