Het Rijksmuseum opent in april 2013 opnieuw haar deuren. Na een grootscheepse renovatie van meer dan tien jaar kan iedereen gaan zien of het vernieuwde gebouw vanbinnen recht doet aan het meesterwerk van architect Cuypers. Wij lichten vast een tipje van de sluier op.
Door Cas Nagtzaam
De geschiedenis van het Rijksmuseum begon in 1800, toen een Nationale kunstgalerij in Huis ten Bosch te Den Haag werd geopend. In de jaren die volgden, huisde het museum nog op een bovenverdieping van het Amsterdamse Paleis op de Dam en in het Trippenhuis aan de Kloveniersburgwal. Droeg het museum onder het bewind van Lodewijk Napoleon nog de naam Koninklijk Museum, vanaf de troonbestijging van Willem I ging het museum verder onder haar huidige naam: Rijks Museum.
In 1885 kreeg het museumgebouw, naar ontwerp van de architect P.J.H. Cuypers (1827-1921), zijn definitieve locatie aan de Jan Luijkenstraat. Het gebouw bood niet alleen onderdak aan de collectie van het Rijksmuseum, maar ook aan een verzameling werken van levende meesters die zich tot die tijd in Haarlem bevond en de verzameling van het Nederlands Museum voor Geschiedenis en Kunst in Den Haag.
In de loop van de 20e eeuw werd het Rijksmuseum meerdere malen verbouwd, zodanig dat vele oorspronkelijke elementen teniet werden gedaan.
Architectonische climax
Het Rijksmuseum is een vrijstaand gebouw dat op de begane grond in twee delen wordt gesplitst door een onderdoorgang. Deze tunnel was destijds een eis van de gemeente, omdat deze het centrum van Amsterdam moest verbinden met de nog te bouwen stadsdelen aan de zuidzijde van de stad.
Cuypers werkte in het gebouw naar een climax toe. De bezoeker kwam het gebouw binnen via bescheiden entrees in de onderdoorgang en bereikte de verdieping via smalle trappen, om ten slotte de royale tentoonstellingsruimten te bereiken met als hoogtepunt de Erezaal.
In de oorspronkelijke toestand was de onderdoorgang veel meer dan de fietstunnel die hij in de 20e eeuw geworden is, namelijk de opmaat naar een architectonisch hoogtepunt. De twee binnenplaatsen, met daaromheen de museumzalen, stonden ermee in verbinding via een open hekwerk. Deze plaatsen werden later dicht gebouwd waardoor de openheid van het gebouw sterk werd aangetast.
De eregalerij van het Rijksmuseum met als hoogtepunt de Nachtwacht van Rembrandt van Rijn. (foto’s: Rijksmuseum)
Middeleeuwse uitstraling
Er was veel kritiek op de architectuur van het Rijksmuseum na de oplevering in 1885. Het gebouw zou een middeleeuwse uitstraling hebben vanwege de kruisribgewelven, het gebruik van glas in lood en de kleurige decoraties. Daardoor zou het pand geen afspiegeling zijn van de roemrijke Gouden Eeuw, de periode die in de tentoongestelde kunstwerken zo rijk vertegenwoordigd is.
Momenteel wordt de oorspronkelijke architectuur van het Rijksmuseum juist geroemd vanwege het rijke decoratieprogramma en heeft het gebouw een grote cultuurhistorische waarde. Alle latere toevoegingen, die een aanpassing waren van Cuypers’ gebouw, worden nu als een aantasting van zijn meesterwerk gezien.
De huidige restauratie van het museum richt zich dan ook op het ontdoen van latere toevoegingen, het herstel van de oorspronkelijke ruimtelijke structuur van Cuypers en het aanpassen van het gebouw aan de moderne tijd zonder de monumentale waarde ervan aan te tasten.
