Van zijn vader erfde koning Willem III in 1849 een uitgekleed koningschap. De politieke ruimte die hem – in een tijd van groeiend politiek-maatschappelijk bewustzijn – nog wel restte, wist hij door zijn grillige karakter vaak niet goed te benutten.
Door: Helm Horsten
Samen met Johan Rudolph Thorbecke (1798-1872) was koning Willem II (1792-1849) in 1848 verantwoordelijk voor de totstandkoming van een rigoureuze wijziging van de Nederlandse grondwet. De macht van de koning werd danig ingeperkt; voortaan waren de ministers verantwoordelijk en was de koning onschendbaar.
Een Rots
De grondwetswijziging was voor de kroonprins reden om stevig van leer te trekken tegen zijn vader en hem mee te delen dat hij wilde afzien van zijn rechten op de troon. Zijn vader stelde echter dat het om een goddelijke roeping ging die de troonopvolger niet kon weigeren. Bovendien zouden de gevolgen voor heel Europa niet te overzien zijn.
De kroonprins hield voet bij stuk en toen hij tijdens een diner ter gelegenheid van zijn vaders verjaardag de kans niet kreeg om zijn ongenoegen in het openbaar te uiten, sprak hij de woorden: “Ik ben een Rots, ik ben een Rots, – een Rots.”
Later verzoende Willem zich toch met zijn vader. Kort daarop nam hij de boot naar Engeland.
Willem II stierf vlak na de invoering van de grondwetswijziging, op 17 maart 1849. Zijn zoon was daarmee automatisch de nieuwe koning, ook al bereikte het bericht over het overlijden van zijn vader hem pas dagen later in Engeland. Hij werd op 12 mei als koning Willem III ingehuldigd in de Nieuwe Kerk in Amsterdam. Hij zwoer hierbij dat hij de grondwet steeds zou onderhouden en handhaven.
Ultieme tegenpool
Willem was als kind al een fervent jager en werd op jeugdige leeftijd reeds ingevoerd in de eerste beginselen van oorlogsvoering. Beide fascinaties zou hij nooit kwijtraken. Zijn mentor Thierry Juste baron de Constant Rebecque de Villars (1786-1867) vond Willem en zijn broers Alexander (1818-1848) en Hendrik (1820-1879) vaak ongehoorzaam, onbeleefd en arrogant. Hij noemde Willem de lastigste van de drie.
In 1839 trad Willem in het huwelijk met Sophie van Wurtemberg (1818-1877), zijn ultieme tegenpool. Zij was een intellectuele vrouw met liberale ideeën en uiterst fijngevoelig, terwijl hij zeer conservatief en autoritair was en erg bot in de omgang kon zijn. Het huwelijk werd dan ook geen succes. In 1855 scheidden ze van tafel en bed.
Koning Willem III en koningin Sophie kregen drie zonen: prins Maurits, prins Alexander (rechts) en prins Willem, roepnaam Wiwill (rechts).
Onvoldoende gekend
Willem III bemoeide zich intensief met het formatieproces van het liberale eerste ministerie-Thorbecke dat in 1849 aantrad. Het was nog erg zoeken naar een nieuwe modus, zowel van de kant van de ministers als van de kant van de koning.
Een eerste ontmoeting tussen de koning en de nieuwe minister van Marine, Lucas, gaf de laatste het gevoel zo onheus door de vorst bejegend te zijn dat hij meteen ontslag wilde nemen. Toen Thorbecke hem erop wees dat het kabinet als eenheid moest optreden en dat in zo’n geval alle ministers zouden moeten opstappen, bleef hij toch maar aan.
Vaak voelde de koning zich onvoldoende gekend in voornemens van de regering en ontstak hij daarover in woede. Als de ministers daar tegenin gingen, besefte de koning uiteindelijk dat hij te ver was gegaan en bond hij in. Zo kregen de ministers bijna altijd hun zin.
