De vergeten koningen van Friesland

Koning Aldgisl van Friesland, uit de "Chronique ofte Historische geschiedenisse van Frieslandt" van P. Winsemius. (foto: Wikimedia)

De mist trekt langzaam weg over de velden tussen Aldeboarn en Jirnsum. Een boer rijdt op zijn trekker voorzichtig het drassige land in. Niets wijst erop dat op deze plek een grote veldslag een einde maakte aan een vergeten koninkrijk: Het koninkrijk Friesland.

Door Wytse Vellinga

Het is 734 na Christus. De grote Frankische veldheer Karel Martel (689-741) is naar het hoge Noorden getrokken. Het is 2 jaar nadat hij eeuwige roem heeft weten te vergaren door de Islamitische opmars te stuiten bij Poitiers. Het zal nog nog meer dan 34 jaar duren voor zijn kleinzoon Karel de Grote (742-814) de Frankische troon zal bestijgen.

Tegenover hem staat het leger van Poppo. De Friese koning die enkele jaren geleden de macht overnam van zijn vader Redbad. Poppo heeft niet meer dan 2500 man, terwijl het leger van Karel Martel 5000 man telt. Dit is een slag die gewonnen moet worden. Alleen dan is Martel verlost van zijn Friese kwelgeesten.

Oorlog geeft macht

Hoe lang het Friese koninkrijk precies heeft bestaan is onduidelijk. Waarschijnlijk niet meer dan een paar honderd jaar. De bronnen uit die tijd zijn vaag en spreken elkaar regelmatig tegen. Maar zeker is dat het bestaan heeft. Op zijn hoogtepunt, aan het begin van de 8e eeuw na Christus hadden de Friezen het voor het zeggen in een gebied dat ruwweg liep van Sleeswijk-Holstein tot het huidige Duinkerken in Frankrijk.

De inwoners van het koninkrijk woonden voornamelijk in kleine nederzettingen, veelal gebouwd op terpen. Ze hielden zichzelf in leven door veeteelt, visserij en handel. Aan het hoofd van het rijk stond de koning. In de praktijk had hij in de Friese maatschappij echter weinig macht. Volgens de bronnen was Friesland een vrij egale maatschappij, waarbij hiërarchie geen grote rol speelde. Pas als er een conflict uitbrak was de koning echt machtig. Gelukkig voor de Friese koningen was er aan oorlogen geen gebrek.

De eerste koning?

De eerste Friese koning waarvan we de naam kennen is Finn Folcwada. Zijn naam komt voor in Deense en Noorse bronnen en in het beroemde Engelse heldendicht Beowolf. Veel meer dan zijn naam en het feit dat hij vrij succesvol oorlog voerde tegen de Denen weten we eigenlijk niet. Zelfs wanneer hij precies heeft geleefd is niet bekend, maar waarschijnlijk was het rond de vijfde eeuw na Christus.

Of hij ook daadwerkelijk de eerste koning is, of dat er ook voor hem sterke mannen in de Friese historie waren is niet te achterhalen.

Friese sceatta uit circa 710-735. De sceatta is een zilveren munt die tussen 650 en 755 in gebruik is geweest en die in Friesland, Engeland en Jutland werd gemunt.
Friese sceatta uit circa 710-735. De sceatta is een zilveren munt die tussen 650 en 755 in gebruik is geweest en die in Friesland, Engeland en Jutland werd gemunt. Sceatta komt van een oud woord voor ‘rijkdom’ waar het Nederlandse ‘schat’ mee verwant is (foto: Wikimedia)

Een rijk hof

De tweede naam die we tegenkomen in de Middeleeuwse bronnen is die van Aldgisl (zie foto bovenaan). Over deze koning is veel meer bekend. Zo weten we dat hij aan de macht was vanongeveer halverwege de zevende eeuw tot 680 na christus. Het hof van Aldgisl was te vinden in Dorestad, vlakbij het hedendaagse Utrecht.

Onder Aldgisl bloeide de Friese handel. Vanuit Dorestad handelden de Friezen met heel Noordwest- en Oost-Europa. Friese munten uit die tijd zijn gevonden in Rusland, Engeland, Frankrijk en Scandinavië. Ook de grafvondsten uit die tijd duiden op rijkdom.

Het was deze rijkdom die de nieuwsgierigheid van de Franken wekte. Het Frankische rijk grensde in het huidige België aan het rijk van Aldgisl. Om invloed te krijgen in Friesland werden Frankische zendelingen naar het noorden gestuurd. Aan het heidense hof van Aldgisl werden ze vriendelijk ontvangen. De predikers kregen zelfs toestemming om het Christelijke geloof onder de Friezen te verspreiden.

