Dankzij de Nederlandse film Nova Zembla mag de overwintering van Willem Barentsz zich in hernieuwde belangstelling verheugen. Hij doorstond in 1596-1597 een bitterkoude poolwinter samen met zijn bemanning in het ‘Behouden Huys’.
“Zoek een noordelijke doorvaart naar de Indische handelsgebieden.” Met die opdracht voer Willem Barentsz (1550-1597) in de zomer van 1596 met zijn zeilschip de Amsterdamse haven uit.
Zijn opdrachtgevers zijn Hollandse handelaren. Er is ze veel aan gelegen een alternatief te vinden voor de zuidelijke route om Kaap de Goede Hoop die beheerst wordt door de vijandige Spanjaarden en Portugezen. Spanje is op dit moment letterlijk de vijand: Barentsz vaart uit midden in de periode die we nu de Tachtigjarige Oorlog (1568-1648) noemen.
Het zal negen maanden duren voordat twaalf van de zeventien bemanningsleden weer thuis komen. Vijf van hen overleven de tocht niet.
Akelig kleurloos landschap
Barentsz neemt de ervaring mee van twee eerdere – gestrande – expedities. Deze derde reis gaat aanvankelijk voorspoedig met de ontdekking van Bereneiland en Spitsbergen. Maar aangekomen bij Nova Zembla keren de elementen zich tegen hem en zijn bemanning. Elkaar snel opvolgende heftige sneeuwstormen teisteren hen. Noodgedwongen moeten ze dagenlang beschutting zoeken in baaien.
Het ijs wordt alsmaar dikker en veroorzaakt grote schade aan het schip. Op 27 augustus strandt de expeditie: het pakijs sluit het schip in en stuwt het meters omhoog. Hiermee begint de beruchte overwintering op Nova Zembla.
De gigantische ijsbergen boezemen de mannen angst in en zij vrezen voor hun leven. De ijsbergen zijn “soo groot als de Soutberghen in Spaengien”, schrijft Gerrit de Veer, een van de maats die een dagboek bijhoudt. Ze zijn te midden van een akelig, kleurloos landschap. Vreemd stil is het er. En nergens is er beschutting tegen de bittere kou. Hun betrekkelijk dunne Hollandse kleding biedt veel te weinig bescherming.
De bemanning van Willem van Barentsz in een sloep. Beeld uit de film Nova Zembla.
Het Behouden Huys
Op dit uitzichtloze punt doen zij een wonderlijke ontdekking: vlakbij een rivier vinden ze enorme stapels aangespoeld drijfhout! Het zijn sparren en dennen die door de jaarlijkse Siberische ijsvloed zijn aangevoerd: een unicum in dit door bomen verlaten landschap. Barentsz laat de bemanning in korte tijd zoveel mogelijk hout hakken.
Hij heeft het plan opgevat om een huis te bouwen. Alleen met enige vorm van beschutting zijn er kansen om de winter te overleven. Maar er is haast geboden, vanwege het afnemende daglicht.
De mannen werken zo hard ze kunnen, waarbij ze naast drijfhout ook delen van het gestrande schip gebruiken. Hun Behouden Huys is geen moment te vroeg klaar: half november, vlak voor de intredende winter. Uiterst simpel, zonder ramen en met slechts één grote ruimte, biedt het precies genoeg plaats aan allemaal. En er is een schoorsteen, zodat ze een vuur kunnen stoken.
Een kijkje in het Behouden Huys op Nova Zembla (afbeelding uit 1880)
Strijd tussen mens en beer
Naast de constante bevriezing van hun ledematen, zijn ijsberen een groot gevaar. Al tijdens de reis hebben ze geleerd hoe gevaarlijk deze beesten zijn: een uitgehongerde beer had een van hun maats dodelijk verwond. Op Nova Zembla is het een dagelijkse strijd tussen mens en beer.
Er zijn veel incidenten, waardoor de mannen nooit ongewapend het huis kunnen verlaten. Altijd loert het gevaar van de agressieve ijsbeer. Over een van de aanvallen schreef De Veer:
“We hieuwen hem met een bijl in zijn cop […], maar hij doock telcken reijs onder als wy metten bijl nae hem hielden”.