Lastige ministers
Tijdens zijn koningschap overwoog Willem meermalen om afstand te doen van de troon ten gunste van zijn zoon en vervolgens naar het buitenland te vertrekken. Hij wilde zich niet neerleggen bij het constitutionele keurslijf van 1848 en deed zijn best om zoveel mogelijk te regeren alsof er niets veranderd was. In zijn protest tegen de nieuwe grondwet stond Willem echter praktisch alleen. Ook de conservatieven deden, op het moment dat zij aan de macht kwamen, geen enkele serieuze poging om de klok weer terug te draaien.
Nadat in Nederland in 1853 na eeuwen afwezigheid weer een katholieke bisschoppelijke kerkstructuur werd geïntroduceerd, volgde een golf van verontwaardiging bij het protestantse volksdeel. Het kabinet hield zich, verwijzend naar de scheiding tussen kerk en staat, afzijdig in deze discussie. Toen een afvaardiging van de fanatieke protestantse Aprilbeweging aan Willem een petitie kwam aanbieden, viel die in zijn reactie zowel zijn ministers als de grondwet af. Daarop trad het ministerie-Thorbecke af.
Was de reactie van de koning een blijk van ’s mans antipapisme of eerder een handige manier om van zijn lastige ministers af te komen?
Ongeschreven vertrouwensregel
Naast koning van Nederland was Willem net als zijn vader en grootvader ook groothertog van Luxemburg. Daar lukte het hem in 1856 wel om de liberale grondwet deels terug te draaien.
In de jaren 1860 benaderde de Franse keizer Napoleon III (1808-1873) Willem met het verzoek om Luxemburg te mogen kopen als buffer tegen het militante Pruisen. Dat zou echter door Pruisen gezien worden als een casus belli en de deal ging dan ook niet door. De handelwijze van de Nederlandse regering had hierbij volgens het parlement de Nederlandse neutraliteit in gevaar gebracht. Gevolg was dat de begroting van het ministerie van Buitenlandse Zaken in 1867 om ‘niet-budgettaire redenen’ werd verworpen.
De koning koos er vervolgens echter niet voor om zijn conservatieve ministers te ontslaan, maar om de Tweede Kamer te ontbinden. In de nieuwe samenstelling bekritiseerde de Kamer de ontbinding van het parlement en verwierp zij de begroting opnieuw, waarna het kabinet alsnog viel. Resultaat: een nieuwe, ongeschreven vertrouwensregel die inhoudt dat sindsdien ministers alleen mogen aanblijven bij steun van de meerderheid van de Tweede Kamer. De politieke rol van de koning was daarmee verder gereduceerd.
Koning Gorilla
Doordat Willem bij overstromingen in het rivierenland in 1855 en 1861 persoonlijk poolshoogte kwam nemen, kon hij tijdelijk rekenen op een grote populariteit. Hij regelde tenten, kleding en eten voor de getroffenen.
In latere jaren nam zijn populariteit bij veel groepen stevig af. In het openbaar gedroeg hij zich vaak weinig koninklijk en voor de socialisten werd hij de kop van Jut voor alles wat er mis was in het snel industrialiserende land. Berucht was de anonieme publicatie Uit het leven van Koning Gorilla waarin de vorst en het Oranjegeslacht stevig aangevallen werden.
Toch was het beeld van Willem tot lang na zijn dood niet echt negatief. Dat veranderende sterk vanaf de jaren ’60 toen men duidelijk kritischer ging kijken naar gezag in het algemeen en dus ook naar het koningshuis.
Emma van Waldeck-Pyrmont met haar dochter Wilhelmina in rouw (1890). (foto: Wikimedia)
Redding dynastie
Geen van de kinderen uit Willems eerste huwelijk overleefden hem. Met de losgeslagen kroonprins Willem (‘Wiwill’) (1840-1879) had Willem III de laatste jaren van zijn leven een slechte band gehad en ook voor zijn andere zoon Alexander (1851-1884) koesterde hij geen warme gevoelens.
