Een urenlange tocht door de hete woestijn leidt naar Abu Simbel, een van de mooiste tempels van Egypte. Farao Ramses II kon echter niet vermoeden dat de tempel die hij liet bouwen, uit het zand en van het water gered zou moeten worden.
Door Linda Moerman
Farao Ramses II (ca. 1300 v.Chr. – 1213 v.Chr) was geen doorsnee farao en wordt dan ook vaak Ramses de Grote genoemd. Niet alleen werd deze farao maar liefst 90 jaar oud, ook regeerde hij 66 jaar, had hij tientallen kinderen en liet hij bijna overal in Egypte zijn sporen na.
Verscheidene tempels breidde hij uit, zoals de tempel van Abydos, terwijl hij andere tempels voor politieke of persoonlijke doeleinden liet bouwen, zoals het Ramesseum. De tempel van Abu Simbel is in meerdere opzichten een van zijn meest unieke bouwwerken.
Niks dan zand
Anders dan de meeste tempels in Egypte, is de tempel van Abu Simbel niet makkelijk te bereiken. Tegenwoordig bestaat de mogelijkheid om het vliegtuig te nemen, maar de meeste toeristen kiezen vooralsnog de avontuurlijke route door de hete woestijn. Midden in de nacht vertrekt er een konvooi bussen vanuit het plaatsje Aswan.
De meeste toeristen slapen gewoon door in de bus en lopen daarmee het risico zowel de prachtige sterrenhemel als de zonsopgang te missen. Nergens vind je een sterrenhemel zo helder en stralend als midden in de woestijn, waar van lichtvervuiling geen sprake is. Als de zon opkomt, lijkt het alsof de weg begint te trillen en ineens zie je waar je eigenlijk bent: om je heen niks dan zand en in de verre omtrek geen enkel teken van leven.
Oog in oog met Ramses
De hitte van de woestijn overvalt je direct wanneer je eenmaal bij de tempel bent aangekomen. Abu Simbel ligt slechts 40 kilometer van de grens met Soedan. Aan de inwoners die je tegenkomt, merk je meteen dat het hier anders is dan in de rest van Egypte: de mensen lijken door hun donkere huidskleur meer op hun Soedanese buren.
De tempel zelf is echter nog niet te zien. Zou een tempel van een dergelijke grootte niet al vanuit de verte zichtbaar moeten zijn? Je hoort het de toeristen denken. Dit is echter een van de unieke aspecten van Abu Simbel.
Uitzicht over het Nassermeer vanaf Abu Simbel. (foto: Wikimedia)
De gids gaat voor op een zanderig weggetje, waar vooralsnog nog steeds niks te zien is. Aan het eind van het pad doemt het Nassermeer op. Er volgt een flauwe bocht naar links en terwijl men nog steeds niks verwacht, wordt daar ineens langzaam de zijkant van het hoofd van Ramses zichtbaar.
Vervolgens sta je oog in oog met de vier imposante beelden van Ramses – waarvan één beschadigd is, waarschijnlijk door een aardbeving – die in alle rust uitkijken over het Nassermeer.
Vijanden
De grootsheid die je overvalt wanneer je voor de tempel staat, is precies wat Ramses voor ogen had met Abu Simbel. Een van de redenen voor de bouw van de tempel was het afschrikken van vijanden die Egypte via de zuidelijke wateren wilden binnendringen. En vijanden had Ramses de Grote. Beroemd is de slag bij Kadesh (1274 v.Chr.), waar Ramses tegen de Hettieten vocht.
Hoewel hij in feite de verliezer in deze slag was, liet Ramses zich op de muren van de tempel afbeelden als overwinnaar. Te zien is hoe hij met zijn strijdwagen over gewonde en gevangen Hettieten rijdt. Een sterk staaltje propaganda.
Via de indrukwekkende zuilenhal kom je in het meest heilige gedeelte van de tempel. Hier staan vier beelden van Ramses naast beelden van Egyptische goden. Tweemaal per jaar, in februari en oktober, raakt het binnenvallende zonlicht op bijna magische wijze de beelden aan.
In de grote tempel van Abu Simbel staan vier beelden van Ramses naast beelden van Egyptische goden. (foto: Wikimedia)
Begraven en overspoeld
Abu Simbel heeft eeuwenlang onder het zand gelegen. In 1813 ontdekte de Zwitser Johan Burckhardt de tempel, maar de enorme hoeveelheden zand maakte het onmogelijk om binnen te treden. In het jaar 1817 lukte het de Italiaanse ontdekkingsreiziger Giovanni Belzoni de tempel uit het zand te bevrijden en weer toegankelijk te maken.
In de jaren zestig van de vorige eeuw werd de tempel echter opnieuw bedreigd, ditmaal door Egypte’s voornaamste bron van bestaan: water. De aanleg van de Aswandam, die op economisch gebied een stimulans was voor Egypte, betekende op archeologisch gebied echter een ramp.
Een aantal grote en kleine tempels, waaronder Abu Simbel en de naastgelegen tempel voor zijn geliefde vrouw Nefertari, dreigden voorgoed onder water te verdwijnen. Een internationaal team van experts heeft de immense taak op zich genomen de tempels te verplaatsen.
Abu Simbel werd in miljoenen blokken gezaagd en op een hoger gelegen heuvel weer exact op dezelfde manier opgebouwd. Deze operatie duurde vier jaar. Zelfs Ramses had niet kunnen vermoeden dat zijn tempel eerst uit het zand en vervolgens van het water gered moest worden.
Oase van rust
Het gebied waar Abu Simbel staat, midden in de woestijn, is voornamelijk een oase van rust. Zonlicht valt op het kabbelende water van het Nassermeer en vogels zitten op de schouders van Ramses. De beelden stralen een soort sereniteit uit. Kijkend naar deze getuigen van de geschiedenis, vergeet je bijna dat je voor de tempel van een van de grootste farao’s aller tijden staat.
Abu Simbel, links op de foto, en de naastgelegen tempel van Nefertari, zijn tegenwoordig veilig voor het water. (foto: Wikimedia)
Verder lezen en kijken
- Meer artikelen over de geschiedenis Egypte of de oudheid op GeschiedenisBeleven.nl
- Bekijk een filmpje van de BBC over Abu Simbel
- Lees meer over de geschiedenis van Abu Simbel op Egyptegids.be
- Meer informatie over de tempel op de website van de Egypt State Information Service
- Een filmpje van het Polygoonjournaal over de verplaatsing van Abu Simbel:
©GeschiedenisBeleven.nl, auteur: Linda Moerman, eindredactie: Inge den Boer, beeldredactie: Anna Hoekstra, foto’s en video: Wikimedia Commons, YouTube.