De 3D-film: de geschiedenis van een illusie

Avatar (2009): de meest succesvolle 3D-film ooit.

Sinds het enorme succes van Avatar is het haast vanzelfsprekend geworden dat grote bioscoopfilms in 3D worden uitgebracht. Wie de voorgeschiedenis van 3D leert kennen zal zich afvragen of ook deze rage uiteindelijk niet van voorbijgaande aard is.

Door Eelko Schmeits

In 1959 zag de film , een documentaire over China, het licht in een bescheiden aantal bioscopen. De film is op zichzelf niet zo bijzonder, ware het niet dat het bioscooppubliek getrakteerd werd op een bizarre zintuiglijke ervaring. De voorstelling bevatte niet alleen beeld en geluid, maar ook geur! Oriëntaalse geuren werden door de kanalen van het airconditioningsysteem in de bioscoopzaal geblazen, uiteraard met de bedoeling de zintuigen van de kijker extra te prikkelen.

Deze techniek stond bekend als AromaRama. Het was nog niet eens het enige geurexperiment in de filmgeschiedenis. In de jaren ’50 is ook zoiets als Smell-O-Vision kortstondig uitgeprobeerd, een techniek waarbij 30 verschillende geurtjes via een buizenstelsel losgelaten konden worden vanuit de bioscoopstoelen.

Geen succes

Deze experimenten waren helaas geen succes. Het grootste probleem was dat geuren hinderlijk bleven hangen in de zaal, en daarnaast ging ook nog het een en ander mis met de timing. Het was dan ook geen verrassing dat de geurcinema uiteindelijk niet aansloeg bij publiek en pers.

Vanuit filmhistorisch oogpunt bezien past de geurcinema goed in het plaatje van de Amerikaanse bioscoopcultuur van de jaren ’50, die gekenmerkt werd door de introductie van vele noviteiten zoals de imponerende breedbeeldtechnieken Cinemascope en Vistavision. En niet te vergeten 3D.

De 3D-rage bleef niet beperkt tot de Verenigde Staten alleen. Ook in Europa trok deze noviteit volle zalen Dit zijn Britse bioscoopbezoekers tijdens een Londens filmfestival op 11 mei 1951. (foto: Flickr Commons, The National Archives (UK))
De 3D-rage bleef niet beperkt tot de Verenigde Staten alleen. Ook in Europa trok deze noviteit volle zalen Dit zijn Britse bioscoopbezoekers tijdens een Londens filmfestival op 11 mei 1951. (foto: Flickr Commons, The National Archives (UK))

Het nieuwe venster op de wereld

In de jaren ’50 brak de televisie op een spectaculaire manier door als het nieuwe venster op de wereld in de huiskamer van menig Amerikaans gezin. Met als gevolg dat de bezoekersaantallen van bioscopen drastisch begonnen te slinken. De gouden era van Hollywood was definitief voorbij. De bonzen van de filmindustrie wilden zich echter niet zonder slag of stoot laten verslaan door dat kleine venster. De filmische trukendoos werd opengetrokken om het publiek terug te winnen.

3D was een van die trucs. Nieuw was 3D eigenlijk niet. Het 3D-procedé is zelfs bijna net zo oud als de tweedimensionale film. Zo verscheen al in 1922 de eerste volwaardige 3D-film, . Helaas is van deze film geen kopie meer te vinden. Ook toen al werd 3D vooral gezien als een gimmick, het stigma dat 3D nog steeds niet helemaal heeft verloren.

Dial M for Murder

3D gold dan in de jaren ’50 vooral ook als een verkapte kermisattractie in de bioscoopzaal. Wat niet wegneemt dat enkele films zeker de moeite waard zijn. Niemand minder dan Alfred Hitchcock (1899-1980) maakte een van de meest geslaagde 3D-films in de jaren ’50: (1954).

Hitchcock paste 3D op een subtiele en effectieve wijze toe om nog meer suspense te genereren in deze knappe thriller met Grace Kelly (1929-1982) in de hoofdrol.

