De middeleeuwse gevangenis Het Steen in Delft is sinds dit jaar opengesteld voor het grote publiek. Tijdens de rondleiding vertelt een gids over het lot van de onfortuinlijke gevangenen in het cachot. De meest bekende onder hen was Balthasar Gerards, de moordenaar van Willem van Oranje.
Door Richard Velthuizen
Wie nog nooit in Delft geweest is, kent het Delfts marktplein ongetwijfeld van de televisie. Aan de westelijke kant van het plein staat de Nieuwe Kerk. Daarin bevinden zich de koninklijke grafkelders, die nog steeds door de familie Van Oranje Nassau gebruikt worden. Het praalgraf van de in 1584 vermoorde Willem van Oranje (1533-1584) staat ook in deze kerk. Aan de overzijde van het marktplein staat het stadhuis van Delft.
Wie goed kijkt ziet dat de statige 17e-eeuwse voorgevel afwijkt van de bouwstijl van de toren die er boven uit rijst. De stadhuistoren stamt namelijk al uit de 13e eeuw, en herbergt een duister relikwie uit de middeleeuwen.
Lospeuteren bekentenissen lang niet altijd zachtzinnig
De toren werd in de volksmond Het Steen genoemd omdat het ten tijde van zijn bouw het enige stenen gebouw in Delft was. In de toren is het cachot bewaard gebleven, waarin arrestanten werden opgesloten en verhoord. En zoals bekend is, ging het lospeuteren van een bekentenis in de vroegmoderne tijd lang niet altijd zachtzinnig.
In de hal van het stadhuis hangt een schilderij waarop het Salomonsoordeel is afgebeeld. Dit schilderij markeert de plaats waar vroeger in de vierschaar de schout en de schepenen rechtspraken. Het eigenlijke verhoor van de verdachten vond plaats in de toren van het stadhuis, waar zich een speciaal daarvoor ingerichte verdieping bevond. Wanneer een verdachte zijn misdaad ontkende, maar er voldoende bewijzen of getuigen waren die op schuld wezen, kon worden overgegaan tot “scherp verhoor”. Dat hield in dat de verdachte gefolterd werd.
Een radbraakkruis en een van de ingekraste tekeningen in de cellen van Het Steen. (foto: Diana Pereira / Museum Het Prinsenhof Delft).
Graffiti op zware eikenhouten muren
Er bestonden verschillende methoden van foltering, waarvan de pijnbank het meest berucht is. Door middel van touwen en katrollen werden de gewrichten van de verdachte ontwricht. Het lijden van de mensen die in Het Steen terecht kwamen staat letterlijk in de zware eikenhouten muren van het cachot gegrift. Overal staan er namen en jaartallen in het hout gekrast, en her en der is deze vroegmoderne graffiti uitgegroeid tot een waar kunstwerkje.
Naast een pijnbank staan er in Het Steen nog meer instrumenten, die niet alleen gebruikt werden bij het scherpe verhoor, maar ook bij de executies op het schavot voor het stadhuis. Zo staat er in het midden van de verhoorkamer een radbraakkruis, wat ertoe diende om de ledematen van de veroordeelde op meerdere plaatsen te breken alvorens hij de genadeslag kreeg toegediend.
Geen tere zieltjes
Beeldend vertelt de gids over de toepassing van de martelinstrumenten in Het Steen. Niet voor niets geldt er voor de rondleiding een leeftijdsgrens van zeven jaar, want de verhalen over lichamelijke verminking zijn niet geschikt voor de allerkleinsten.
Maar de kinderen van de deelnemers aan de rondleiding in de groep blijken niet van die tere zieltjes te hebben. Wanneer het verhaal over de vierendeling van Balthasar Gerards (1557-1584) aan de orde komt, willen ze nauwgezet weten hoe zoiets in zijn werk ging.
Balthasar Gerards krijgt plaats in verhaal
Als Balthasar Gerards Willem van Oranje niet had doodgeschoten op de tiende juli van 1584, had de historische cultuur in Delft er heel anders uitgezien. Het Prinsenhof was waarschijnlijk geen museum geweest en er had geen praalgraf in de Oude Kerk gestaan.
