Honderen, nee, zelfs duizenden Nederlanders wagen in de jaren ’40 tot en met ’45 hun leven bij een overtocht naar Engeland. Soms om te vluchten voor de Duitse bezetter, soms om de strijd tegen die bezetter voort te zetten. De eersten die dat met succes doen, zijn twee Nederlandse ministers.
Door Wytse Vellinga
Een wonderlijk gezicht; twee mannen waden door het water op weg naar een watervliegtuig voor de kust van Hoek van Holland. Een ietwat gezette man en een magere man met een opvallend grote neus. In hun chique pakken lijken ze niet bepaald toegerust op een vlucht. Want dat zal het voor een onwetende getuige zeker lijken op die vroege morgen van 10 mei 1940.
Dit zijn mensen die er vandoor gaan. Weg van de oprukkende Duitsers.
Niets is minder waar. Dit zijn geen mensen die ervan tussen gaan. Dit zijn mannen met een missie. Een missie die Nederland uit de oorlog moet redden. Dit zijn de minister van Koloniën Charles Welter (1880-1973) en minister van Buitenlandse Zaken Eelco van Kleffens (1894-1983). Laatstgenoemde heeft op deze vroege morgen al een opmerkelijke en historische dag achter de rug.
Minister van Buitenlandse Zaken Eelco van Kleffens (1894-1983) en minister van Koloniën Charles Welter (1880-1973).
Crisiscentrum Van Kleffens
De oorlog is voor Van Kleffens eigenlijk een dag eerder begonnen. Op de avond van 9 mei krijgt hij thuis een telefoontje met het bericht dat de Duitse aanvalde volgende dag zal beginnen. Na kort telefonisch overleg met de rest van het kabinet wordt de ambtswoning van Van Kleffens gebombardeerd tot tijdelijk hoofdkwartier.
De minister van Defensie en enkele hoge ambtenaren melden zichbij Van Kleffens thuis voor spoedoverleg. De berichten over de naderende aanval stromen binnen. Om half drie ’s nachtswordt besloten toch nog even te gaan slapen. Die slaap blijkt van korte duur.
Iets voor vier uur gaat opnieuw de telefoon in huize Van Kleffens. De eerste bommen zijn gevallen. Van Kleffens spoedt zich naar de ambtswoning van de minister-president voor een spoedzitting van de Ministerraad. De vergadering is nauwelijks begonnen of de minister van Buitenlandse Zaken wordt weggeroepen. De Duitse gezant Von Zech wenst hem te spreken op het ministerie om hem een ‘boodschap van het grootste belang’ te overhandigen.
Het is de oorlogsverklaring van Duitsland aan Nederland. Een verklaring die Von Zech met tranen in zijn ogen overbrengt.
Buiten het ministerie is de strijd in volle hevigheid losgebarsten. De Nederlandse regering heeft weinig vertrouwen in de succesvolle afloop van die strijd. Dus wordt besloten de minister van Buitenlandse Zaken en de minister van Koloniën zo snel mogelijk naar Engeland te sturen om steun te zoeken. Ze kiest daarmee nadrukkelijk niet voor de andere optie die op tafel ligt. De optie om het verzet tegen de Duitsers te staken en louter op papier protest aan te tekenen, zoals de Denen dat een maand daarvoor hebben gedaan.
Ministers zonder benzine
Voor beide ministers begint hiermee een hachelijk avontuur. Dat avontuur lijkt een kort leven beschoren, wanneer blijkt dat het watervliegtuig waarin de beide mannen zitten, benzine verliest. Bij de tocht naar Hoek van Holland is het toestel beschoten door Duitse parachutisten en is de benzinetank geraakt. Zullen ze Londen halen? De ministers zitten ingeklemd tussen twee machinegeweren te wachten op wat komen gaat. Het toestel daalt steeds verder en het water van de Noordzee komt angstig dichtbij.
