Beroemd en berucht: Michelangelo volgens Vasari

Portret van Michelangelo op 60-jarige leeftijd door Jacopino del Conte. (Foto: Wikimedia)

Opdrachtgevers verdrongen zich om hem en pausen claimden zijn aandacht. Al tijdens zijn leven werd Michelangelo bijgenaamd ‘Il Divino’ (De goddelijke). Hij was volgens zijn biograaf Vasari de grootste kunstenaar van de renaissance. Maar wat voor man was hij eigenlijk, en is Vasari een betrouwbare bron?

Door Suzanne Sanders

Michelangelo Buonarroti (1475-1564) groeide op in Florence. Op zijn zestiende ging hij in de leer bij Domenico Ghirlandaio (1449-1494) en werd hij opgemerkt door de kunstminnende heerser van Florence Lorenzo I de’Medici (1449-1492). Michelangelo kreeg toegang tot de collectie klassieke sculpturen van de Medici en begon met beeldhouwen.

Zijn carrière nam vanaf dat moment een vlucht en al snel was zelfs paus Julius II (paus van 1503 tot 1513) in hem geïnteresseerd. In 1505 gaf Julius II Michelangelo zijn eerste opdracht tot het maken van zijn graftombe.

Perfectionering van de kunst

Dankzij Giorgio Vasari (1511-1574) weten we veel over Michelangelo. In zijn werk Le Vite (De levens van de grootste schilders, geschreven 1550-1568) beschrijft Vasari aan de hand van een reeks kunstenaarsbiografieën hoe vanaf de 13e eeuw de interesse voor de klassieke oudheid opbloeide. Ook begonnen beeldend kunstenaars zich te onderscheiden. Tot in de 16e eeuw werd verbetering na verbetering doorgevoerd in het nabootsen van de werkelijkheid. Men begon bijvoorbeeld emoties, beweging en perspectief te verwerken. Hierdoor vond uiteindelijk in de 16e eeuw de ´perfectionering’ van de kunst plaats.

Naast Michelangelo speelden Leonardo da Vinci (1452-1519), Rafaël (1483-1520) en Titiaan (1487-1576) een hoofdrol in die laatste glorieuze periode. Toch is de biografie van Michelangelo de meest uitgebreide.

Vasari bestempelt zijn werk als het allerhoogst haalbare in de kunst van dat moment. Michelangelo bootste volgens hem niet alleen de werkelijkheid correct na, maar verwerkte er vervolgens ook zijn ideeën in. Je kunt dus zeggen dat Vasari vond dat Michelangelo de natuur overtrof. Dat deed hij bijvoorbeeld bij het creeëren van de ideale menselijke figuur.

De verzoeking van de Heilige Antonius uit 1487-1488 is het vroegst bekende schilderwerk van Michelangelo. (Foto: Wikimedia)
De verzoeking van de Heilige Antonius uit 1487-1488 is het vroegst bekende schilderwerk van Michelangelo. (Foto: Wikimedia)

Eigenaardige man

Het leuke van de biografieën in Le Vite is dat er veel details over de karakters van de kunstenaars naar voren komen. Wij kennen eigenlijk vooral de kunstenaar Michelangelo, maar niet de persoonlijkheid achter zijn kunstwerken. Door Vasari komen we echter veel over zijn karakter te weten. Volgens de biograaf was hij namelijk een eigenaardig figuur.

Zo sliep Michelangelo in zijn kleding, omdat dit aan- en uittrektijd scheelde. Die tijd kon hij beter gebruiken om te werken. Zijn leren laarzen had hij al zó lang niet uitgetrokken, dat hij de huid van zijn voeten mee zou trekken als hij dat wel zou doen.

Verder nam hij veel opdrachten aan met onhaalbare deadlines en maakte hij relatief weinig werk af. Zijn ongeëvenaarde perfectionisme weerhield hem ervan de werkdruk te verlichten door een atelier op te zetten. Leerlingen en werknemers zouden hem dan kunnen helpen bij de vele opdrachten die hij kreeg. Dat hij alles alleen wilde doen, geeft aan dat Michelangelo duidelijk voor zijn werk leefde en niet voor zijn opdrachtgevers.

Tragedie van de tombe

De graftombe voor Julius II moest de kroon op Michelangelo’s carrière worden. Nadat de paus hem in 1505 opdracht tot het bouwen ervan had gegeven, begon Michelangelo eraan te werken. Het liep echter al snel mis: de paus weigerde om de ladingen marmer, die vanuit Carrara de Romeinse haven bereikten, te betalen. De bouw van de nieuwe Sint-Pietersbasiliek (gebouwd tussen 1506 en1526) was net begonnen en had waarschijnlijk hogere prioriteit gekregen. Nadat Michelangelo het geld zelf zou hebben voorgeschoten, weigerde de paus opnieuw te betalen.

