De kunstzinnige keizer

Schilderij van Nero uit circa 1900. (foto: Wikimedia)

Hij begon zijn keizerschap met grote schulden en na de brand van Rome was de bodem van de staatskas echt in zicht. Ondanks deze grote financiële moeilijkheden, investeerde de Romeinse keizer Nero (37-68) volop in kunst en cultuur. Waarom?

Door Jan Kooloos

Nero was de vijfde en laatste keizer van de Julisch-Claudische dynastie, de familie die van 27 v.C. tot 68 n.C. de heersers van het Romeinse Rijk voortbracht. Zijn voorganger Claudius (10 v.C. – 54) adopteerde hem en werd vervolgens vermoord, waarschijnlijk door Agrippina Minor (15-59), zijn echtgenote en de moeder van Nero. Na de dood van Claudius kreeg Nero de steun van de keizerlijke garde en de senaat.

Van iedere keizer werd een buitengewone vrijgevigheid verwacht. Hij financierde openbare gebouwen, gaf spelen, schonk graan en olie aan het volk en doneerde geld aan soldaten en vrienden in financiële nood. Claudius stelde daarbij twee nieuwe legioenen aan en begon aan een aantal dure bouwprojecten; zaken die zwaar op de staatskas drukten.

Een lastig begin voor Nero, die in 54 het keizerlijke stokje overnam.

De bodem van de staatskas in zicht

Deze achtergrond verklaart deels waarom Nero in zijn laatste regeringsjaren, van 64 tot en met 68, financieel in de problemen kwam. Daarbij gaf hij simpelweg te veel uit. De keizer financierde talloze bouwwerken en organiseerde buitensporig grote spelen waarbij de toeschouwers werden overspoeld met geschenken.

De bodem van de staatskas kwam in zicht nadat in de zomer van 64 een enorme brand uitbrak die grote delen van Rome in de as legde. Winkels, woningen, kunstwerken, tempels: weinig bleef gespaard. De wederopbouw kostte de staat een vermogen. Denk alleen al aan de kosten van de tijdelijke huisvesting en voedselhulp voor de duizenden daklozen en het herstel of zelfs de vervanging van openbare gebouwen.

De wederopbouw van Rome

Maar Nero had grootse plannen, plannen die zo kostbaar waren dat zijn reguliere inkomsten onvoldoende waren. Hij beperkte zich niet tot de aanleg van brede straten of het aanmoedigen van brandveilige bouw. Hij liet ook een gigantisch paleis voor zichzelf en het volk van Rome bouwen, het zogenaamde ‘gouden huis’.

Het paleis dankte zijn naam aan de vergulde onderdelen en was minstens zo groot als heel Vaticaanstad. In de entree liet de keizer een metershoog standbeeld van zichzelf oprichten: de bronzen Colossus. Overigens dankt het Colosseum, het amfitheater dat later op de plaats van het gouden huis gebouwd werd, zijn naam aan dit beeld.

12.06.05.Nero kunstkeizer - domus
Reconstructie van de Domus Aurea en de Colosos van Nero, uit de documentaire How Nero Saved Rome. (Foto: Altair4 Multimedia)

Uitzonderlijke maatregelen

De kosten van de wederopbouw waren zo groot, dat Nero overging op uitzonderlijke besparingsmaatregelen. Ten eerste verlaagde hij het percentage edelmetaal in het zilveren en gouden muntgeld waardoor uit een baar meer munten geslagen konden worden – en er dus meer geld in omloop kwam. Ten tweede werden Italië en de provincies verplicht tot het betalen van extra belastingen.

Tenslotte werden juist in deze jaren Nero’s meeste politieke tegenstanders verbannen of ter dood veroordeeld. Dit had aan de ene kant te maken met zijn angst voor samenzweringen; aan de andere kant kwam hij zo aan nieuwe bezittingen. De landgoederen van geëxecuteerde mensen en ballingen kwamen direct in staatsbezit. De antieke auteur Cassius Dio (ca. 164 – na 229) schrijft in zijn Historia Romana:

“Later nam hij het volledige eigendom in beslag van degenen die werden geëxecuteerd en verbande op een gegeven moment al hun kinderen met een enkel besluit.”

Een andere commentator, de Romeinse historicus Tacitus (ca. 56 – na ca. 117), vertelt in zijn Annales over de ondergang van de rijke aristocraat Annaeus Mela:

“Nero onderzocht deze [brief] en beval het over te brengen aan Mela, wiens rijkdom hij roofzuchtig begeerde. Mela […] opende zijn aderen, na een codicil aan zijn testament toe te voegen dat een enorme hoeveelheid naliet aan Tigellinus en zijn schoonzoon, Cossutanius Capito, om de rest te redden.”

Nero in weelderig gewaad met zijn blik op een zojuist in de arena gestorven christelijk meisje - Nero wees de christenen aan als schuldigen van de grote brand. Werk van Henryk Siemieradzki (1843-1902). (foto: Wikimedia)
Nero in weelderig gewaad met zijn blik op een zojuist in de arena gestorven christelijk meisje – Nero wees de christenen aan als schuldigen van de grote brand. Werk van Henryk Siemieradzki (1843-1902). (foto: Wikimedia)

De kunstzinnige keizer

Met zijn belastingen, executies en landonteigeningen maakte Nero zich niet geliefd bij zijn onderdanen in de provincies en de senatoriale elite. Verschillende senatoren probeerden hem uit de weg te ruimen. De hoge belastingen en landonteigeningen leidde tot grote onvrede onder de Gallische notabelen, de Romeinse burgers in het huidige Spanje en de landeigenaren in Romeins Afrika. De gouverneurs van die provincies kwamen uiteindelijk in opstand tegen de keizer. Ze kregen daarbij steun van de groepen die hij had onderdrukt.

Hoe kan het dan dat Nero ondanks deze oppositie doorging met zijn enorme bouwprojecten?

Een antwoord ligt zijn persoonlijkheid: Nero was veel meer een kunstenaar dan een verantwoordelijk bestuurder. Eenmaal keizer nam hij direct lessen in de lierkunst bij een van de beste musici van zijn tijd. Hij maakte muziek, speelde toneel, droeg gedichten voor en danste. Het bespelen van de lier en optreden in tragedies waren zijn lust en zijn leven.

In 60 en 65 organiseerde Nero grote spelen in Griekse stijl, compleet met muziek, gymnastiek en wagenraces. Tijdens de spelen van 65 dichtte, zong en speelde hij voor het publiek. En tijdens zijn laatste regeringsjaren reisde de keizer, ondanks zijn geldproblemen, naar Griekenland om mee te doen aan verschillende wagenraces en zangcompetities.

Waar het begrotingstekort van Nederland voor het kabinet Rutte reden was om flink te bezuinigen op de culturele sector, zou Nero beslist andere maatregelen hebben genomen. Voor hem was kunst belangrijker dan wat dan ook. Misschien zou hij hebben gemusiceerd in het Amsterdams concertgebouw of de supporters in een voetbalstadion hebben overladen met cadeaus. Maar tegen welke prijs?

Hoofd van Nero dat bij een beeld van ruim 2,40 meter hoort, uit  64 v.Chr. Rechts: Nero op een Romeinse Denarius. (foto's Wikimedia)
Het hoofd van Nero dat bij een beeld van ruim 2,40 meter hoort, uit  64 v.Chr. Rechts: Nero op een Romeinse Denarius. (foto’s Wikimedia)

Verder lezen en kijken

© GeschiedenisBeleven.nl, auteur: Jan Kooloos, eindredactie: Anna de Wit, beeldredactie: Anna de Wit, foto’s: Wikimedia

Leestips