De droom van Dr. Martin Luther King

Martin Luther King in 1964 (foto Wikimedia)

28 augustus 1963. Het hoogtepunt van de Amerikaanse burgerrechtenbeweging. Een van haar leiders spreekt aan het einde van een protestmars de nu legendarische woorden: I have a dream. De iconische toespraak van Dr. Martin Luther King is een feit.

Door Marthe Tholen

In 1865 won het Noorden van de Verenigde Staten de Amerikaanse Burgeroorlog (1860-1865) van het Zuiden. Daarmee was slavernij in de Verenigde Staten officieel verleden tijd. Maar ondanks de afschaffing was er in het Zuiden niets geregeld over de positie van zwarte Amerikanen. Die positie werd er niet beter op toen de Noordelijke troepen zich eindelijk, zo’n tien jaar na de overwinning, uit de voormalige ‘katoenstaten’ terugtrokken.

Aparte toiletten

Hoewel segregatie in de Noordelijke staten ook realiteit was, stond het niet in de wet. Het Zuiden legde in de zogeheten Jim Crow wetten (1876 tot 1965) echter vast dat blanken en zwarten apart van elkaar moesten leven. Ze hadden aparte toiletten, scholen, andere ingangen in publieke gebouwen en ook aparte zitplaatsen in het openbaar vervoer. Daarnaast voerde het Zuiden ook nog een wet in waardoor bijna alle zwarte en de allerarmste blanke Zuiderlingen niet meer stemgerechtigd waren en daarmee ook geen publieke functies konden bekleden.

Daar hield de discriminatie niet op. Zwarte mannen kregen zware gevangenisstraffen voor kleine vergrijpen, waar vaak dwangarbeid aan vast zat. De staat verdiende hieraan, omdat bijvoorbeeld de spoorwegmaatschappijen betaalden voor de geleverde arbeid.

Het kon echter nog erger: aan het einde van de 19e en het begin van de 20e eeuw werden duizenden zwarte mannen zonder reden opgehangen bij volksopstandjes, rassenrellen en door racistische groeperingenals de Ku Klux Klan.

Een vrouw bij ‘colored’ drinkfonteintje in Halifax, North Carolina, 1938.
Een vrouw bij ‘colored’ drinkfonteintje in Halifax, North Carolina, 1938.

Zwarte docenten

De zwarte kerken voerden de strijd tegen de rassenongelijkheid aan. Zij waren niet alleen centra van geloof en gemeenschap, maar ook van educatie. Omdat de rassenwetten zich onder andere richtten op ongeletterden, legde de burgerrechtenbeweging grote nadruk op scholing. Dit wierp zijn vruchten af: in 1900 waren er al tienduizenden zwarte docenten en kon het overgrote deel van de zwarte bevolking lezen en schrijven.

Na de Tweede Wereldoorlog kwam de burgerrechtenbeweging in een stroomversnelling terecht. Verschillende incidenten, waaronder het befaamde moment in 1955 waarop Rosa Parks (1913-2005) in de bus weigerde haar zitplaats af te staan aan een witte passagier, leidden tot vreemdzame campagnes om gelijkheid voor zwarte burgers af te dwingen. Voorbeelden daarvan waren ‘sit-ins’, ‘kneel-ins’ in kerken en marsen en demonstraties bij overheidsgebouwen.

De leiders van de March on Washington for Jobs and Freedom lopen gearmd door de Constitution Avenue. In het midden vooraan Martin Luther King, Jr..
De leiders van de March on Washington for Jobs and Freedom lopen gearmd door de Constitution Avenue. In het midden vooraan Martin Luther King, Jr..

Retorisch genie

King was een van de succesverhalen van het zwarte educatiebeleid. Hij werd hij dominee en behaalde zijn doctoraat in theologie. Na het Rosa Parks incident leidde hij de busboycott en werd daarmee een van de meest prominente leiders van de burgerrechtenbeweging.

