Geen oorlog zonder fotografie

Robert Capa aan het werk in Spanje met een Eyemo 16mm film camera. (Foto: Gerda Taro)

Al snel na de uitvinding van de fotografie rond 1839 werd de camera overal mee naar toe gesleept om zo veel mogelijk van de wereld vast te leggen. Voor het eerst werden gebieden, gebouwen en gebeurtenissen in beeld gebracht die men daarvoor alleen van verhalen of een enkele tekening kende.

Door Jorre Both

Een voorbeeld hiervan zijn oorlogstaferelen; fotografische verslaglegging heeft ons beeld hiervan ingrijpend veranderd. Tegenwoordig zijn we gewend geraakt aan de gruwelijkste beelden, maar 150 jaar geleden maakte elk plaatje van het slagveld een diepe indruk.

Een grote tekortkoming van de eerste camera’s was de traagheid ervan: ze waren lastig mee te nemen en het nemen van een enkele foto duurde minuten, waardoor bewegende objecten niet te fotograferen waren. Dit maakte het vastleggen van een oorlog praktisch onmogelijk; pas na afloop kon een fotograaf het slagveld betreden om het resultaat te bekijken. In vroege oorlogsfoto’s zie je dan ook geen vechtende soldaten, maar wel slachtoffers en andere achtergebleven resten.

Verzamelde kanonskogels

In het werk van Roger Fenton (1819-1869), een van de allereerste oorlogsfotografen, vind je deze gruwelijkheden echter niet, omdat zijn publiek daar niet op zat te wachten.

Hij trok met zijn kar en assistent naar de Krim om verslag te doen van de Krimoorlog (1853-1856). Hij legde dan wel een slagveld vast, maar pas een jaar na dato, toen de overgebleven kanonskogels op één plek waren verzameld. Ondanks dit alles werkt de foto uitstekend als huiveringwekkend memento van de oorlog.

De beroemde foto van Roger Fenton van het slagveld tijdens de Krimoorlog, waarin goed de gestapelde kogels te zien zijn.
De beroemde foto van Roger Fenton van het slagveld tijdens de Krimoorlog, waarin goed de gestapelde kogels te zien zijn.

Fenton was niet de enige die het niet zo nauw nam met de werkelijkheid. Fotografen lieten zich al snel niet meer beletten door de beperkingen van het medium en begonnen hun afbeeldingen te manipuleren om er wat extra spanning in te brengen. De illusie dat fotografie enkel de waarheid toont werd dus al vroeg in de kiem gesmoord; enscenering is zo oud als de fotografie zelf, en ook retoucheren gebeurde al lang voor Photoshop.

Versleepte soldaat

Ook de Schotse fotograaf Alexander Gardner (1821-1882) kon zich met zijn camera niet midden in de actie van de Slag bij Gettysburg (1863) begeven, maar wilde toch de gruwelen van het gevecht aan de thuisblijvers tonen. Wanneer het leger zich had teruggetrokken moest hij het doen met wat ze achterlieten. Hij legde een sluipschuttersnest vast met daarin zogenaamd het levenloze lichaam van een rebel die het op ‘onze jongens’ had voorzien. Pas veel later werd ontdekt dat hij een dode soldaat had versleept van onderaan de heuvel naar deze meer pittoreske locatie, om zo de dramatiek van het tafereel te verhogen.

De geënsceneerde foto van Alexander Gardner, gemaakt na de Slag bij Gettysburg van 1863.
De geënsceneerde foto van Alexander Gardner, gemaakt na de Slag bij Gettysburg van 1863.

Het beslissende moment

Hoe meer de fotografie zich ontwikkelde, hoe dichter men bij de actie kon komen. De Hongaar Robert Capa (1913-1954), medeoprichter van het legendarische fotogenootschap Magnum, fotografeerde maar liefst vijf oorlogen. Zijn foto’s van de invasie tijdens D-Day (1944) zijn van zo dichtbij genomen dat het lijkt alsof je zelf aan het gevecht deelneemt.

Misschien wel zijn bekendste foto is gemaakt tijdens de Spaanse Burgeroorlog (1936-1939), de eerste oorlog die direct kon worden vastgelegd dankzij nieuwe, snellere camera’s. Een Spaanse, anarchistische soldaat is vastgelegd op het exacte moment dat hij wordt neergeschoten en achterover valt. Het werk is dankzij zijn directheid een waar icoon van de oorlogsfotografie geworden.

