Lodewijk Napoleon (1778-1846) was niet alleen de eerste koning van Nederland, maar ook de eerste bewoner van het paleis op de Dam. In 1808 liet hij het Amsterdamse stadhuis, een openbaar gebouw vol verwijzingen naar de onafhankelijke Republiek, ombouwen tot privé paleis.
Door Mei Jet Broers
Sinds 1652 staat het gigantische, majestueuze gebouw dat als stadhuis en paleis heeft gediend op de Dam. Het door machtige muren omgeven hart van het gebouw, de burgerzaal, droeg dit uit. De in de vloer ingelegde kaarten van het westelijk en het noordelijk halfrond, een sterrenkaart en een beeld van Atlas lieten zien dat Amsterdam zich in het centrum van de wereld bevond. De zaal werd omringd door galerijen en de kantoren van het stadbestuur.
Het was een hele opgave voor Lodewijk en zijn architecten om het boegbeeld van de stad Amsterdam te transformeren tot een koninklijk woonpaleis.
Liever schrijver dan koning
In 1806 benoemde keizer Napoleon Bonaparte (1769-1821) zijn jongere broertje Lodewijk (1778-1864) tot koning van Nederland. Napoleon probeerde zijn gigantische rijk onder controle te houden door vrienden en familieleden aan te stellen als staatshoofden van de door hem veroverde gebieden.
Het Nederlandse volk stond niet te springen om een Franse vorst, maar zij verkozen Lodewijk boven inlijving bij het keizerrijk van Napoleon. Lodewijk zelf was ook niet erg ingenomen met zijn benoeming. Hij wilde liever schrijver worden.
Buste van Lodewijk Napoleon als koning van Holland door Pierre Cartellier, 1809. (Foto: Wikimedia/Ziko van Dijk)
Konijn van Holland
Eenmaal aangekomen in Nederland begon Lodewijk toch vol goede moed aan zijn nieuwe plichten. Hij leerde de Nederlandse taal, zij het niet helemaal perfect: beroemd is het voorval waarbij Lodewijk zich een keer ‘konijn van Olland’ in plaats van koning noemde.
Lodewijk deed wel zijn best om geliefd te raken als vorst. Hij reisde door het land om kennis te maken met zijn onderdanen en voerde allerlei hervormingen door. Al snel werd duidelijk dat Lodewijk niet handelde in het belang van het Franse keizerrijk, maar in het belang van het Nederlandse volk. Hij bezuinigde bijvoorbeeld op het leger ten gunste van het onderwijs en de volksgezondheid.
Van openbaar stadhuis naar woonpaleis
In 1808 besloot Lodewijk om tijdelijk zijn intrek te nemen in het stadhuis van Amsterdam tot er genoeg geld was om een nieuw paleis te bouwen. De architect Jacob van Campen (1596-1657) had het stadhuis in 1648 ontworpen en er een zeer monumentaal classicistisch gebouw van gemaakt.
Een enorme transformatie was nodig om het openbare toegankelijke stadhuis te veranderen in een ceremonieel woonpaleis. Allereerst moest het stadsbestuur verhuizen naar het Prinsenhof. Daarnaast moesten alle kantoren worden omgevormd tot salons en slaapkamers. Bovendien moest de 17e eeuwse symboliek die de macht van het burgerlijke stadsbestuur verbeeldde uit zicht verdwijnen. Deze niet-monarchistische symboliek paste natuurlijk niet bij een paleis voor een koning.
Het stadhuis op de Dam in Amsterdam in originele staat, geschilderd tussen 1665-1680 door Gerrit Adriaensz. Berckheyde. (foto: Wikimedia)
Bataafse beelden
In het stadhuis stonden bijvoorbeeld beeldhouwwerken van de kunstenaar Artus Quellinus (1609-1668) die verwezen naar aangelegenheden van het stadsbestuur, zoals de rechtspraak. Ook hingen er levensgrote schilderijen van de schilders Jacob Jordaens (1593-1678), Govaert Flinck (1615-1660) en Jan Lievens (1607-1674) over de Bataafse opstand. In de 17e eeuw werden de Bataven aangewezen als de roemruchte voorouders van de Hollanders en werd er een link gelegd tussen de Bataafse opstand en de opstand tegen Spanje.
Zo werd gerechtvaardigd dat de Nederlanders hun rechtmatige Spaanse vorst hadden afgezet en een republiek hadden gesticht in plaats van een monarchie. De beelden stonden dus symbool voor de vrijheid van de Hollanders en waren niet op hun plek in het paleis van de Franse overheerser.