Hij beschrijft de voorvallen op een bijna ritualistische manier: want het zijn ook de hoogtepunten in hun saaie en uitzichtloze bestaan. Iedere dode beer zien de mannen als een vorm van vergelding voor al hun kwellingen tot dan toe.
Scheepsbeschuit en gesmolten sneeuw
Een van die kwellingen is de gevreesde ziekte scheurbuik, door een gebrek aan vers voedsel en vitamines. Bij veel van de mannen is de ziekte al tijdens de reis sluipend in hun systeem geraakt. Op het ijskoude Nova Zembla wordt het ernstiger. Ze hebben rottend tandvlees en hun tanden vallen uit. Ook flauwvallen en verstijvende ledematen horen tot de symptomen. Op den duur raken ze volledig versuft.
Hun proviand slinkt snel en het is gewoonweg te eenzijdig met alleen scheepsbeschuit, pap, gesmolten sneeuw en gepekeld vlees. Maar gelukkig ontdekken ze de poolvos. De eerste – bij toeval gevangen – blijkt een zeer smakelijke delicatesse. Hierna zetten ze de jacht op deze dieren in.
Hoewel de vossen klein zijn, is dit verse vlees toch een aanvulling op hun schrale dieet.
Het Behouden Huys op Nova Zembla. De bemanning velt een beer. (Beeld uit Waerachtighe beschryvinghe van drie seylagien, ter werelt noyt soo vreemt ghehoort (1598)
Poolwinter
Gek genoeg ziet de bemanning een dode beer alleen als trofee. Slechts eenmaal hebben zij zich gewaagd aan berenvlees, maar daarna wordt iedereen zo ziek dat ze het vlees vervloeken. Ongelukkig genoeg aten ze de berenlever, met een extreem hoog gehalte aan vitamine A vanwege het zeerobbendieet van de beer. Aangezien de mannen in deze fase allemaal verzwakt zijn door scheurbuik, vergiftigt deze vitamine hun lichaam, waardoor ze blaren krijgen en vervellen.
Vanaf november gaat de zon niet meer op en treedt de duisternis van de poolwinter in. Deze maanden tot aan maart zijn pas echt een kwelling. Behalve dat het extreem koud is, kunnen ze ook het huis niet meer uit en vervuilen. Er is geen gelegenheid meer om op poolvossen te jagen.
De scheurbuik wordt zo erg dat de meesten niet meer kunnen lopen en volledig wegkwijnen. Een van de mannen sterft er zelfs aan.
By neast ondraechelijck
De dagen zijn zo uitzichtloos dat het “by neast ondraechelijck was”. Het enige dat wat afleiding geeft zijn meegebrachte spelletjes, boeken en de mechanische klok die de dagen aftelt. De haat tegen de omgeving is eind januari zo sterk geworden, dat een glimp van “de Son in zijn volle rondicheyt, weynich boven den Horizont” de hoop op een vertrek meteen aanwakkert.
Het zal nog enkele maanden duren voor ze daadwerkelijk kunnen vertrekken. Toch geeft deze zonnewaarneming de mannen de energie de sloepen te herstellen en de terugreis voor te bereiden.
Vijf van hun trouwe kameraden, onder wie Barentsz zelf, zullen Amsterdam niet halen. Vlak voor zijn overlijden weet Barentsz met zijn laatste krachten nog het beroemde “briefje in de schoorsteen” te schrijven dat hij achterlaat in het Behouden Huys. Daarin verantwoordt hij aan zijn opdrachtgevers de overwintering op Nova Zembla.
De dood van Willem Barentz op 20 juni 1597, schilderij door Christiaan Julius Portman.
Verder lezen en kijken
- Meer artikelen over de vroegmoderne tijd op GeschiedenisBeleven.nl
- Lees online het boek Om de Noord. De tochten van Willem Barentsz en Jacob van Heemskerck en de overwintering op Nova Zembla, zoals opgetekend door Gerrit de Veer (1996).
- Museum Het Behouden Huys op Terschelling heeft een replica van het huis op Nova Zembla.
- Bekijk de trailer van de film Nova Zembla:
©GeschiedenisBeleven.nl, auteur: Colette van Werkhoven, eindredactie: Margriet Pflug