Het wordt een bijzondere landing. Met horten en stoten komt het toestel tot stilstand voor de kust bij Brighton. Onze ministers worden niet opgewacht door een officiële delegatie van de Britse regering, maar wel door honderden badgasten, die verbaasd kijken naar het gezelschap dat hier aan komt dobberen. Van Kleffens en Welter worden door ter plekke opgetrommelde agenten overgebracht naar het hoofdbureau van politie om te checken of het hier wel echt om Nederlandse ministers gaat. Je kunt begrijpen waarom de Britten dat niet meteen geloven.
De PBY-Catalina, hoogst waarschijnlijk het type watervliegtuig dat van Kleffens en Welter van Nederland naar Engeland heeft vervoerd (foto: Wikimedia)
Cognac
Nadat de ambassadeur in Londen de identiteit van beide ministers heeft bevestigd, worden ze op de eerstvolgende trein naar Londen gezet. Na een bliksembezoek aan minister Halifax (1881-1959) van Buitenlandse Zaken melden beide ministers zich bij de kersverse premier Winston Churchill (1874-1965). Hij heeft geen hoge dunk van het bezoek uit Nederland. Volgens zijn memoires zien de ministers er moe en verslagen uit. En dan komen ze ook nog vragen om troepen en versterkingen voor de oorlog in Nederland.
Het enige wat Churchill hun kan bieden, is een goed glas cognac. Alle beschikbare troepen zitten al in Frankrijk.
De ministers druipen diep teleurgesteld af. Maar ze geven de hoop nog niet op. Het thuisfront wordt op de hoogte gebracht van de vorderingen. Daarna nemen ze contact op met die andere strohalm waaraan de Nederlandse regering zich vast wil klampen: Frankrijk. Maar ook de Fransen kunnen de Nederlanders weinig bieden. Er waren Franse troepen in Zeeland geweest, maar de Fransen hebben het nu zelf al moeilijk genoeg tegen de oprukkende Duitse troepen.
Het Nederlandse kabinet in mei 1940 voor de Nederlande kerk in Austin Friars in London, Engeland (vlnr) D.J. de Geer, H. van Boeijen, G. Bolkestein, Y.R.M. van Angeren en P.S. Gerbrandy (foto: Nationaal Archief)
Engelandvaarders
In de dagen die volgen, doen de ministers er alles aan om de Groot-Brittannië en Frankrijk te bewegen Nederland te helpen. Van Kleffens spreekt met de Britse koning, opnieuw met Churchill en vliegt zelfs nog naar het belegerde Frankrijk. Ook spreekt hij de Britse bevolking toe op de BBC. Niets helpt. De strijd in Nederland is verloren.
Is de reis van de Engelandvaarders Van Kleffens en Welter dan voor niets geweest? Nee, zeker niet. Ze hebben de Britse regering ervan overtuigd dat ze de hoop op een Nederlandse bondgenoot in de strijd tegen de Duitsers niet hoeven op te geven. Door de neutrale houding van de regering in de maanden voor de oorlog twijfelen de Britten daar ernstig aan.
De komst van Van Kleffens en Welter laat in die eerste oorlogsdagen het andere gezicht van Nederland zien. Dat zorgt er mede voor dat de Nederlandse regering vanuit Groot-Brittannië de strijd kan voortzetten. En hoewel dat niet het aanvankelijke doel van Van Kleffens en Welter is, zullen ze daar achteraf best tevreden mee zijn geweest.
Oranjehaven was een sociëteit, die op initiatief van Koningin Wilhelmina, werd opgericht in London. Het was bedoeld als toevluchtsoord voor de ongeveer 1700 Engelandvaarders die een geslaagde overtocht achter de rug hadden (foto: Wikimedia)
©GeschiedenisBeleven.nl, auteur: Wytse Vellinga, eindredactie: Paul van Royen, beeldredactie: Marjolein van der Vlies, foto’s: Wikimedia en het Nationaal Archief