Het bestverkochte boek uit het Interbellum is geen serieuze roman, maar Een zomerzotheid van Cissy van Marxveldt. Op het eerste gezicht een luchtig meisjesboek, maar dit soort bakvisromannetjes blijken ons veel te vertellen over het leven in de jaren 20 en 30.
Door Nienke Smit
Deze romans zijn een vergeten stukje literatuurgeschiedenis; de typische meisjesboeken die opkwamen rond het einde van de 19e eeuw. In een luchtige toon worden de alledaagse zaken beschreven die de hoofdpersonen bezighielden, zoals zomerliefdes, fuifjes en schoolvriendinnen.
Maar onder deze luchtigheid zijn serieuze thema’s verborgen en worden meer wezenlijke problemen besproken. Ook hadden de boeken een belangrijke opvoedkundige taak. De verhalen weerspiegelen de waarden en normen die meisjes en jonge vrouwen in die tijd behoorden te bezitten. In de boeken wordt vaak een ideaalbeeld geschapen en met dit beeld gespeeld.
Standensamenleving
In de jaren 20 en 30 van de vorige eeuw was Nederland nog een typische standensamenleving. De elite en arbeidersklasse waren nog strikt gescheiden. Het strikte onderscheid tussen hoog en laag, en niets daartussenin, was het ideaalbeeld van de elite. Sociale mobiliteit kwam bovendien nog minder vaak voor. De elite bleef een vrij gesloten groep die zich onderscheidde door gedragscodes. Deze situatie begon echter, onder druk van de economische crisis, scheuren te vertonen.
Juist met deze veranderingen speelden de schrijvers van meisjesboeken uit deze tijd graag. In de jaren 20 en 30 verschenen er een opvallend aantal boeken met als thema ‘veranderende standsverschillen’. In deze boeken is de hoofdpersoon afkomstig uit de elite. Door de economische malaise is hij echter gedwongen onder zijn stand te gaan werken, met alle verwarring van dien.
Een heer is ten alle tijden te herkennen
In het boek Een zomer op Heidehoeve (1941) van Fenna Feenstra (1892-1983) wordt de jonge ingenieur Han aangenomen als chauffeur op voorwaarde dat zijn ‘echte’ identiteit en afkomst voor de rest van het huis verborgen blijft. Zowel voor de personeelsleden als de andere bewoners van het huis zou het zeer ongemakkelijk zijn. Voor het personeel omdat hij eigenlijk hoger van stand is en zij hem op die manier zouden moeten aanspreken, voor de rest van het huis omdat het gênant zou zijn om door iemand van hun eigen stand bediend te worden:
“Van Wheel, ik wil het met je proberen, besloot hij ineens, maar er zijn enkele voorwaarden: ten eerste zul je werkelijk volkomen de chauffeur moeten zijn, hoe pijnlijk het soms voor je zijn zal; je ingenieursdiploma blijft een geheim tussen jou en mij en voor mij zal het niet bestaan; op een andere afspraak kan ik je niet in onze huishouding opnemen.”
Hans keuze om een baan als chauffeur aan te nemen, wordt gezien als erg flink en prijzenswaardig. Hij komt hiermee in contrast te staan met de verloofde van de kleindochter van zijn baas. Deze jongeman heeft na zijn studie nog niets gedaan en leeft van het geld van zijn ouders. Uiteindelijk valt de kleindochter natuurlijk voor de charmante chauffeur. Maar pas als zij erachter komt dat hij eigenlijk ingenieur is, wil ze met hem trouwen.
Dwaze standsvooroordelen
Ondanks de grote rol die standsverschillen spelen, zijn de boeken uitgesproken kritisch over personen die een te overdreven nadruk leggen op standsverschillen. Alle personen die de standsverschillen tussen henzelf en personeel benadrukken, worden neergezet als erg onaardig. Bovendien loopt het meestal niet goed af met deze personages. Standsverschillen bestaan, maar dienen niet openlijk benoemd te worden.
