Vrouwen der fabriek, staakt het werk!

Vrouwen verlaten de aardewerkfabriek Sphinx in Maastricht in 1950 (foto: Geheugen van Nederland / Dolf Kruger)

Ellenlange werkdagen, slechte hygiëne, kinderarbeid en lage lonen. In deze omstandigheden werkten eind 19e eeuw duizenden fabrieksarbeiders in de Maastrichtse glas- en aardewerkindustrie. Geregeld vonden er stakingen plaats. Veel daarvan werden door vrouwen geleid.

Door Suzanne Reuvers

Wie in de Boschstraat in Maastricht loopt, kan het grote fabriekscomplex van de Sphinx niet missen. Meer dan 170 jaar lang werd er aardewerk geproduceerd in de binnenstad. Tegenwoordig staat de fabriek al jaren leeg en dient het enkel als plaats van herinnering. Een eeuw geleden echter was deze plek het kloppend hart van het centrum.

Grootste werkgever van Nederland

Petrus Dominicus Laurentius Regout (1801-1878) was van oorsprong handelaar in glas- en aardewerk. Hij richtte verschillende fabrieken op, waaronder een spijkerfabriek, een glas- en kristalblazerij, een aardewerkfabriek, een geweer- en een gasfabriek. De aardewerkfabriek, opgericht in 1836, was de grootste en belangrijkste.

Er was in Nederland in die tijd geen enkele ondernemer die zo’n groot industrieel imperium had opgebouwd als Regout. Omstreeks 1860 waren er maar liefst 2000 werknemers in dienst. Het bedrijvencomplex aan de Boschstraat telde bijna 60 fabrieksgebouwen van soms wel vier of vijf verdiepingen hoog. Hiermee was de grootindustrieel veruit de grootste werkgever van Nederland.

Van ’s ochtends vroeg tot ’s avonds laat

De economische situatie halverwege de 19e eeuw in Maastricht was niet best. De stad kampte met het hoogste percentage bedeelden van Nederland. De werkeloze massa leunde vooral op de liefdadigheid van het Burgerlijk Armbestuur en particuliere instellingen. Met de komst van de nieuwe fabrieken werden massa’s arme en ongeschoolde arbeidskrachten aangenomen.

13.05.08.Vrouwenstaking Sphinx - terrein
Gedeelte van het Sphinxterrein. Op de afbeelding zien we de Bassin en Boschstraat in Maastricht rond 1865. Hier waren voornamelijk de glas- en aardewerkfabrieken gevestigd (foto: Wikimedia)

Niet alleen mannen, maarook (gehuwde) vrouwen en kinderen werkten van ‘s ochtends vroeg tot ’s avonds laat in de stoffige fabrieken. Deze families woonden, door het grote huisvestingtekort, in te krappe woonruimten waar weinig licht en ventilatie was. Grote vochtigheid, besmet drinkwater door een tekort aan stadspompen, slechte hygiëne en terugkerende epidemieën als cholera waren aan de orde van de dag. De sterftecijfers van Maastricht eind 19e eeuw toonden geregeld uitschieters.

De eerste grote glasblazerstaking

Rond 1880 veranderde het bestuur van de fabrieken van Regout. Zijn zonen Petrus II, Louis, Edouard en Eugène namen de scepter over. De situatie werd er voor de werknemers niet beter op. Vooral in de Céramiquefabriek was het onrustig. Personeel werd ontslagen. Er werden nieuwe arbeidskrachten gezocht die harder werkten, voor minder geld. Werkeloosheid en armoede namen toe.

Niet gauw daarna volgde de eerste grote glasblazersstaking in 1886, gevolgd door meerdere stakingen. Opvallend was het aandeel van de fabrieksvrouwen. Van de in totaal 33 stakingen die plaatsvonden tussen 1880 en 1920 waren er 14 waaraan vrouwen meededen. Soms in combinatie met mannelijke arbeiders en soms waren het zelfs alleen de fabrieksvrouwen die de staking leidden.

Rond 1910 verlaten, na een dag hard werken, zowel de vrouwen als mannen de fabriek van Sphinx aan de Boschstraat in Maastricht (foto: mestreechonline.nl)
Rond 1910 verlaten, na een dag hard werken, zowel de vrouwen als mannen de fabriek van Sphinx aan de Boschstraat in Maastricht (foto: mestreechonline.nl)

Het ‘moordhol’

De arbeidsomstandigheden van de vrouwenwaren niet best. Ze werkten voornamelijk in de ovenploegen en plaatsten ongebakken voorwerpen in de cassetten om ze tegen beschadiging te beschermen. De gevulde cassetten wogen maar liefst 30 kilo en moesten door de vrouwen naar de ovens gedragen worden, waar ze door hun mannelijke collega’s werden overgenomen.

