De cryptische antwoorden op levensvragen, gegeven door een priesteres in trance, trokken in de klassieke Oudheid jaarlijks duizenden mensen naar Delphi. Volgens de oude Grieken was het orakel in de tempel van Apollo dan ook het centrum van de wereld.
Door Marian Leppers
Ook nu nog wordt de tempel dagelijks omringd door mensen die hopen getroffen te worden door goddelijk inspiratie en naar huis terug te keren met nieuwe inzichten. Het uitzicht op het gebergte Parnassus is hetzelfde als dat de oude Grieken hadden toen ze in de rij stonden om hun vraag te mogen stellen aan priesteres Pythia.
Als door Apollo zelf ingegeven gaf zij antwoorden die zo onsamenhangend waren dat ze geïnterpreteerd moesten worden door priesters.
Domein van de goden
Er gaan verschillende verhalen de ronde over de achtergrond van de tempel. Voordat deze het domein werd van Apollo, de god van de voorspelling, zou deze eerst aan de natuurgodin Gaia gewijd zijn. Ook de heerser over de zeeën Poseidon zou de tempel onder zijn hoede hebben gehad voor de aankomst van Apollo.
Naast het geven van advies op vragen door Pythia, diende het orakel vooral om een saamhorigheidsgevoel te creëren tussen de Griekse volkeren. Het orakel was immers toegankelijk voor iedereen en veronderstelde dat iedereen gelijk was. Op deze manier werd Delphi een neutrale ontmoetingsplaats waardoor mensen uit verschillende streken elkaar beter leerden kennen.
Links: De Pythia, de priesteres van Dephi, geschilderd door John Collier in 1891. Rechts: Aegeus vraagt advies aan de Pythia zittende op haar driepoot, uit circa 440-430 v.Chr.. (foto’s: Wikimedia)
Tempelgeschiedenis
De tempel is door de jaren heen meerdere malen herbouwd. Van de eerste drie tempels is niets meer over dan verhalen. De vierde tempel zou in 548/7 v.Chr. door een brand verwoest zijn. De oudste resten die nu nog te zien zijn dateren uit 505 v.Chr. en zijn de fundamenten van de vijfde tempel. Van de constructie is helaas niet meer over vanwege een aarbeving of landverschuiving in 373 v.Chr.
De oude Grieken begonnen in 369 v.Chr. met de wederopbouw van de tempel, die onderbroken moest worden door de Derde Heilige Oorlog (356-346 v.Chr.). Deze oorlog was het gevolg van een geschil tussen de Phociërs, inwoners van de Griekse streek Phocis, en de Amphictionie van Delphi, een religieus verbond van stammen met het doel om heiligdommen te beschermen.
Nuttige raadgevingen
Toen de tempel in 340 v.Chr. uiteindelijk toegankelijk werd voor het publiek konden de mensen zich vergapen aan het indrukwekkende gebouw. Aan de buitenkant werd de tempel omringd door zuilen. Wie hier doorheen liep kwam in het voorportaal, waar allerlei geschenken van koningen stonden. Ook stonden hier nuttige raadgevingen gegrift zoals “Ken uzelf” en “Niets te veel”.
Achter dit voorportaal lag de ontvangstruimte, het megaron, die ingericht was met godenbeelden van oppergod Zeus en Apollo en altaren. Deze altaren waren gewijd aan Poseidon en Hestia, de godin van de haard. In het altaar voor Hestia brandde altijd vuur dat gevoed werd met takken van de spar en laurierbladeren.
Het was de taak van de priesters om toezicht te houden over dit vuur. Priesteres Pythia zou hier altijd roken voordat ze het heiligste deel van de tempel, het adyton, betrad.
Dit adyton lag aan de achterzijde van het megaron. In deze open ruimte zou Pythia haar onverstaande uitspraken doen. Het verhaal gaat dat ze, gezeten op een drievoet boven een kloof in de grond, door bedwelmende dampen in trance raakte. Van een kloof zijn echter nooit sporen gevonden.
Navel van de aarde
In het adyton bevond zich ook de zogenaamde omphalos, de navel van de aarde. Dit was een bolle steen die het middelpunt van de aarde aangaf. Niemand weet precies waar de steen voor diende, maar hij wordt wel als heilig beschouwd.
De oorspronkelijke steen is verloren gegaan. Wel bestaan er twee kopieën, waarvan de eerste uit kalksteen bestaat en naast het Atheense schathuis in Delphi ligt, en de tweede in het Archeologisch museum in Delphi te zien is.
Een kopie van de omphalos (navel van de aarde) in het Archeologisch Museum in Delphi. Rechts: De god Apollo en godin Nike staan rond de omphalos. (foto’s: Wikimedia)
Verbeelding
Wat het meest in het oog springt bij het bekijken van de overblijfselen zijn de zes Dorische zuilen, die de tand des tijds hebben doorstaan en nog altijd dapper overeind staan. Oorspronkelijk stonden hier vijftien bij zes zuilen, van ongeveer elf meter hoog. Naast de zuilen zijn de grondvlakken het enige wat nog over is.
Van het heilige adyton is zo goed als niets over. Alleen met de verbeelding kunnen bezoekers Pythia hier nog zien zitten op haar drievoet. De overige resten van de tempel zijn te bewonderen in het Archeologisch museum in Delphi.
Einde van het orakel
Al met al is de tempel zo’n zeshonderd jaar blijven staan, hoewel niet zonder de nodige reparaties. Invallen door noordelijke stammen maakten in 83/84 v.Chr. de wederopbouw noodzakelijk. Keizer Julianus de Afvallige (331-363 v.Chr.) kreeg uiteindelijk van het orakel te horen dat ze geen kracht meer had en geen uitspraken meer kon doen.
In 381 n.Chr. viel definitief het doek voor de tempel, toen keizer Theodosius I (346-395 n.Chr.) zich bekeerde tot het Christendom en alle heidense culten verbood.
De overblijfselen van de tempel van Apollo in het oude Delphi met de zes Dorische zuilen die tot op de dag van vandaag overeind zijn blijven staan. (foto: Wikimedia)
Verder lezen en kijken
- Meer artikelen over Klassiek Griekenland en de oudheid op GeschiedenisBeleven.nl
- Lees ook het artikel over Griekse doe-het-zelf-orakels
- Artikel: Goddelijke gezondheidszorg in Klassiek Griekenland
- Website van het Archeologisch Museum in Delphi
©GeschiedenisBeleven.nl, auteur: Marian Leppers, eindredactie: Djamila Zon, beeldredactie: Anna Rens Hoekstra, foto’s: Wikimedia