Van failliet land tot Nederland

Willem van Oranje, initiator van de Opstand. (foto: Wikimedia)

Het dreigende faillissement van Griekenland houdt de EU in zijn greep. Toch zijn eerder Europese landen failliet gegaan. Eind 16e eeuw ging het Spaanse Rijk, waar Nederland deel van uitmaakte, bankroet. Heeft Nederland zijn ontstaan te danken aan het Spaanse faillissement?

Door Arita Jol

De versimpelde versie van de Tachtigjarige Oorlog (1568-1648) is dat Nederland vocht voor onafhankelijkheid en godsdienstvrijheid. In werkelijkheid bestond Nederland nog helemaal niet en speelden machtsverhoudingen en financiële kwesties een grote rol.

De Opstand was aanvankelijk beperkt. Willem van Oranje (1533-1584) had grote moeite steden en gewesten aan de kant van de opstandelingen te krijgen.Ook de prins van Oranje zelf was niet uit op afsplitsing van het Spaanse Rijk. Maar muiterij onder de Spaanse troepen, die door diverse faillissementen van Spanje al jaren geen soldij meer hadden ontvangen, was koren op de molen. Gematigden werden in de richting van de opstandelingen gedreven.

Propaganda tegen de hertog van Alva (1506-1582) en zijn Tiende Penning deed de rest.

Imperial overstretch

De Habsburgse keizer Karel V (1500-1558) liet na zijn aftreden in 1555 zijn zoon Filips II (1527-1598) een enorm rijk na. Het omvatte niet alleen Spanje en Zuid-Amerika, maar ook de landen van Herwaarts Over, nu grofweg de Benelux. Maar Filips II erfde een verarmd rijk dat leed aan imperial overstretch: het bij elkaar houden van het gebied kostte meer dan het opbracht.

Geldverslindende oorlogen tegen aartsvijand Frankrijk en tegen de Osmaanse troepen die vanuit Turkije optrokken, werden met leningen bekostigd. De staatsschuld van het Rijk vertienvoudigde tussen 1552 en 1556. Tot de jaarlijkse rentelasten net zo hoog waren als de jaarlijkse inkomsten.

Op 10 juni 1557 kondigde Filips II een moratorium af. De koning was gedwongen zijn betalingen te staken: het eerste faillissement van Spanje. Het hele kredietsysteem stortte in. Nog maar een paar maanden eerder had het Spaanse gezag een lening van f 500.000 uitgeschreven. Deze zou na een jaar worden terugbetaald, maar dat werd door het Spaanse faillissement opgeschort. Veel kleine beleggers verloren hun in schuldbrieven geïnvesteerde spaargeld, waarvan de rente door de oorlogen flink was opgelopen.

Een jaar daarop, in 1558, ging ook Frankrijk failliet. De internationale handel had zwaar te lijden, vooral de Antwerpse bankensector werd zwaar getroffen. Tegen deze achtergrond begon de Tachtigjarige oorlog, tegenwoordig aangeduid als de Opstand.

Fernando Álvarez de Toledo, de Hertog van Alva
Fernando Álvarez de Toledo, de Hertog van Alva. (foto: Wikimedia)

Liever Turks dan Paaps

Na het uitbreken van de Opstand stuurde het Spaanse gezag Fernando Álvarez de Toledo, de Hertog van Alva naar de Nederlandse gewesten. Zijn opdracht was niet alleen om op Godsdienstig gebied – na de Beeldenstorm – orde op zaken te brengen, hij had ook een financiële opdracht.

Filips II vond dat de verdediging van het gebied door de gewesten zelf moest worden opgebracht. De lokale heersers voelden zich gepasseerd door de komst van de IJzeren Hertog. Zij legden de fiscale voorstellen van Alva heel anders uit: Filips II had teveel geld uitgegeven aan oorlogen waar de gewesten geen voordeel bij hadden.