Ziedend vertrok Michelangelo naar Florence. Als de paus hem nodig had, liet hij weten, moest hij hem zelf maar komen halen. Michelangelo refereerde aan het project als ‘De tragedie van de tombe’. Pas veertig jaar later was het monument – in sterk verkleinde versie – klaar.

Beeld van Mozes. Detail van de langverwachte graftombe van Julius II. (foto: Wikimedia)
Beeld van Mozes door Michelangelo. Detail van de langverwachte graftombe van Julius II. (foto: Wikimedia)

Not amused

Paus Julius II kwam hem in 1508 inderdaad halen, maar dan voor het beschilderen van de Sixtijnse Kapel. Waarom kreeg een beeldhouwer zo’n grote schilderopdracht? Volgens Vasari zou Donato Bramante (1444-1514) de paus hebben overgehaald om Michelangelo het plafond van de Sixtijnse kapel te laten beschilderen. Bramante wist dat Michelangelo geen schilder was, dus hij hoopte wellicht op een mislukking.

Vervolgens kon een ver familielid van Bramante zijn positie dan overnemen: een zekere Rafaël uit Urbino. Het gaat hier natuurlijk om de ons wel bekende Rafaël. Het is een niet geheel overtuigende, maar wel sappige verklaring.

Het is nooit bewezen dat Rafaël inderdaad familie was van Bramante. Wel is zeker dat hij in 1508 in Rome arriveerde om aan de privévertrekken (de Stanze) van de paus te beginnen. Michelangelo was toen al mokkend aan het werk in de Sixtijnse Kapel. Zodra de eerste helft af was, zocht hij Julius II op tijdens een veldtocht om zijn eerste betaling te ontvangen.

Volgens Vasari heeft Bramante toen, in Michelangelo’s afwezigheid, Rafaël de schilderingen in de Sixtijnse Kapel laten bekijken. Michelangelo was not amused en liet niemand meer – zelfs de paus niet – de kapel binnen totdat het in 1512 af was.

Een detail uit de Sixtijnse kapel: De verdrijving van Adam en Eva uit het paradijs. (Foto: Wikimedia)
Een detail uit de Sixtijnse kapel: De verdrijving van Adam en Eva uit het paradijs. (Foto: Wikimedia)

Goed imago

Of de details nu helemaal kloppen of niet, Vasari schetst ons duidelijk het beeld van de kunstenaar als een gefocuste, opvliegende en slecht verzorgde man. Op zijn beurt heeft Michelangelo – die goed bevriend was met Vasari – hem ongetwijfeld enigszins gestuurd in zijn verhaal, met name als het om zijn relatie met opdrachtgevers of collega’s als Bramante gaat. Hij had waarschijnlijk redenen om aan te nemen dat Bramante hem tegenwerkte. Daarom maakte hij dankbaar gebruik van zijn biograaf. Zo kon hij zíjn versie van het verhaal vertellen en zijn imago controleren.

Dat het voor Michelangelo belangrijk was om een goed beeld achter te laten blijkt ook uit het feit dat hij een wat naïeve jongeman, genaamd Ascanio Condivi (1525-1574), in 1553 zelfs een nieuwe versie van zijn biografie dicteerde. Ook verbrandde hij vlak voor zijn dood een groot deel van zijn schetsen die hij niet representatief achtte voor zijn oeuvre.

De schetsen van Michelangelo zijn kunstwerken op zich. Hierboven een studie van een mannelijk naakt dat model stond voor Adam op het plafond van de Sixtijnse kapel. (Foto: Wikimedia).
De schetsen van Michelangelo zijn kunstwerken op zich. Hierboven een studie van een mannelijk naakt dat model stond voor Adam op het plafond van de Sixtijnse kapel. (Foto: Wikimedia).

Waardevol document

Geheel objectief is Vasari, net als Condivi, niet te noemen. Toch geeft hij ons met zijn verhalen een waardevolle kijk in zowel Michelangelo’s professionele als persoonlijke leven. Hij besefte dat hij in een belangrijke periode leefde en legde dat vast voor het nageslacht. Dankzij Vasari kunnen wij ons nu een beeld vormen van de culturele omstandigheden van de renaissance, en op meer gedetailleerd niveau van de beweegredenen en inspiratiebronnen van haar belangrijkste kunstenaars.

Verder lezen & kijken


©GeschiedenisBeleven.nl, auteur: Suzanne Sanders, eindredactie: Marleen Boevé, beeldredactie: Nienke Hottinga, foto’s: Wikimedia

Leestips