Dankzij Het Steen krijgt ook Balthasar Gerards nu een plaats in het verhaal over de moord op de Vader des Vaderlands. Het relaas van de martelingen tijdens zijn ondervraging en zijn buitengewoon wrede executie op 14 juli 1584 neemt dan ook een belangrijke plaats in tijdens de rondleiding door Het Steen.
Direct na zijn arrestatie had Gerards vol trots toegegeven dat hij de prins had vermoord. De bekentenis over zijn misdaad lag dus al op tafel, waardoor foltering dus eigenlijk niet meer nodig was. Maar Gerards’ ondervragers vermoedden dat hij een onderdeel was van een groter complot, en dus werd hij alsnog hevig gemarteld om hem de namen van zijn kompanen te ontfutselen. De scherprechter die dit werk normaalgesproken in Delft verrichtte, werd daarbij door zijn Utrechtse collega geassisteerd.
Wie wil weten welke wreedheden er gedurende die dagen precies zijn voorgevallen binnen de muren van Het Steen, zal het boekje dat na afloop van de rondleiding wordt verstrekt graag willen lezen.
De val van Wolfert van Borselen
Het Steen heeft nog meer bekende gasten mogen ontvangen. Eén van hen was Wolfert van Borselen (1245-1299), de heer van Veere. Van Borselen was aan het einde van de 13e eeuw de machtigste man van de graafschappen Holland en Zeeland. In het heden is hij vooral bekend omdat hij aan Rotterdam voor de eerste maal in 1299 de stadsrechten heeft verleend.
Tijdens Van Borselens leven waren de Lage Landen politiek erg onstabiel. Van Borselen had te midden van het tumult veel macht en rijkdom naar zich toe weten te trekken, wat hem een gehaat man maakte bij de bevolking. Na een uit de hand gelopen juridisch conflict met de inwoners van Dordrecht begon zijn macht te wankelen.
In 1299 brak er een openlijke opstand tegen hem uit. Van Borselen sloeg samen met zijn vrouw op de vlucht, maar hij werd bij Schiedam overmeesterd.
Beiden werden naar Het Steen in Delft gebracht, wat toen alleen nog maar bestond uit de toren waar later het stadhuis omheen gebouwd is.
Uit het raam van Het Steen geduwd
Buiten Het Steen verzamelde zich op 1 augustus 1299 een woedende menigte. Onder bedreiging van brandstichting werd er luid geroepen om de uitlevering van Van Borselen. Blijkbaar had Van Borselen binnen Het Steen even weinig vrienden als daarbuiten, want hij werd van zijn harnas ontdaan en uit het raam geduwd. De menigte heeft hem voor de ogen van zijn vrouw letterlijk aan stukken gescheurd.
De meters rondom het stadhuis in Delft hebben dus een hele bloedige geschiedenis. Een deel daarvan vertellen de gidsen in Het Steen, waarmee een rondleiding door het cachot een welkome aanvulling is op de rijke historische cultuur die Delft te bieden heeft.
Zicht op het stadhuis van Delft, met daar achter de toren Het Steen. (foto: Wikimedia)
Verder lezen en kijken
- Meer artikelen over de vroegmoderne tijd op GeschiedenisBeleven.nl
- Lees meer over het proces tegen Balthasar Gerards en zijn terechtstelling in het artikel Schurken, schavotten en de bloeddorstige mens?
- Ook een rondleiding door Het Steen volgen? Meer informatie op de website van Erfgoed Delft.
- Lees ‘Buyten pijne ende banden van ysere’. Criminaliteit en rechtspraak in Delft in de late middeleeuwen tot en met de gouden eeuw (2012) van Mario Carolus van Lier.
- Lees Balthasar Gerards. Moordenaar en Martelaar (1983) van Nanne Bosma.
- Filmpje: de geschiedenis van het stadhuis van Delft in beeld:
©GeschiedenisBeleven.nl, auteur: Richard Velthuizen, eindredactie: Verena Demoed, beeldredactie: Andrea Kloet, foto’s: Diana Pereira / Museum Het Prinsenhof Delft en Wikimedia