Damnatio memoriae: keizers uit het geheugen gewist

Familieportret van keizer Septimus Severus

Romeinse keizers kregen na hun dood vaak de status van een godheid toegewezen. Toch zijn niet alle keizers op deze wijze vereeuwigd. Integendeel, sommigen werden door een damnatio memoriae voor goed uit het collectieve geheugen verbannen.

Door Korneel van Lommel

Het British Museum in Londen huisvest een grote verzameling Romeinse artefacten. Eén van de topstukken is de marmeren stèle van een zekere Antonius, een vrijgelaten slaaf. In een inscriptie herdenkt hij de veilige terugkeer van keizer Septimius Severus (145-211), zijn vrouw Julia Domna en hun kinderen Caracalla en Geta.

Wie het opschrift leest, valt meteen iets vreemds op. Op regel zes en acht zijn de namen van Geta en Plautilla, de vrouw van Caracalla, uitgewist. Geta en Plautilla werden na hun dood gestraft en tot de damnatio memoriae veroordeeld. Op de stèle zien we het gevolg. Al hun beeltenissen en vermeldingen werden uit het openbare leven verwijderd.

De stèle van Antonius in het British Museum. Op regel zes en acht zijn de namen van Geta en Plautilla, de vrouw van Caracalla, uitgewist. (foto: British Museum/ Townley Collection)

De stèle van Antonius in het British Museum. Op regel zes en acht zijn de namen van Geta en Plautilla, de vrouw van Caracalla, uitgewist. (foto: British Museum/ Townley Collection)

Iemand uitwissen uit het collectieve geheugen van de maatschappij was geen uniek Romeins gegeven. In tal van andere culturen treffen we hetzelfde fenomeen aan. In het Oude Egypte, bijvoorbeeld, werden de standbeelden en tempels van de vrouwelijke farao Hatschepsut (1495-1458 v.Chr.) systematisch vernietigd en verwijderd door haar opvolger.

Een recenter voorbeeld van een voorval waar geprobeerd is ‘staatsvijanden’ uit de geschiedenis te wissen, dateert uit de 20e eeuw. Het hoofd van de geheime dienst in de Sovjet Unie, Nikolai Jezjov (1895-1940), groeide in zijn functie uit tot een voorbeeldfiguur. Te bedreigend oordeelde het staatshoofd Stalin (1878-1953) en hij liet hem executeren. Om elke associatie te vermijden, werd Jezjov zelfs op foto’s weggeretoucheerd.

Moderne damnatio memoriae. Links is Jezjov op de oorspronkelijke foto te zien, na zijn executie werd de rechter foto gebruikt waarop hij weggeretoucheerd is. (foto: Wikimedia).
Moderne damnatio memoriae. Links is Jezjov op de oorspronkelijke foto te zien, na zijn executie werd de rechter foto gebruikt waarop hij weggeretoucheerd is. (foto: Wikimedia).

Een vergelijkbare behandeling is toegepast op een familieportret van keizer Septimius Severus, met Julia Domna, Caracalla en Geta, wiens gezicht iets minder geslaagd is weggevaagd. In het Romeinse Rijk werd de damnatio memoriae door de senaat uitgesproken. Zoals het voorbeeld van Plautilla en Geta aangaf, konden zowel mannen als vrouwen veroordeeld worden.

Op deze manier zijn een aantal Romeinse keizers voorgoed uit het straatbeeld verdwenen. Niet alleen hun afbeeldingen werden verwijderd, de damnatio memoriae betekende ook dat hun officiële besluiten werden ingetrokken.

Familieportret van keizer Septimus Severus met de keizer zelf, Julia Domna, Caracalla en Geta. Het gezicht van Geta (links) is weggevaagd (foto: Wikimedia)
Familieportret van keizer Septimus Severus met de keizer zelf, Julia Domna, Caracalla en Geta. Het gezicht van Geta (links) is weggevaagd (foto: Wikimedia)

Zoon van een god

Telkens wanneer er een nieuwe keizer aan de macht kwam, moest hij zich profileren en bewijzen als rechtmatige opvolger. Vaak benadrukte hij de gelijkenissen en het verwantschap met zijn voorganger, zeker bij een troonsopvolging binnen dezelfde dynastie was de nadruk op continuïteit onmisbaar. Het straalde rust en stabiliteit uit.

Vanaf de tweede eeuw na Christus was het de gewoonte om de overleden keizer te vergoddelijken. Dat eerbetoon verstevigde namelijk de positie van de heersende keizer omdat hij zich voortaan divi filius, zoon van een god, kon noemen.

De Romeinse geschiedenis kende niet alleen continuïteit, maar ook woelige periodes. Familiale twisten verhinderden geregeld een vlotte troonsopvolging. Caracalla wilde het keizerschap niet met zijn broer delen. Hij liet Geta daarom vermoorden en vervolgens tot damnatio memoriae veroordelen.

De damnatio memoriae was ook een handig middel wanneer een nieuwe dynastie aan de macht kwam die radicaal wilde breken met de vorige machthebbers. In de derde eeuw bijvoorbeeld volgden keizers elkaar razend snel op en soms waren er verschillende keizers tegelijk aan de macht. Zij lieten hun voorgangers of tegenkeizers uit het collectieve geheugen verbannen om zichzelf als enige rechtmatige keizer te kunnen presenteren.

