Süskind: geen verrader maar verzetsheld

Walter Süskind met zijn dochtertje Yvonne en een vriendinnetje op de Prinsengracht 51 in Amsterdam, na mei 1942. Collectie Herinneringscentrum Kamp Westerbork.

Tijdens de Tweede Wereldoorlog gold Walter Süskind in de ogen van velen als collaborateur. Intussen zag hij kans om – onder de neus van de bezetter – circa 600 Joodse kinderen en de nodige volwassenen in veiligheid te brengen.

Door Herman Hiemstra

De Hollandsche Schouwburg in Amsterdam was tussen augustus 1942 en november 1943 een verzamelpunt van waaruit Joden werden gedeporteerd. In afwachting van transport zijn volwassenen ondergebracht in de schouwburg zelf. Voor de kinderen is aan de overkant van de straat een crèche ingericht.

Walter Süskind is – namens de Joodse Raad – aangesteld als directeur van het complex. Hij is onder meer de baas van het joodse personeel, verantwoordelijk voor de dagelijkse gang van zaken in het gebouw en voor de planning van alle deportaties. Süskind is in 1906 in Duitsland (Lüdenscheid) geboren als kind van Nederlandse ouders. Hij spreekt vloeiend Duits, onmisbaar voor zijn werk in de schouwburg.

Geheim

Voor de oorlog maakte Süskind carrière bij een groot margarinebedrijf in Duitsland, tot hij in 1938 gedwongen ontslag moest nemen vanwege zijn Joodse afkomst. Hij week met zijn gezin en familie uit naar Nederland. Eerst werkte hij nog kort voor Unilever. Maar dat is vrij snel na de bezetting ook afgelopen. De familie Süskind verhuist bovendien gedwongen van Brabant naar Amsterdam. Een poging om naar de Verenigde Staten te emigreren strandt.

Vrij snel na zijn aanstelling in de Hollandsche Schouwburg begint Süskind in het diepste geheim aan plannen om joodse kinderen te laten onderduiken. Levensgevaarlijk, want op hulp aan joden staan strenge straffen. Onder andere verzetsman Joop Woortman en Henriëtte Pimentel, de directrice van de crèche, werken mee aan de onderduikplannen.

Groepsfoto van kinderen uit de crèche aan de Plantage Middenlaan, circa 1942. (foto: collectie Joods Historisch Museum)
Groepsfoto van kinderen uit de crèche aan de Plantage Middenlaan, circa 1942. (foto: collectie Joods Historisch Museum)

Dekmantel

Om zijn levensgevaarlijke plannen uit te kunnen voeren, papt Süskind aan met Ferdinand Aus der Fünten (1909-1989), uitvoerend hoofd van de Zentralstelle für jüdische Auswanderung (het Centraal Bureau voor Joodse Emigratie).

Holocaustoverlevende Ries van der Pol vertelde daarover: “Walter Süskind gedroeg zich alsof hij Aus der Fünten nog van vroeger kende uit Duitsland.” Zo bouwt Süskind krediet op en kan hij, redelijk onopgemerkt, rommelen met de administratie en kinderen en volwassenen ‘zoek’ maken in het systeem.

Süskind’s ogenschijnlijk vriendschappelijke relatie met Aus der Fünten en andere nazi’s is een perfecte dekmantel. Die is zelfs zo goed dat hij – ten onrechte – nadrukkelijk het etiket van collaborateur opgeplakt krijgt. Veel Joden beschouwen hem als een verrader van de Joodse zaak. Dat maakt zijn positie bij de Joodse gevangenen niet bepaald eenvoudiger.

Halte Plantage Middenlaan

Voor ontsnappingen uit de Hollandsche Schouwburg en uit de crèche komt hulp van buiten. Die hulp komt van de Naamloze Vennootschap – de verzetsgroep rond Joop Woortman – en de Amsterdamse Studentengroep, onder leiding van Piet Meerburg (1919-2010), het Utrechts Kindercomité en de Trouwgroep. Een ondergrondse groepering die ook betrokken is bij de gelijknamige illegale krant.

De leiders van de verzetsgroepen komen regelmatig langs bij Süskind. Van hem horen ze hoeveel kinderen uit de crèche gehaald kunnen worden. De verzetsgroepen regelen onderduikadressen.