Voor dit zware werk verdienden de vrouwen rond 1886 gemiddeld 0,84 cent per dag.

De aardewerkfabriek van Petrus Regout & zonen werd in die tijd ook wel het ‘moordhol’ genoemd. Het zware werk in de ovens voor weinig loon, de zwangere vrouwen die vaker een miskraam hadden of een dood kind baarden en de ziektes zoals tuberculose en tering als gevolg van de giftige stoffen die men inademde, waren voldoende redenen voor de vrouwen om te gaan staken.

‘Verzet tegen teugelloze uitzuigerij’

De eerste en grootste staking van vrouwen was op 20 september 1895. 80 vrouwen legden het werk neer en eisten dat ze hun oude loon zouden behouden. In De Volkstribuun, het socialistische blad van de Sociaal-Democratische Bond (SDB) opgericht door Willem Vliegen en Gerard Pieters, werd de staking uitgebreid beschreven.

Pieters zag deze staking als een grote gebeurtenis in Maastricht en achtte de rol van de fabrieksvrouwen van grote betekenis:

‘Intusschen is de daad dezer vrouwen een gebeurtenis. Het zal als een geschiedkundig feit geboekstaafd worden dat het eerste sein tot verzet tegen teugelloze uitzuigerij hier is gegeven door vrouwen, en een tweede merkwaardige feit ligt in het verzet zelf.’

De staking, ook al was hij mislukt, zou uiteindelijk vruchten dragen omdat ze een les was voor allen, zo stelde hij.

‘Voor de vrouwen voelen wij sympathie omdat zij het zijn die de kat de bel hebben aangebonden.’

Vrouwenorganisaties

De jaren daarop werden gevolgd door verschillende stakingen in de Maastrichtse aardewerkindustrie. Een aantal vrouwen sloot zich aan bij vakverenigingen en vrouwenorganisaties voor betere arbeidsvoorwaarden. In de loop van 1908 en begin 1909 werd er in Maastricht een sociaaldemocratische vrouwenpropagandaclub (M.V.P.C.) opgericht. Zij organiseerde geregeld vergaderingen en bijeenkomsten. Een geheel nieuwe ontwikkeling voor die tijd.

Eisen

In alle stakingen van de fabrieksarbeiders kwamen telkens deze eisen terug: uitbetaling van hun ingehouden loon én loonsverhoging, de afschaffing of herziening van het premiestelsel omdat dit willekeur in de hand werkte en er geen controle was, én verbetering van de slechte arbeidsomstandigheden.

In de meeste gevallen gooiden de arbeidersvrouwen gezamenlijk het werk neer en gingen ze buiten de fabriek wachten totdat hun eisen werden ingewilligd of zelfs naar huis. Maar een enkele keer ging het er harder aan toe en moest de politie de vrouwen hardhandig verwijderen van het terrein.

Het handmatig rondbranden van het glaswerk in de kristalfabriek van Sphinx. De 'plaat' voor de ogen van de arbeidster is de voorloper van de hedendaagse laskap (foto: Nationaal Archief)
Het handmatig rondbranden van het glaswerk in de kristalfabriek van Sphinx. De ‘plaat’ voor de ogen van de arbeidster is de voorloper van de hedendaagse laskap (foto: Nationaal Archief)

Heft in eigen handen

Arbeidersvrouwen in de Maastrichtse aardewerkindustrie namen eind negentiende, begin twintigste eeuw het heft dus in eigen handen. Ze leverden een aanzienlijke bijdrage aan de strijd voor betere arbeidsomstandigheden in de fabrieken. Zo beten zij het spits af in de reeks van stakingen tegen De Sphinx en Céramique.

Het ontbrak deze vrouwen niet aan moed en daadkracht, want ze moesten het opnemen tegen de grote machtige kapitaalhebber, waar zij financieel afhankelijk van waren.

Verder lezen en kijken

  • Lees meer over het leven van Petrus Regout op Kennislink
  • Lees meer over Maastricht als vroege industriestad
  • Fabricage van verschillen. Mannenwerk, vrouwenwerk in de Nederlandse industrie (1850-1940), G. de Groot (Aksant /Amsterdam 2001)
  • Vader, Raadgever en Beschermer: Petrus Regout en zijn arbeiders 1834-1870, A. van Iterson (Maastricht 1992)
  • Een eeuw modern kapitalisme van de Regouts: leed en strijd van Maastrichts proletariaat, M. Ubachs (Nijmegen 1934; 1976)

©GeschiedenisBeleven.nl, auteur: Suzanne Reuvers, eindredactie: Lenie Hanse-Bolle, beeldredactie: Marjolein van der Vlies, foto’s: Wikimedia en het Nationaal Archief

Leestips