Waarom moesten zij betalen voor oorlog tegen de Osmanen? Liever Turks dan Paaps werd de strijdkreet!

De voorstellen van Alva waren ingrijpend. Als de landheer geld nodig had vroeg hij de Staten om een bede. Natuurlijk dwongen de Staten dan altijd wel een tegenprestatie af in de vorm van invloed of vrijstelling. Edelen en geestelijken betaalden meestal geen belasting. Die moest opgebracht worden door de derde stand, de boeren en stedelingen.

Met de Tiende Penning van Alva zou een directe belasting worden ingevoerd van 10 procent op roerende zaken. Een omzetbelasting die door iedereen betaald moest worden.

Een gelijkheidsbeginsel waar wij de redelijkheid wel van inzien. Zo niet de edelen in de gewesten. Zij liepen te hoop tegen deze belasting, die volgens hen de handel sterk zou benadelen. De Staten en Alva debatteerden oeverloos over het al dan niet invoeren van de Tiende Penning.

Alva raakte hierdoor steeds verder in geldnood en op fondsen uit Spanje hoefde hij niet te rekenen. Hij had de opbrengsten van de Tiende Penning nodig om de troepen uit te betalen. Door het getreuzel van de Staten liep het achterstallig soldij steeds hoger op.

Van muiterij tot onafhankelijkheidsstrijd

In september 1575 riep Spanje opnieuw zijn staatsbankroet uit. Met dit nieuwe faillissement van hun werkgever was duidelijk dat de huurlingen nog langer moesten wachten op hun geld. Ontevreden troepen zonnen op andere manieren om hun soldij binnen te halen. De Spaanse officier Sancho d’Avila (1523-1583), commandant van de citadel van Antwerpen, beraamde een plan om de rijke stad te plunderen.

Op 4 november 1576 trokken circa 6.000 muiters vanuit hun legerkampen richting de stad. Burgers probeerden met geïmproviseerde noodschansen tevergeefs de troepen tegen te houden. De muitende troepen kregen versterking van legeronderdelen uit andere steden, zoals Breda en Maastricht. De burgers kregen hulp van Duitse troepen, maar dat verhinderde niet dat huizen werden geplunderd, mannen gedood en vrouwen verkracht.

De Grote Markt in Antwerpen tijdens de Spaanse Furie in 1576. (foto: Wikimedia)
De Grote Markt in Antwerpen tijdens de Spaanse Furie in 1576. (foto: Wikimedia)

Anti-Spaanse stemming

De muiterij, die de naam Spaanse Furie kreeg, duurde vier dagen. Er vielen duizenden doden, schattingen lopen op tot 7.000. Het stadhuis, symbool van de stad, werd door brand verwoest. De gewelddadigheden schokten de inwoners van de Nederlanden. Veel burgers uit de Zuidelijke Nederlanden vluchtten naar aanleiding van de Spaanse Furie naar het noorden.

Door het geweld was er een sterke anti-Spaanse stemming ontstaan en groeide de bereidheid om aan te sluiten bij de Geuzen.

Direct gevolg van het geweld was de Pacificatie van Gent van 8 november 1576. De Staten van Holland, Zeeland, Brabant, Vlaanderen en enkele andere gewesten sloegen de handen ineen. Samen eisten zij het vertrek van de troepen en stelden Willem van Oranje aan als hun stadhouder.

De landen van Herwaarts Over, die zich aanvankelijk alleen verzetten tegen een aantal draconische maatregelen van hun landheer, waren verzeild geraakt in hun eigen onafhankelijkheidsstrijd.

De officiële ratificatie van de pacificatie van Gent. (foto: Nationaal Archief)
De officiële ratificatie van de pacificatie van Gent. (foto: Nationaal Archief)

Verder kijken en lezen


©GeschiedenisBeleven.nl, auteur: Arita Jol, eindredactie: Bas de Rue, beeldredactie: Anna Hoekstra, foto’s: Wikimedia Commons.

Leestips