Bij het woord piramide denk je waarschijnlijk al snel aan de Oudegyptische graftombes. En misschien ook nog wel aan de Aziatische en Mexicaanse tempelcomplexen. Maar wist je dat er ook in Zuid-Amerika talloze piramidevormige bouwwerken staan? Deze mysterieuze, soms onherkenbaar geërodeerde piramiden geven steeds meer geheimen prijs.
Door Corinna de Regt
De Egyptische piramiden, ooit gebouwd als graftombes voor machtige farao’s, waren in de Oudheid al beroemd. De piramide van Cheops werd zelfs beschouwd als één van de Zeven Wereldwonderen. Ook in Mesopotamië, Afrika, China en Noord- en Midden-Amerika kwamen piramidevormige structuren voor.
Een piramide is hier een schuin aflopend bouwwerk met driehoekige vlakken. Soms komen deze, net zoals bij een wiskundige piramide, samen aan de top als een punt – maar er kan ook een platform zijn. Waarschijnlijk gaf de stevige basis van de piramidevorm de beste mogelijkheid om hoog te bouwen.
Minder bekend is dat ook in Zuid-Amerika, met name in Peru, piramiden werden gebouwd. Hoe zagen deze piramiden er uit en wat was hun functie?
Monumentale architectuur
De vroege bewoners van het Andesgebied waren nomadische jagers, die zich steeds meer bezig hielden met visserij en landbouw. De tijd waarin zij leefden wordt door archeologen ook wel ‘prekeramisch’ genoemd, omdat er nog geen aardewerk werd geproduceerd. Rond 2500 v.Chr. bestonden er met name langs de kust en in het hooggebergte permanente nederzettingen met kleinschalige monumentale architectuur. Dit wijst erop dat de samenleving steeds formeler werd en dat een grotere mate van samenwerking plaatsvond op het gebied van religie en bestuur. Rond 2.000 v.Chr. waren deze monumenten, tempelpiramiden, enorm in omvang gegroeid.
Voorbeelden van grote tempelcomplexen uit die tijd zijn de archeologische sites La Galgada, Huaca Prieta, El Paraíso en Aspero. Het heilige vertrek in de grootste piramide van Aspero, de ‘Huaca de los Idolos’, bevatte offers in de vorm van manden, plantmateriaal, dierenvacht en beeldjes. Piramiden worden vaak ‘huaca’ genoemd, naar de Quechua term die refereert aan het heilige en bovennatuurlijke.
‘Huaca El Paraiso’ in Ventanilla, is een van de oudste pre-Inca-tempels in Peru. (foto:Wikimedia)
De piramiden
Het kwam regelmatig voor dat reeds bestaande piramiden werden verhoogd, waardoor een gelaagde structuur is ontstaan, waarbij elke laag een bepaalde tijdsperiode markeert. De kern van de bouwwerken wordt gevormd door gehouwen steen, die vervolgens is bekleed met ronde keien of met rechthoekig gehouwen stenen die in modderspecie geplaatst werden. Vaak werd de piramide tot slot bepleisterd. De toegang bestond uit een centrale trap, die net iets lager in de piramide verzonken lag, of er juist iets bovenuit stak.
Aan de kust waren de eerste piramiden rechthoekig, terwijl ze in het gebergte ronde hoeken en soms ook een ovale vorm hadden. Piramiden waren vrijstaand, maar vaker werden ze tegen een heuvel aan gebouwd. Markante bergtoppen zijn voor de Andesculturen erg belangrijk en worden als levende wezens (‘apu’) gezien. De piramide stond dan ook vaak symbool voor zo’n kenmerkende bergtop in het landschap.
Een van de zes piramiden van Caral in Peru. Ieder van de zes piramiden heeft een eigen stijl.
Een piramide kon uit één geheel zijn opgetrokken met een platform aan de top, of opgebouwd zijn uit treden en terrassen. Op de terrassen bevonden zich kleine compartimenten waar afgesloten, ceremoniële activiteiten plaatsvonden met besloten groepen. De centrale trap diende als een podium voor het uitvoeren van rituelen voor een groot publiek. Onder aan de piramide waren de compartimenten groter dan aan de top en er wordt dan ook vaak aangenomen dat er een verschil in hiërarchie bestond onder de gebruikers. Een aantal uitzonderingen daargelaten, bevinden zich altijd twee of meer piramiden bij ceremoniële centra. Er wordt daarom aangenomen dat bestuur en religie niet één geheel vormden, maar dat er verschillende organisaties waren met een eigen machtspositie.
Elke piramide uit de vroege, prekeramische periode is uniek. De zes piramiden van Caral bijvoorbeeld hebben allemaal een andere vorm, oriëntatie en afmeting. Dit zijn bewuste verschillen geweest die naar alle waarschijnlijkheid de functies van de gebouwen onderscheidden.
Ook was de manier waarop een piramide gebouwd werd afhankelijk van de cultuur die haar bouwde – voordat het rijk van de Inca’s gevormd werd, bestonden er veel verschillende groeperingen met kleine tot zeer grote invloedsgebieden. Iedere cultuur had een eigen architectuur, met onderscheidende symboliek en gebruiken. Soms zijn typische kenmerken van bepaalde stijlen nog te herkennen in latere fases.