In Een zomerzotheid (1927), geschreven door Cissy van Marxveldt, een pseudoniem van Setske de Haan (1889-1948), wordt Ella afgeschilderd als een hooghartig en dommig meisje. Aan het begin van het boek beweert ze dat ze zich nooit met een man van een lagere stand zou inlaten. Als een jonkheer en zijn vrienden haar hier over horen praten, besluiten ze een list te bedenken. De jonkheer doet zich voor als chauffeur en de daadwerkelijke chauffeur neemt de rol aan van jonkheer. Hier trapt de domme Ella met open ogen in. Men spreekt in het boek dan ook over de ‘dwaze standsvooroordelen’ die ze zou hebben.
Wijzer door werk
Het moeten werken is meestal voor de hoofdpersonages een leerzame ervaring, dat een vormende werking heeft op de hoofdpersoon. De personen worden volwassener en krijgen een zeker zelfinzicht. Zo ook Marijke, uit De toekomst van Marijke (1932) van Cissy van Marxveldt.
Marijke moet onder druk van de veranderde economische situatie van haar zussen een betrekking zoeken. Marijke is gewend aan een verzorgd en rustig leven in het welgestelde gezin en heeft een grote weerstand tegen het idee ooit te moeten werken. Ze gaat werken in een verpleegtehuis, waar ze een talent blijkt te hebben voor het omgaan met mensen. Door de ervaringen die ze hier opdoet, gaat ze anders over haar leven denken en ook haar verloofde met andere ogen bekijken. Doordat ze voor zichzelf heeft leren zorgen, kijkt ze minder naar hem op. Ze besluit dan ook de verloving te verbreken.
Setske de Haan schreef als Cissy van Marxveldt ook de succesvolle reeks Joop ter Heul, De dochter van Joop ter Heul en de wat serieuzere boeken over Marijke.
Doorstuderen en trouwen
Alle boeken benadrukken dat het voor meisjes heel belangrijk is om na de middelbare school nog door te leren voor een beroep als typiste of apothekersassistente. Meisjes dienen zelfstandig te zijn en voor zichzelf te kunnen zorgen. In de crisistijd stelde men het huwelijk vaak uit. Het was daarom van belang dat meisjes iets achter de hand hadden.
In Licia zet door van Leni Saris (1915-1999) draait het om een meisje dat in weelde is opgegroeid. Hierdoor heeft ze nooit een vervolgopleiding gevolgd. Haar leven bestond uit ‘pleziertjes’, feestjes en uitjes met vrienden. Saris beschrijft Licia als een leeghoofdig meisje dat het leven niet erg serieus neemt en nooit over dingen nadenkt. Als haar vader failliet gaat, ziet ze in wat een oppervlakkig leven ze geleid heeft. Ze komt erachter dat ze meer kan dan ze dacht. Voortaan wil ze voor zichzelf kunnen zorgen en niet meer afhankelijk zijn van haar familie.
Toch is dit besef niet genoeg voor Licia om echt gelukkig te zijn. Pas als ze haar man ontmoet, vindt ze het geluk. Ook hierin weerspiegelen de boeken de moraal van die tijd. De boodschap is duidelijk: zelfstandigheid en een opleiding zijn belangrijk, maar een vrouw is pas echt gelukkig wanneer ze getrouwd is :
“Er in m’n eentje komen, ja, dat wel! Maar gelukkig zijn, nee. Dat kwam pas toen ik jou ontmoette.”
Verder lezen & kijken
- Meer artikelen over historische literatuur op GeschiedenisBeleven.nl
- Lees een artikel over meisjesboeken op de digitale bibliotheek voor Nederlandse letteren
- Bekijk een stukje uit de tv musical van ‘n Zomerzotheid van de KRO
- Blader door het boek Een zomer op Heidehoeve via de website van Het Geheugen van Nederland
- Blader door het boek Een zomerzotheid via de website van Het Geheugen van Nederland
- Een overzicht van alle oude jeugdboeken.
©GeschiedenisBeleven.nl, auteur: Nienke Smit, eindredactie: Inge den Boer, beeldredactie: Inge den Boer, foto’s: Wikipedia