Als je vroeger iets wilde weten over een bekende Nederlandse vrouw, dan was je aangewezen op oubollige naslagwerken. Nu is er het Digitaal Vrouwenlexicon van Nederland. En binnenkort ook het boek 1001 vrouwen uit de Nederlandse geschiedenis. Wat ging er allemaal aan deze uitgave vooraf?
Door Verena Demoed
Het Digitaal Vrouwenlexicon van Nederland (DVN) is een verzameling korte levensbeschrijvingen op internet. Je vindt er alle informatie over de opmerkelijkste vrouwen uit Nederland en de voormalige koloniën. Tegelijkertijd triggert het je historische kennis. Geruisloos komt in elke biografie wel een hoogte- of dieptepunt uit de vaderlandse geschiedenis voorbij. Drijvende kracht achter het Vrouwenlexicon is historica Els Kloek (1952).
Vrouw is ‘de ander’
Kloeks verzameling biografieën begint in de vroege middeleeuwen. Nu het einde van het project in zicht komt, worden ook de laat 19e- en 20e-eeuwse vrouwenlevens geschreven. Deze beschrijvingen blijken een eyeopener: sinds de middeleeuwen is er niets veranderd.
Kloek zegt daarover: “Voor 1850 weet je: oké, vrouwen kregen weinig kansen. Maar in de 20e eeuw liepen ze nog steeds tegen allerlei muren op. Het werd vrouwen zo moeilijk gemaakt! Dan besef je ineens hoe diep het allemaal zit. De vrouw is nog altijd ‘de ander’. Met het Vrouwenlexicon heb ik dat willen doorbreken. In een biografie zie je de vrouw namelijk niet als ‘de ander’, maar is ze de centrale figuur.”
Toen Kloek startte met het DVN, was er bijna niets te vinden over beroemde Nederlandse vrouwen. Je kon alleen terecht bij nogal gedateerde, eind 19e-eeuwse of begin 20e-eeuwse biografische naslagwerken. Daarin zijn relatief weinig vrouwen te vinden, slechts 2 tot 4 procent. Hun levensbeschrijvingen zitten vaak verstopt in de biografie van vaders of echtgenoten. Als ze al een eigen biografie krijgen, dan is die vaak onvolledig of onjuist.
“Dat vinden wij seksistisch”
Bovendien zijn de teksten naar moderne maatstaven behoorlijk seksistisch. Dat merkte Kloek vooral in de middeleeuwse vrouwenlevens: “Als zo’n adellijke dame een eigen zegel voerde, dan maakten ze daar meteen van: ‘Nou, ze weet wel haar mannetje te staan.’ Ook werden invloedrijke vrouwen heel snel van machtswellust beschuldigd. In een biografie van een man zul je dat niet zo gauw tegenkomen. Dat soort dingen vinden wij seksistisch. In onze bio’s hebben we zulke vooroordelen eruit geredigeerd.’
Angry young woman
Het DVN rust op drie pijlers van Kloeks wetenschappelijke carrière. De eerste is haar interesse voor vrouwengeschiedenis. Kloek: “In de jaren ’70 kwam ik als angry young woman in de vrouwenbeweging terecht. Ik maakte me sterk voor vrouwengeschiedenis. Ik vond dat ook vrouwen een plaats in de geschiedenisboeken verdienden.”
Als tweede pijler noemt zij haar project Bloemen der natie, een Nederlandse geschiedenis met vrouwen in de hoofdrol. “Ik kwam op dat idee toen ik een stuk moest schrijven over vrouwenarbeid”, licht Kloek toe. “Dat was voor de catalogus bij de tentoonstelling over de Haarlemse schilderes Judith Leyster (1609-1660). Zij stak met kop en schouders uit boven al die anonieme spinsters, weefsters en nopsters die ik jarenlang onderzocht had. Toen wist ik dat ik aan de slag moest met individuele vrouwen. Ik moest méér vrouwen van vlees en bloed vinden. Dat is het begin geweest van de verzamelwoede.”
Alles viel op z’n plaats toen Kloek gevraagd werd voor een digitaliseringsproject. “Ik ben altijd in voor nieuwe dingen. Daarom vroegen ze mij in 1998 voor een van de allereerste digitaliseringsprojecten in het onderwijs: De wereld van Peter Stuyvesant. Ik zag direct mogelijkheden om ICT voor m’n eigen ding te gebruiken.”
Simpele en onbevooroordeelde selectie
Het lijkt een lastige keuze welke vrouwen je wel of niet opneemt. Maar Kloek houdt de selectie graag simpel en onbevooroordeeld: Is de vrouw van belang geweest voor de geschiedenis van Nederland of de voormalige koloniën? Is er iemand die meer dan 250 woorden over haar kan schrijven? Als deze vragen met ‘ja’ beantwoord kunnen worden, dan komt ze erin.
1001 vrouwen van Nederland: Kenau, Neel Doff en Audrey Hepburn. (foto’s: 1001-vrouwen.nl)
Geen tweederangsdichteresje
Een van de grootste verrassingen voor Kloek was Marie du Moulin (voor 1622-1699). “We wisten niets van haar. We hadden haar steeds verder voor ons uit geschoven. Daar had je weer zo’n tweederangsdichteresje met een eenregelig biografietje. Maar toen ik eenmaal aan het speuren was, vond ik meer en meer.”
Wat maakt Du Moulin nu zo interessant? Zij was een geleerde vrouw die opvoedkundige adviezen gaf. Ze schreef de verhandeling De l’éducation. Wetenschappers zijn het er over eens dat de grote verlichtingsdenker John Locke (1632-1704) zijn werk hierop baseerde. Toch schrijven alle bibliotheken het werk van Du Moulin toe aan haar neef Frédéric Rivet (1617-1666). Du Moulin publiceerde haar werk namelijk anoniem. Kloek legt uit waarom ze dat deed: “Marie du Moulin was de dochter van een geleerde theoloog uit Frankrijk. Zij vond dat ze wel een bijdrage mocht leveren, maar dat vrouwen niet op de voorgrond mochten treden.”
Weer in de spotlights
Vrouwen als Du Moulin waren dus achter de schermen bezig. Daarom zijn hun sporen zo moeilijk te traceren en laten historici hen maar al te vaak links liggen. Het DVN zet vrouwen weer in de spotlights en toont ons de achterkant van de geschiedenis. Die achterkant is meer dan de moeite waard. Check het zelf op het Digitaal Vrouwenlexicon van Nederland.
Verder lezen & kijken
- Neem een duik in het Digitaal Vrouwenlexicon van Nederland
- De tentoonstelling 1001 vrouwen is te zien in de Bijzondere Collecties Amsterdam
- Meer informatie over het boek: 1001 vrouwen uit de Nederlandse geschiedenis
- Lees meer over het project op 1001-vrouwen.nl
©GeschiedenisBeleven.nl, auteur: Verena Demoed, eindredactie: Marleen Boeve, beeldredactie: Anna Hoekstra, foto’s: historici.nl, elskloek.nl en 1001-vrouwen.nl.