Kenmerkende elementen in de architectuur
Een vaak voorkomend element bij de piramidecomplexen zijn ‘plazas hundidas’: diep uitgegraven, omrande pleinen. Via trappen aan weerszijde van het plein zijn deze te betreden. In het derde millennium v.Chr. kwamen ze in ronde vorm in het noorden van Peru voor. Na verloop van tijd vond een overgang plaats naar een rechte vorm. Soms staan de plazas hundidas los van de piramiden, maar ze werden er ook in verwerkt.
Tempel op de archeologische site Bandurria, in Peru. Deze tempel heeft een platform aan de top van de piramide, en een laag gelegen, cirkelvormig voorplein – een plaza hundida. (foto: Wikimedia)
De Kotosh-traditie, vernoemd naar de archeologische site waar deze zo duidelijk te herkennen is, wordt gekenmerkt door afzonderlijke, afgeschermde ruimtes waar zich een open haard bevond voor het brengen van offers. De archeologische site La Galgada heeft bijvoorbeeld veel Kotosh-kamers. Toen dit complex in latere tijden werd verhoogd, werden de kamers bovenop de piramide niet opgevuld maar overdekt en met verticale sleuven verbonden met de nieuwe top van de piramide. Vervolgens werden ze gebruikt als mausolea, die waarschijnlijk generaties lang toegankelijk waren.
De mummiebundels die er aangetroffen zijn, wijzen op een vorm van voorouderverering. Nog later werd een U-vormige constructie op de top van de piramide geplaatst. De U-vormen hebben een lange geschiedenis in het Andesgebied en keren ook in de latere Inca-architectuur nog vaak terug. De U-vorm wordt vaak in verband gebracht met irrigatie, wat zeer belangrijk was in de droge woestijngebieden aan de kust. De U-vormige monumenten keren als het ware hun rug naar de zee en richten zich met hun open armen op de bergen, die de bron vormen voor watervoorziening in de woestijn.
Latere periodes en het Inca-rijk
In latere periodes werden een aantal culturen steeds invloedrijker. Zij drukten allemaal hun eigen stempel op het gebruik en de architectuur van hun piramidevormige tempels. Veel ceremoniële centra bevonden zich aan de kust of in het hooggebergte; in die gebieden staan dan ook veel piramiden. Ook werden veel huacas gebouwd in kleinere nederzettingen, door lokale gemeenschappen. Een kenmerk van de piramiden in het hooggebergte is dat ze kleiner waren en over een groter gebied verspreid zijn dan de piramiden in de woestijn. De eerder genoemde U-vormige centra waren voornamelijk op bergtoppen gericht, maar nu werden ook bergtoppen zelf bebouwd. Hierbij werden grote terrasplateaus aangelegd. Grote friezen van adobe, een bouwmateriaal bestaande uit zand, water, klei en organische materialen, werden op de piramiden geplaatst en beschilderd.
Verschillende piramiden
Een bekend ceremonieel centrum is Chavín de Huántar. Archeologisch veldwerk heeft aangetoond dat er waterstromen door het plafond van de piramide werden geleid, wat een indrukwekkend geluidseffect in de tempel teweeg heeft moeten gebracht.
Van de Huaca de la Luna en de Huaca del Sol, piramiden van de Moche-cultuur, is tegenwoordig door erosie minder dan de helft overgebleven. De Huaca del Sol is het grootste adobe bouwwerk in de Nieuwe Wereld; de bouw ervan duurde vele generaties.
In Bolivia bevindt zich de Akapana-piramide van de Tiwanaku-cultuur. Hier zijn tientallen lichamen aangetroffen die geofferd lijken te zijn. In de Lambayeque-regio, waar zich de Sicán-cultuur bevond, is door plundering van grafrovers op zoek naar kostbare gouden voorwerpen een soort maanlandschap gevormd. De piramiden van Tucume zijn zo sterk geërodeerd, dat een opvallend heuvelachtig landschap is ontstaan, waarbij nauwelijks zichtbaar is dat de heuvels ooit piramiden waren.
Ten tijde van het Inca-rijk werden veel tempels gebouwd, genaamd ‘usnu’, die bouwkundige overeenkomsten vertonen met de piramiden. Er zijn aanwijzingen dat de usnu gebruikt werden voor astronomische observaties. Op het platform van de usnu bij Vilcashuamán is een troon aangetroffen voor een Inca-heerser.
Recente vondst
Onderzoek naar piramiden in Peru levert steeds meer informatie op over de functie van de bouwwerken. Zo is in 2010 een 1400 jaar oude Moche-piramide ontdekt die niet alleen gebruikt werd voor rituele doeleinden of begravingen, maar ook als woongebied. Het woongedeelte van het complex bood plaats aan meer dan 25 mensen en was voorzien van patios, een keuken, een ruimte voor het houden van cavia’s en grote vaten voor het opslaan van water en bier. Zo komen we steeds meer te weten over deze raadselachtige structuren in het landschap.
De piramides van Tucume in Peru, door sterke erosie veranderd in een idyllisch heuvellandschap. (foto: Wikimedia)
Verder lezen & kijken
- Meer artikelen over de geschiedenis van Zuid-Amerika op GeschiedenisBeleven.nl
- Lees ook het artikel De Maya kalender en het einde van de wereld
- Artikel over de vondst van de bijzondere Moche piramide in 2010.
- Waren de piramides in Peru paleizen? Een artikel over deze (controversiële) theorie.
- Mosely, Michael E., 2001: The Incas and Their Ancestors: The Archaeology of Peru
©GeschiedenisBeleven.nl, auteur: Corinna de Regt, eindredactie: Anna de Wit, beeldredactie: Anna de Wit, foto’s: Wikimedia