Tot in het kleinste detail

Het was haast onbegonnen werk om elke herinnering aan een bepaalde keizer te laten verdwijnen. Overal in het Romeinse Rijk trof men keizerlijke beeltenissen aan. Hij werd onder andere afgebeeld op munten, als standbeelden en op muurschilderingen.

Wanneer een damnatio memoriae werd uitgesproken werden deze afbeeldingen als een vorm van postume executie massaal vernietigd en onherkenbaar gemaakt.

Dit ging vaak gepaard met veel emotie en geweld. Het volk trok de straat op, haalde beelden neer en sloeg erop los. Net zoals met geëxecuteerde misdadigers werden oren en neuzen afgehakt en de oogkassen uitgehold. Tot slot sleepte de bevolking de beelden door de straten.

Toch werden niet alle beeltenissen van veroordeelde keizers vernietigd. Beelden en schilderijen waren doorgaans erg kostbaar. Om economische redenen herbewerkte en transformeerde men het hoofd vaak tot die van de huidige keizer. Op bas-reliëfs werd soms enkel de veroordeelde uitgewist en werd de rest intact gelaten.

Bij de damnatio memoriae van Geta echter, ging men tot in het kleinste detail te werk. Naast het schrappen van zijn naam op publieke opschriften, zijn er zelfs papyri bekend waar zijn naam nauwgezet is doorstreept.

Op de ereboog van de geldwisselaars (204 n. Chr., Arcus Argentariorum) in Rome staat Caracalla afgebeeld. Met naast hem een weggebeitelde figuur waarvan gedacht wordt dat hier, voor de damnatio memoriae, Plautilla afgebeeld moet zijn geweest (foto: William Storage).
Op de ereboog van de geldwisselaars (204 n. Chr., Arcus Argentariorum) in Rome staat Caracalla afgebeeld. Met naast hem een weggebeitelde figuur waarvan gedacht wordt dat hier, voor de damnatio memoriae, Plautilla afgebeeld moet zijn geweest (foto: William Storage).

Geen goede en slechte keizers

Het idee leeft dat vooral slechte keizers een damnatio memoriae te beurt vielen en dat goede keizers vergoddelijkt werden na hun dood. Deze zwart-wit voorstelling doet de waarheid geweld aan.

Keizer Commodus (161-192), vertolkt door Joaquin Phoenix in Gladiator (2000), werd in opdracht van zijn opvolger Pertinax (126-193) gewurgd door een atleet. De nieuwe keizer wilde onmiddellijk na zijn staatsgreep zijn positie versterken en beval Commodus uit het collectieve geheugen te wissen. De latere keizer Septimius Severus herstelde Commodus in ere en hij werd alsnog vergoddelijkt. Mogelijk wilde Septimius Severus zijn keizerschap legitimeren door als geadopteerd lid van de Antonijnse dynastie zijn familielid te eren.

Net zoals politieke leiders vandaag werden keizers verschillend beoordeeld door de verschillende lagen van de bevolking. Keizer Domitianus (51-96) leefde op slechte voet met de senaat. Die laatste vond dat de keizer te veel macht naar zich toetrok. De keizer liet op zijn beurt niet minder dan twintig senatoren executeren uit onvrede. Toen Domitianus werd vermoord, wilde de senaat hem tot staatsvijand uitroepen en veroordelen tot damnatio memoriae. Dit stuitte op protest bij de gewone bevolking, en voornamelijk bij de soldaten. Zij wilden Domitianus vergoddelijkt zien. De senaat gaf geen gehoor aan deze wens en veroordeelde Domitianus.

Nadat keizer Domitianus het damnatio memoriae had gekregen, werd zijn hoofd op dit deel van de Cancelleria Reliefs (Frieze A) vervangen door dat van zijn opvolger Nerva. Dit is nog duidelijk te zien. Het hoofd van Nerva is niet in verhouding met de rest van zijn lichaam; zijn nek te lang en zijn kin te kort. (foto: Flick/Helen Simonsson)
Nadat keizer Domitianus het damnatio memoriae had gekregen, werd zijn hoofd op dit deel van de Cancelleria Reliefs (Frieze A) vervangen door dat van zijn opvolger Nerva. Dit is nog duidelijk te zien. Het hoofd van Nerva is niet in verhouding met de rest van zijn lichaam; zijn nek te lang en zijn kin te kort. (foto: Flick/Helen Simonsson)

Niet helemaal vergeten

De damnatio memoriae was een angstaanjagende straf in de ogen van de Romeinen. Romeinse families koesterden hun roemrijke verleden en keken op naar overleden familieleden die als voorbeeldfiguren (exempla) werden herdacht en geëerd. Zelf hoopten de Romeinen ook een voorbeeldfunctie te worden voor hun nabestaanden.

Hoewel de term damnatio memoriae anders suggereert, werden slachtoffers vaak niet helemaal vergeten. Van volledige censuur was geen sprake zoals blijkt uit de geschriften van vele geschiedenisschrijvers. Suetonius (70/5-140/5), bijvoorbeeld, beschreef de levens van 11 keizers waaronder de veroordeelde Caligula (12-41), Nero (37-68) en Domitianus. Gelukkig maar!

Verder kijken & lezen

©GeschiedenisBeleven.nl, auteur: Korneel van Lommel, eindredactie: Lize Noorda, foto’s: Wikimedia, William Storage en Helen Simonsson

Leestips