Na het overlijden van Sophie in 1877 trad de koning opnieuw in het huwelijk, ditmaal met de meer dan veertig jaar jongere Emma van Waldeck-Pyrmont (1858-1934). Uit dat huwelijk werd Wilhelmina (1880-1962) geboren, die door velen werd gezien als de redding van de Oranjedynastie. Zij was de eerste van een reeks koninginnen op de troon, voordat in 2013 Willem-Alexander (1967) het stokje van zijn moeder overnam.
Verder kijken & lezen
* Lees de recensie over het boek Koning Willem III, 1817 – 1890
+In het kader van de viering van 200 jaar Oranjemonarchie verschenen eind 2013 biografieën over de koningen Willem I, Willem II en Willem III. Dik van der Meulen schreef Koning Willem III, 1817 – 1890.
Willem III heeft van de drie 19e-eeuwse Nederlandse koningen waarschijnlijk de slechtste pers. Hij wordt vaak beschreven als een bullebak en een schuinsmarcheerder. Opvliegend en autoritair van karakter, in potentie gewelddadig, kinderlijk en arrogant. En een koning die zich maar niet wist neer te leggen bij een nieuwe tijd waarin de rol van de monarchie was ingeperkt door de grondwet van 1848.
Niet iemand in wiens voetsporen je graag zou willen treden, zou je denken. Geen wonder dan ook dat Willem-Alexander niet koos voor de naam Willem IV maar als koning zijn eigen naam is blijven gebruiken. Toch kon Willem III ook uiterst hartelijk en voorkomend zijn, zo laat Van der Meulen zien, en bleef hij lange tijd populair bij grote delen van de bevolking.
Van der Meulen verklaart Willems karakterontwikkeling deels vanuit het type vrije opvoeding, waarvoor zijn vader Willem II had gekozen. Die opvoeding was geënt op de ideeën van Jean-Jacques Rousseau (1712-1778), met veel buitenlucht en natuur, eenvoudig eten, geen verwennerij en geen extra aandacht als het prinsje eens viel. Zijn ouders hadden alleen de grote lijnen van de opvoeding uitgezet en lieten de dagelijkse invulling over aan minnen, hofdames en gouverneurs. Die werden geacht vooral niet te streng voor hem te zijn, want de prins moest leren om bovenal onderdanig te zijn aan de wetten van de natuur.
Van der Meulens biografie van Willem III geeft een evenwichtig beeld van een zeer onevenwichtige man. Hij laat Willem III zien met al zijn grillen. Iemand die gezien zijn positie niet kon worden weggestuurd en uiteindelijk maar liefst 41 jaar op de troon zou zitten.
Toch neemt Van der Meulen ook ruimte voor de nodige nuancering. Zo was Willems grootste criticaster, zijn vrouw Sophie, immers zijn volslagen tegenbeeld en was zijzelf ook niet een baken van stabiliteit. Daarnaast stond Willem als jonge, onervaren koning tegenover een van de grootste staatsmannen uit de Nederlandse geschiedenis, in een periode waarin allerminst zeker was hoe de nieuwe staatsrechtelijke verhoudingen precies zouden komen te liggen.
De vraag blijft of een ander daar beter tegen opgewassen was geweest. Van der Meulen eindigt zijn biografie dan ook met de opmerking: “Willems voornaamste staatkundige verdienste was de eerste Nederlandse koning te zijn in een land dat door anderen werd bestuurd.”
- Meer artikelen over de geschiedenis van het Nederlands koningshuis op GeschiedenisBeleven.nl
- Lees ook de artikelen Willem I: de comeback van een Oranjevorst en Willem II: op zoek naar de gunst van het volk
- Kom meer te weten over de geschiedenis van de koninklijke familie in de Encyclopedie van het Koninklijk Huis (2005), F.J.J. Tebbe et al., Winkler Prins.
©GeschiedenisBeleven.nl, auteur: Helm Horsten, eindredactie: Linda Moerman, foto’s: Wikimedia