Het ontwerp van het Rijksmuseum kreeg in de beginjaren veel kritiek te verduren, het werd ook wel ‘de kathedraal van Cuypers’ genoemd. Tegenwoordig wordt het gebouw beschouwd als een belangrijk nationaal monument. (foto: Rijksmuseum)
Nieuw hart
De restauratie staat onder leiding van architectenbureau Van Hoogevest uit Amersfoort. Het bureau heeft als taak de oorspronkelijke ruimtelijke structuur van het gebouw te herstellen. Buiten het openmaken van de binnenplaatsen draagt Van Hoogevest zorg voor het herstel van het historische casco, almede voor het onzichtbaar integreren van installaties die voldoen aan moderne eisen.
Naast het in ere stellen van de oude architectuur behelst de verbouwing ook enkele ingrijpende toevoegingen aan de bestaande architectuur. Deze zijn ontworpen door architectenbureau Cruz y Ortiz uit Spanje. Eén van de toevoegingen is een groot ondergronds plein dat het nieuwe hart van het gebouw gaat vormen.
Dit plein loopt onder de tunnel door en strekt zich uit van de ene binnenplaats naar de andere. Het plein zal bereikbaar zijn via trappen die aan de onderdoorgang liggen en de kaartverkoop, garderobe en de museumwinkel zijn er gepland.
De onderdoorgang na de verbouwing van het museum in 2013, gelegen boven het plein ontworpen door architectenbureau Cruz y Ortiz (foto: Rijksmuseum)
Ook ontwierp het architectenbureau het Aziatisch paviljoen tussen de Philipsvleugel en het hoofdgebouw. Hier wordt in de toekomst de collectie Aziatische kunst van het museum tentoongesteld. Het nieuwe studiecentrum ligt aan de zuidzijde van het complex tussen de Teekenschool en het hoofdgebouw.
Oud en nieuw
De vormgeving van de nieuwe gebouwen oogt niet erg vernieuwend. Toch is er ook bewust geen aansluiting tussen de architectuur van Cuypers en de nieuwe architectuur gezocht. Daarmee past Cruz y Ortiz de ongeschreven regel toe dat nieuwe toevoegingen aan historische gebouwen altijd dienen te contrasteren met het bestaande gebouw. De 19e-eeuwse traditie om stijlen uit het verleden te gebruiken, wordt door hedendaagse architecten gezien als een architectonische leugen.
De nieuwbouw is asymmetrisch, heeft eenvoudig materiaalgebruik en het interieur van de ruimten is veelvormig. Dit in tegenstelling tot het gebouw van Cuypers, met haar symmetrische opzet, zware decoraties en rechthoekige zalen. De nieuwe en de oude architectuur gaan hierdoor geen dialoog met elkaar aan.
Gelukkig gebeurt dit wel in het hart van het gebouw, waar het nieuwe entreeplein de bezoeker de kans geeft Cuypers’ gebouw intensief te beleven. Hier heeft de architect een hedendaagse toevoeging gedaan door extra ruimte te creëren onder het oorspronkelijke gebouw; zodanig dat de oorspronkelijke elementen behouden blijven maar er toch een geheel nieuwe ruimtelijkheid ontstaat.
Het Atrium, waarin de oorspronkelijke architectuur van Cuypers en de nieuwe architectuur van Cruz y Ortiz elkaar tegenkomen. (foto: Pedro Pegenaute)
Verder kijken en lezen
- Lees ook het artikel: Hoe de kunst het Rijksmuseum vulde, op GeschiedenisBeleven.nl
- Het Rijksmuseum opent haar deuren op 14 april 2013. Dan kan iedereen het vernieuwde meesterwerk van Cuypers met eigen ogen gaan zien.
- De website van Cruz y Ortiz
- De website van Van Hoogevest
- Artikel over het nieuwe Rijksmuseum op de website ArchiNet
©GeschiedenisBeleven.nl, auteur: Cas Nagtzaam, eindredactie: Sofie Mulders, beeldredactie: Anna Hoekstra, foto’s: Wikimedia Commons, Rijksmuseum (Jannes Linders & Pedro Pegenaute).