De empirestijl
De inrichting van het paleis moest aansluiten bij de architectuur van het gebouw en allure geven aan het koningschap van Lodewijk. Lodewijk koos er daarom voor om zijn paleis in te richten in de empirestijl: een luxueuze keizerlijke interieurstijl, ontwikkeld aan het hof van Napoleon. Omdat de empirestijl berustte op klassieke kunst, correspondeerde het nieuwe interieur van Lodewijk goed met de classicistische bouwstijl van het gebouw.
Lodewijk liet de wanden van de vertrekken bekleden met kostbare stoffen en de kille marmeren vloeren bedekken met tapijten. De kosten voor de stoffering nam wel een derde van het totale budget in beslag. Ook schafte hij dure meubels aan in de empirestijl.
Om de Hollandse kunstnijverheid te stimuleren plaatste Lodewijk zijn bestellingen bij Nederlandse meubelmakers en stoffeerders. De combinatie van luxe materialen als zijde, marmer, brons en mahonie zorgden voor een ware transformatie van het vroegere kantoorinterieur.
Van links naar rechts: bed van Lodewijk Napoleon, pendule Napoleon als Julius Ceasar en Empire stoel uit de slaapkamer van de koning. (foto’s: Qiu Yang, Stichting Koninklijk Paleis Amsterdam)
Cellen worden wijnkelders
Lodewijks architecten hielden zich verder aan de oorspronkelijke indeling van het stadhuis. De burgerzaal en de grootste stadhuiskantoren werden staatsievertrekken en privévertrekken. De schepenzaal, waar rechters jarenlang recht hadden gesproken, transformeerde bijvoorbeeld in de troonzaal. Wegens gebrek aan ruimte op de bovenverdieping werden de zijgalerijen dichtgemetseld tot salons.
Lodewijk was natuurlijk niet van plan om in zijn nieuwe stulpje misdadigers te laten verblijven, dus liet hij de cellen veranderen in wijnkelders.
Ook voor de vierschaar, waar vroeger de doodvonnissen werden uitgesproken, bedachten Lodewijks architecten een nieuwe functie: het werd de hofkapel.
De Vierschaar van het paleis op de Dam, gefotografeerd in 1986. (foto: Gerard Dukker – Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed)
Voorkeur voor buitenhuis
Niet alleen het interieur werd aangepast, ook de buitenkant van het gebouw veranderde. Lodewijk liet een balkon toevoegen aan de voorkant van het paleis. Zo kon hij zich tonen aan zijn onderdanen. De middeleeuwse waag die voor het paleis stond, werd afgebroken zodat Lodewijk beter van zijn uitzicht kon genieten.
Lodewijk zou niet vaak verblijven in zijn nieuwe optrekje. Als Lodewijks aanwezigheid in Amsterdam niet nodig was, verbleef hij het liefst in zijn buitenhuis in Haarlem. Ook zijn vrouw Hortense de Beauharnais (1783-1837) verbleef uiteindelijk maar een maand in het paleis. Ze walgde van de stank van de Amsterdamse grachten en was niet tevreden met de, naar Franse maatstaven, eenvoudige inrichting van haar salons.
Hortense en Lodewijk waren niet uit liefde getrouwd. De architecten hadden haar vertrekken daarom zo ver mogelijk van Lodewijks kamers gerangschikt.
Troonsafstand
De conflicten tussen Lodewijk en zijn broer namen toe. Ook worstelde Lodewijk met problemen met zijn gezondheid en wilde Hortense van hem scheiden. Lodewijk deed uiteindelijk afstand van de troon in 1810. Nederland werd geannexeerd door Napoleon en het koninklijk paleis werd een keizerlijk paleis.
Nadat de Fransen zich hadden teruggetrokken uit Nederland gaf Amsterdam het paleis in bruikleen aan de Oranjes. De aanpassingen van Lodewijk werden in de loop der tijd merendeels teruggedraaid. De Oranjes schaften nieuwe meubels aan en lieten de muren en vloeren opnieuw bekleden volgens de nieuwste mode. Alleen het balkon herinnert ons nog aan de aanwezigheid van de Franse koning.
Koning Willem-Alexander, Prinses Beatrix en Koningin Maxima op het balkon van het Paleis op Dam, na de aankondiging dat Beatrix afstand van de troon heeft gedaan. (foto: Wikimedia / Floris Looijesteijn )
Verder lezen en kijken
- Meer artikelen over de 19e eeuw of de geschiedenis van Amsterdam op GeschiedenisBeleven.nl
- De tentoonstelling Lodewijk Napoleon en zijn paleis op de dam
- De gelijknamige catalogus: Lodewijk Napoleon en zijn paleis op de dam (2012) Eveline Koolhaas etc., Stichting koninklijk paleis op de dam.
©GeschiedenisBeleven.nl, auteur: Mei Jet Broers, eindredactie: Nienke Smit, beeldredactie: Anna Hoekstra, foto’s: Wikimedia Commons, Stichting Koninklijk Paleis Amsterdam.