Dat het medium al lang niet altijd meer wordt vertrouwd als zijnde waarheidsgetrouwe documentatie, blijkt wel uit de beschuldigingen die tegen Capa zijn geuit: hij zou de soldaat hebben laten poseren op een moment dat er niet werd gevochten. Geënsceneerde foto of niet, het is duidelijk dat Capa de actie durfde op te zoeken. Uiteindelijk werd dit hem fataal; tijdens de Eerste Indochinese Oorlog (1946-1954) stapte hij op een landmijn terwijl hij zocht naar een mooie fotolocatie.

De bekendste foto van Robert Capa waarin hij de dood van een Spaanse soldaat vastlegt op het moment dat hij wordt neergeschoten tijdens de Spaanse Burgeroorlog
De bekendste foto van Robert Capa waarin hij de dood van een Spaanse soldaat vastlegt op het moment dat hij wordt neergeschoten tijdens de Spaanse Burgeroorlog.

Slapende soldaten

Sinds de tijd van Capa zijn er veelvuldig oorlogsfotografen geweest die hun leven waagden voor een sterke actiefoto. Dat zij op waarde worden geschat, blijkt onder meer uit het feit dat de World Press Photo veelvuldig aan een oorlogsfotograaf is toegekend. Zo ook aan Tim Hetherington (1970-2011), die in 2007 werd gelauwerd om zijn foto van een Amerikaanse soldaat in Afghanistan die na een lange dag duidelijk aangedaan zijn helm afzet. De afbeelding is typerend voor het werk van Hetherington: hij begaf zich vaak midden in de gevechten, maar was net zo geïnteresseerd in de levens van de soldaten, zijn camera richtend op alledaagse bezigheden in een onalledaagse omgeving.

De fotograaf legde bijvoorbeeld slapende en vriendschappelijk stoeiende soldaten vast. De menselijkheid hiervan brengt de oorlog misschien nog wel dichterbij dan dat actiefoto’s dat kunnen. Ook Hetherington werd slachtoffer van zijn emplooi: hij sneuvelde in 2011 terwijl hij verslag deed van de Burgeroorlog in Libië.

Twee stoeiende soldaten tijdens hun uitzending in Afghanistan, foto gemaakt door Tim Hetherington in 2008
Twee stoeiende soldaten tijdens hun uitzending in Afghanistan, foto gemaakt door Tim Hetherington in 2008 (foto: Tim Hetherington, Courtesy Yossi Milo Gallery, New York).

Pratende dode troepen

De films van Hetherington, waarin hij dergelijke situaties combineert met spannende gevechtsbeelden, hebben met hun intuïtieve montage een meer artistiek dan documentair karakter en sluiten daarmee aan bij diverse hedendaagse kunstenaars die de oorlog als onderwerp hebben genomen.

Jeff Wall (1946) maakte een fotomontage van Sovjetsoldaten die met elkaar praten nadat ze waren doodgeschoten. Het enorme kunstwerk met de titel Dead Troops Talk (A Vision After an Ambush of a Red Army Patrol near Moqor, Afghanistan, Winter 1986) komt uit 1992, een aantal jaar na het einde van de Afghaanse oorlog (1979-1989) die het verbeeldt. Hiermee lijkt Wall hernieuwde aandacht te vragen voor een vergeten conflict, maar hij heeft zelf beweerd dat het geen commentaar op de oorlog betreft. Het onderwerp gaf hem vooral de mogelijkheid om te spelen met de oorlogsbeelden die iedereen kent. De zorgvuldig geënsceneerde en bewerkte fotowerken van Wall vertellen stuk voor stuk een volledig verhaal dat grotendeels op zichzelf staat.

De fotomontage van Jeff Wall met de titel Dead Troops Talk
De fotomontage van Jeff Wall met de titel Dead Troops Talk (a vision after an ambush of a Red Army patrol, near Moqor, Afghanistan, winter 1986). Het lijkt net alsof deze gesneuvelde soldaten met elkaar praten (foto: GreynotGrey).

Grote invloed

Dit zijn slechts enkele voorbeelden van fotografen die de oorlog als onderwerp van hun werk hebben gekozen. Het beeld hiervan dat zij gezamenlijk creëren mag dan niet altijd kloppen, maar is wel van grote invloed gebleken op onze kennis van het onderwerp. De schrijver Ernst Jünger (1895-1998) vond oorlogsfotografie zelfs zo belangrijk dat hij in 1930 durfde te stellen: There is no war without photography.

Verder lezen en kijken

©Geschiedenisbeleven.nl, Auteur: Jorre Both, eindredactie: Daniëlle van Mourik, Foto’s: Wikimedia, Foam Amsterdam en GreynotGrey

Leestips