Niemand minder dan Alfred Hitchcock (1899-1980) maakte een van de meest geslaagde 3D-films in de jaren ’50: Dial M for Murder (1954).
Fragment uit een van de meest geslaagde 3D-films in de jaren ’50: Dial M for Murder (1954) van Alfred Hitchcock. 

Borsten in 3D

In die jaren ’50 werd al duidelijk dat de 3D-techniek misschien wel het meest effectief was in films van een ietwat pikante toonzetting. Zo was er de musical The French Line met de rondborstige Jane Russell (1921-2011) in de hoofdrol. De tagline was niet mis te verstaan: “It’ll knock both of your eyes out!”.

Het doet denken aan Nova Zembla (2011), de eerste Nederlandse 3D-film van formaat. Qua inhoud een geheel andere film, maar opmerkelijk genoeg is het meest memorabele 3D-aspect van Nova Zembla de wijze waarop de boezem van Doutzen Kroes uiterst voluptueus in beeld wordt gebracht, als ware Kroes een Hollandse Jane Russell.

Borsten in 3D bleven ook na de jaren ’50 een naar platte sensatie hongerend publiek aanspreken. Het enorme commerciële succes van de softpornofilm (1969) in 3D is een veelzeggend voorbeeld.

Verhoudingsgewijs was deze film voor lange tijd zelfs de meest winstgevende 3D-film voordat Avatar in 2009 alle records zou verbreken. The Stewardesses is dan ook een schoolvoorbeeld van het type film waarmee 3D lange tijd zou worden geassocieerd: schaamteloze exploitatiefilms in de marge van de serieuze cinema.

Detail uit de poster van de Nederlandse 3D-film Nova Zembla.
Deel uit de poster van de Nederlandse 3D-film Nova Zembla.

De derde dimensie 30.000 jaar terug

In het eerste decennium van deze eeuw werden eigenlijk pas voor het eerst serieuze pogingen ondernomen om gebruik te maken van 3D zonder louter goedkoop effectbejag te beogen. Zo kwam in 2003 de in 3D gefilmde documentaire uit van James Cameron, , waarin verslag werd gedaan van zijn expeditie in 2001 om het wrak van de Titanic op de bodem van de Atlantische Oceaan te filmen.

In 2010 zag een andere zeer interessante 3D-documentaire het licht: Cave of Forgotten Dreams. Filmregisseur Werner Herzog filmde met speciale 3D-camera’s de vermaarde wandschilderingen in de Grotte Chauvet in Zuid-Frankrijk. De schilderingen betreffen meer dan 30.000 jaar oude afbeeldingen van dieren, daar aangebracht door de cro-magnonmens; beelden die een welhaast mystieke zeggingskracht uitoefenen. Herzog presteerde het om dusdanig gebruik te maken van 3D dat zijn reflectie op de eeuwige kracht der verbeelding een diepere indruk maakt.

Gimmick of niet

Herzog heeft desalniettemin verklaard dat hij niet van plan is ooit nog een andere 3D-film te maken. Volgens hem is 3D een “gimmick van de commerciële cinema”. En de filmgeschiedenis lijkt hem in het gelijk te stellen. Maar het lot van 3D ligt toch vooral in handen van het bioscooppubliek. Raakt het publiek ooit verveeld van die brilletjes, en al die voorwerpen die van het filmdoek op ons af springen? Of kan 3D blijvend in zwang raken?

Popcorn is ook nog steeds bijzonder populair in de bioscoop. Waarom dan 3D niet? Misschien keert zelfs Smell-O-Vision terug. Wie weet. De tijd zal het leren.

Verder lezen en kijken

©GeschiedenisBeleven.nl, auteur: Eelko Schmeits, eindredactie: Freya Verstraten Veach, beeldredactie: Jos Groenendaal, foto’s: Wikimedia en Flickr/Commons

Leestips