Redbad

Deze vriendelijke behandeling veranderde met de dood van de oude koning in 680. De nieuwe koning Redbad was veel eerzuchtiger en machtiger dan zijn voorganger. In 688 brak voor het eerst oorlog uit tussen Redbad en de Frankische leider Pippijn. De strijd tussen de Friezen en de Franken duurde maar liefst zeven jaar. Redbad verloor de strijd en moest alle gebieden ten zuiden van de Rijn afstaan aan de Franken.

Na de dood van Pippijn in 714 brak er een machtsstrijd uit in het Frankische rijk. Redbad profiteerde optimaal van de onrust. Hij stak de Rijn over en heroverde in een ware Blitzkrieg de voormalige Friese gebieden. Met een grote legermacht zakte hij vervolgens verder naar het zuiden af. Het grootste succes behaalde hij in 716 tegen de toen net aangetreden Karel Martel. De Friezen wisten een grote slag te winnen bij Keulen en plunderden vervolgens de stad. Met buit overladen keerden de Friezen naar de eigen gebieden terug.

Lang kon Redbad niet van zijn overwinning genieten. De Franken verenigden zich onder Karel Martel en na zijn overwinning op de Arabieren bij Poitiers, besloot hij ook definitief een einde te willen maken aan de Friese dreiging in het noorden. Voordat Karel Martel in Friesland aankwam, was Redbad echter al overleden. Zijn tegenstander was nu de jonge, onervaren koning Poppo.

De Friese koning Redbad, uit P. Winsemius, Chronique ofte Historische geschiedenisse van Frieslandt. (foto: Wikimedia)
De Friese koning Redbad, uit P. Winsemius, Chronique ofte Historische geschiedenisse van Frieslandt. (foto: Wikimedia)

De dood van een koninkrijk

De bronnen zijn het er niet over eens of de nieuwe koning Poppo nu de zoon was van Redbad of een Friese edelman die de macht had gegrepen. Waar ze het wel over eens zijn is dat Poppo de uitstraling en vechtlust van Redbad miste. In de strijd tegen de Franken leden de Friezen de ene nederlaag na de andere. Het machtsgebied van de Friezen werd steeds kleiner, tot in 734: het moment van de allesbeslissende Slag aan de Boorne.

De strijd was kort maar hevig. Het leger van Karel Martel had weinig moeite om de slecht georganiseerde troepen van de Friezen eronder te krijgen. De Franken hadden inmiddels ervaring met de strijdtechniek van de tegenstander en zonder de machtige Redbad waren de Friezen sowieso geen echte uitdaging meer.

Poppo was één van de eersten die viel. En met zijn dood stierf ook het koninkrijk Friesland.

Een omgewoeld slagveld

Het voorjaarszonnetje staat hoog aan de hemel als de boer terugkeert van zijn ronde. Zonder het te weten heeft hij zojuist een slagveld omgewoeld. Misschien dat hij ooit zal stuiten op een half vergaan oud zwaard. Of misschien zelfs de botten van koning Poppo. Tot die tijd zal de slag aan de Boorne verborgen blijven in de mist van de geschiedenis. Evenals de rest van het vergeten koninkrijk Friesland.

Kaart van het Friese Rijk toen het op zijn grootst was (650-734)
Kaart van het Friese Rijk toen het op zijn grootst was (650-734). Dit rijk ontstond halverwege de 7e eeuw en eindigde met de slag aan de Boorne in 734. Het werd bestuurd door koningen en liep van het Zwin bij Brugge tot aan de Wezer in Duitsland. Het centrum van de macht was Dorestad (foto: Wikimedia)

Verder lezen en kijken

  • Lees het dossier Vergeten Koninkrijken op GeschiedenisBeleven.nl
  • Meer artikelen over de geschiedenis van Friesland op GeschiedenisBeleven.nl
  • Op de site van het historisch nieuwsblad staat een interessant artikel over Karel Martel en de Slag bij Poitiers
  • Er zijn laat-middeleeuwse bronnen die betwijfelen of Poppo de laatste koning van de Friezen was. Op wikipedia staan nog enkele andere namen genoemd.

©GeschiedenisBeleven.nl, auteur: Wytse Vellinga, eindredactie: Nienke Smit, beeldredactie: Marjolein van der Vlies, foto’s: Wikimedia

Leestips