Op de dag van de ontsnapping van een kind verschijnt er een studente aan de voordeur van de crèche. De Duitse bewaking staat aan de overkant vóór de Hollandse Schouwburg. Dat betekent geduldig wachten totdat er een tram stopt op de halte Plantage Middenlaan, precies tussen de beide gebouwen in. Er is dan precies genoeg tijd om het kind over te nemen en razendsnel te verdwijnen.

“Je deed het, maar later vraag je je af, hoe je het durfde te doen”, vertelde een koerierster, die heel veel kinderen in veiligheid bracht.

12.01.27.Walter Suskind - schouwburg en Walter
De Hollandse Schouwburg in november 1944 en een portretfoto Walter Süskind. (foto’s: Joods Historisch Museum)

Op het matje

In het voorjaar van 1943 ontstaat er een nieuwe ontsnappingsroute voor de kinderen. Twee huizen verderop naast de crèche is de Hervormde Kweekschool gevestigd. Achter het tussengelegen gebouw grenzen de beide tuinen aan elkaar. Er zit slechts een lage heg tussen en … de tuinen worden niet bewaakt!

De joodse verzorgsters brengen baby’s en kleine kinderen eenvoudig achterom naar de kweekschool. Met goedvinden van de schooldirecteur staan daar in een lokaal wiegjes en bedden klaar. Studenten kunnen de kinderen daar zonder op te vallen meenemen. Baby’s bijvoorbeeld worden vaak verborgen in een rugzak of grote boodschappentas.

Helemaal onopgemerkt blijven de verdwijningen niet. Een getuige vertelde:

“Herhaaldelijk werd Süskind door de Sicherheits Dienst op het matje geroepen, verdacht van medewerking aan de vluchtpogingen.”

Maar hij weet zich steeds vrij te pleiten. Zijn beheersing van de Duitse taal en omgangsvormen komen hem daarbij ongetwijfeld goed van pas.

Westerbork

Na de laatste grote razzia op 29 september 1943 is Amsterdam in Duits-ambtelijke zin ‘Judenfrei’. Officieel zijn er geen joden meer in Amsterdam. Zij die niet zijn opgepakt, zitten ondergedoken. Op 15 december 1943 worden ook Walter Süskind, zijn vrouw Johanna en hun vijfjarige dochtertje Yvonne naar Westerbork gedeporteerd.

Op 3 september 1944 gaat het gezin Süskind op transport ‘naar het oosten’ met de laatste trein die uit Westerbork vertrekt. Tot dit laatste transport behoren óók de acht onderduikers die een maand eerder door verraad in het Achterhuis zijn gearresteerd: de families Frank (vader, moeder, Margot, Anne), Van Daan (vader, moeder en Peter) en de heer Pfeffer.

Sobere notitie

Süskind komt – na een tussenstop in Theresienstadt – op 24 oktober 1944 aan in Auschwitz. Johanna en Yvonne worden vrijwel direct na aankomst vergast. Voor zover bekend, blijft Walter in het kamp. Het is niet duidelijk wanneer en op welke manier Süskind is overleden. In het Amsterdamse bevolkingsregister is slechts een sobere notitie terug te vinden: Süskind, Walter, gestorven op 28 februari 1945 in Midden-Europa.

De werkelijke rol van Walter Süskind werd pas ruim na de Tweede Wereldoorlog bekend. Zonder medeweten van de Joodse Raad heeft hij vele mensenlevens gered. De vermeende verrader bleek verzetsheld te zijn.

Plaquette onthuld ter nagedachtenis van Walter Suskind nieuwe houten brug over Nieuwe Herengracht te A'dam, Lammers met broer Suskind, 30 augustus 1972. (Foto: Nationaal Archief)
Plaquette onthuld ter nagedachtenis van Walter Suskind nieuwe houten brug over Nieuwe Herengracht te A’dam, Lammers met broer Suskind, 30 augustus 1972. (Foto: Nationaal Archief)

Verder lezen en kijken

  • Meer artikelen over de Holocaust en de Tweede Wereldoorlog op GeschiedenisBeleven.nl
  • Boek: Walter Süskind en de Hollandse Schouwburg, de geschiedenis van de redding van joodse kinderen 1942-1943 (1990), R.F. Roegholt en Hans Wiedeman,
  • Over Walter Süskind is in januari 2012 een film verschenen. Bekijk de trailer:

©GeschiedenisBeleven.nl, auteur: Herman Hiemstra, eindredactie: Margriet Pflug, beeldredactie: Joris Bruins, afbeeldingen: Joods Historisch Museum, Nationaal Archief.

Leestips