Zijn positie van vooraanstaand leider zou hij waarmaken op 28 augustus 1963. Op die dag organiseerden de zes grootste burgerrechtenorganisaties de Mars op Washington voor Werk en Vrijheid. Er waren tussen de 200.000 en 300.000 mensen aanwezig, waarvan 25 tot 30 procent blank. Het is nog steeds een van de grootste protestmarsen ooit gehouden.

Aan het einde van de mars, bij het Lincoln Memorial, kwamen achttien sprekers aan het woord. Zeventien daarvan zijn vergeten, maar de toespraak van Dr. King werd er een van historisch belang en verwierf hem de status van retorisch genie.

Op 28 augustus 1963 komen honderdduizenden mensen bijeen voor het Lincoln Memioral in Washington waar Martin Luther King, jr. zijn I Have a Dream speech zou houden.
Op 28 augustus 1963 komen honderdduizenden mensen bijeen voor het Lincoln Memioral in Washington waar Martin Luther King, jr. zijn I Have a Dream speech zou houden.

De droom

In zijn speech refereerde King aan de Amerikaanse grondwet, maar ook aan de Emancipatiewet van 1863, waarin slavernij werd afgeschaft. Hierover zei hij dat honderd jaar later, “de neger nog steeds niet vrij” was. Ook haalde hij bijbelteksten en oude volksliedjes aan. De toespraak van King was voorbereid, maar terwijl hij sprak, zou iemand geroepen hebben “Vertel over de droom!” en week hij af van zijn tekst. Het is dit gedeelte van de toespraak dat geschiedenis maakte.

De droom die King voor ogen stond was de droom van vrijheid, gelijkheid, rechtvaardigheid en broederschap. De tekst “Ik heb een droom” werd acht keer herhaald. En daarbij noemde hij voorbeelden van dingen die hij graag anders wilde zien in de staten Georgia, Mississippi en Alabama. Hij gaf ook een persoonlijk voorbeeld:

“Ik heb een droom dat mijn vier kleine kinderen op een dag zullen leven in een land waar zij niet beoordeeld worden op de kleur van hun huid, maar op de inhoud van hun karakter.”

Martin Luther King, jr. bij de March on Washington for Jobs and Freedom.
Martin Luther King, jr. bij de March on Washington for Jobs and Freedom.

Nalatenschap en bedreiging

Het succes van de Mars op Washington en de toespraak van King worden gezien als de belangrijkste redenen dat de 1964 Civil Rights Act door het Amerikaanse Congres werd aangenomen. Deze wet is Kings grootste nalatenschap. Het maakte een einde aan de oneerlijkheid in de toepassing van het kiesrecht, de segregatie op scholen, op de werkvloer en bij publieke faciliteiten. Er vloeiden later nog verdere wetten uit voort die de Civil Rights Act verder aanscherpten. In 1964 werd Dr. King ook de jongste winnaar van de Nobelprijs voor de Vrede.

Door zijn prominente positie was King echter een doelwit voor racisten en ontving hij vele doodsbedreigingen. Dit kostte hem op 4 april 1968 zijn leven. De dan 39-jarige King wordt doodgeschoten in Memphis, Tennessee, waar hij had gesproken over de rechten van de zwarte arbeiders.

Presidentiële inspiratie

Ondanks, of misschien juist vanwege, zijn vroege dood blijven het werk en de speech van King een bron van inspiratie. Kings leven en werk zijn bijvoorbeeld van grote invloed geweest op president Barack Obama (1961-). Het was vijftig jaar geleden ondenkbaar dat een zwarte man de president van de Verenigde Staten zou zijn, maar desondanks is de gelijkheid waar King op hoopte nog steeds niet overal gemeengoed. Zoals King echter zei in zijn toespraak: “Hoewel wij de moeilijkheden van vandaag en morgen de kop moeten bieden, heb ik nog steeds een droom.”

Verder lezen en kijken


©GeschiedenisBeleven.nl, auteur: Marthe Tholen, eindredactie: Djamila Zon, foto’s: Wikimedia

Leestips