Op luchtfoto’s is het duidelijk te zien: het Amsterdamse hart heeft al 400 jaar een unieke, uit grachten bestaande, cirkelvorm. Is dit werelderfgoed ontstaan door een artistiek stadsbestuur of heeft de grachtengordel een veel praktischer achtergrond?
Door Susanne Wiesner
Het huidige Amsterdam ontstond rond het jaar 1200, toen aan de Nieuwendijk voor het eerst vaste bewoning kwam. Uit archeologische opgravingen blijkt dat het gebied reeds in de Steentijd, zo’n 4600 jaar geleden, al bewoond was. Amsterdam breidde zich langzaam uit rond de Amstel. Aan het einde van de 16e en in de 17e eeuw groeide de stad aanzienlijk en ontstond de unieke Amsterdamse grachtengordel met water, vele bruggen, bomen en grachtenpanden.
Mensentoestroom
De handel in de Nederlanden bloeide in de 17e eeuw en vooral Amsterdam profiteerde daar flink van. Vanwege de toestroom van mensen en industrie moest de stad uitbreiden. Dit gebeurde in vier stadsuitbreidingen, ook wel Uitleggen genoemd. Gedurende de 16e en 17e eeuw verachtvoudigde de Amsterdamse bevolking van circa 30.000 naar minstens 200.000 mensen. Het werd de grootste stad van de noordelijke Nederlanden en het middelpunt van stedelijk Europa.
De eerste twee stadsuitbreidingen (1585 en 1593) richtten zich vooral op het beveiligen en versterken van het bedrijven- en havengebied aan de westkant van de stad en op woningen en industrie aan de oostzijde. De huidige Amsterdamse grachtengordel ontstond in de 17e eeuw tijdens de Derde en Vierde Uitleg. De stad bleek namelijk opnieuw te klein voor de snel groeiende vloot en de vloedgolf van immigranten die voornamelijk uit de Zuidelijke Nederlanden, Frankrijk, Oost-Europa en Duitsland kwamen. In 1609 kreeg Amsterdam van de Staten van Holland toestemming voor een nieuwe fortificatie waarbij het stadsbestuur besloot tot doelmatigheid en schoonheid.
Amsterdam voor de stadsuitbreidingen in 1538. Hierop is het voltooide middeleeuwse Amsterdam, met stadsmuur en poorten, te zien. De Jordaan rechts, bestaat nog geheel uit sloten gerend op de oude grachten tot en met de Singel (foto: Wikimedia)
Elitegrachten
In 1613 startte het stadsbestuur de uitvoering van de nieuwe stadsuitbreiding in kleinere en grotere etappen, binnen een tijdsbestek van slechts enkele jaren. De uitbreiding bestond in grote lijnen uit drie delen: een gebied met drie grachten, de Jordaan en de Westelijke eilanden. In het nieuwe gebied kwam een duidelijke ruimtelijke scheiding tussen de verschillende maatschappelijke bestemmingen, zoals woningbouw en industrie.
De drie grachten bestonden uit de Herengracht, Keizersgracht en Prinsengracht. Deftige namen voor straten die bestemd waren voor de welgestelde inwoners van Amsterdam. Hier bouwden kooplieden, bankiers, stadsbestuurders en andere rijke Amsterdammers de prachtigste huizen. De verkaveling van de grachtengordel was gedurende deze stadsuitbreiding gebaseerd op de grote grachtenhuizen.
Kaart van Amsterdam door de stadsarchitect Daniel Stalpaert, na aanvang van de Vierde Uitleg, rond 1662. De kaart laat mooi zien hoe de grachten tijdens de uitbreiding werden gelegd. (foto: Wikimedia)
Onderklasse buitengesloten
Het duurde bijna vijftig jaar tot de volgende stadsuitbreiding plaatsvond. De opgave en de omstandigheden waren vergelijkbaar met die van een halve eeuw eerder: namelijk een grote uitbreiding van de stad in een gebied dat sterk was verstedelijkt. Functionaliteit, esthetiek en opbrengst gingen bij deze stadsuitbreiding hand in hand. Het stadsbestuur deelde bouwblokken zo in dat bedrijven, industrieën en mensen die aan de grachten niet gewenst waren, naar de achterstraten moesten verhuizen.
De onderklasse werd buitengesloten van de grachtengordel door de grootte en de prijs van de kavels en het verbod op de aanleg van stegen, waarmee inpandige bebouwing onmogelijk werd.
De grachten werden vanaf 1660 tot over de Amstel doorgetrokken en het imago van de Herengracht werd nog verder verbeterd door de aanleg van de Gouden Bocht liggend tussen de Leidsestraat en Vijzelstraat. Dit is nog steeds hét voorbeeld van de rijkdom van de Amsterdamse inwoners. De stad heeft tijdens deze uitbreiding haar halvemaan vorm gekregen. Toen de groei van de bevolking en de economie na 1672 stagneerde, werd de grond die overbleef ingericht als tuingebied en verhuurd aan particulieren. De Hortus Botanicus kreeg hier onder andere een gebied toegewezen. Twee eeuwen lang was er geen nieuwe uitbreiding nodig om de natuurlijke groei van de samenleving op te vangen.
Gouden paleisjes
De grachtengordel is niet alleen opvallend door zijn vorm en het water, maar vooral door de koopmanshuizen. In de loop der jaren zijn veel panden afgebroken en daardoor variëren ze nu in hoogte, breedte en stijl. Oorspronkelijk waren ze meer uniform. Er was een vaste kavelgrootte, waardoor de huizen diep en smal waren met een drie ramen tellende voorgevel en vier tot vijf verdiepingen.
De beroemde bocht in de Herengracht. Op de afbeelding is goed te zien hoe ‘sober’ de grachtengordel er in eerste instantie uitzag. Ook is duidelijk te zien dat een aantal kavels nog steeds niet is verkocht (foto: Wikimedia)
Bij de laatste stadsuitbreiding in de 17eeeuw konden kopers bij de veiling twee kavels naast elkaar kopen. Dit resulteerde in de komst van veel dubbele grachtenpanden in het gebied tussen de Leidsegracht en de Amstel. De allerrijksten bouwden hier hun stadspaleisjes in classicistische stijl met kostbaar natuursteen, de mode van deze tijd. Vooral de befaamde Gouden Bocht kreeg daardoor zijn rijke uitstraling.
Waterhuishouding
Door historici is lang gedacht dat de halve cirkelvorm van de stad ontsproten is uit het plan van het stadsbestuur om een ‘ideale stad’ te bouwen. Deze gedachte komt voort uit hooggestemde idealen van de Renaissance. Onderzoeker J.E. Abrahamse weerlegt deze theorie. Volgens hem komt de regelmatige stadsplattegrond voort uit praktische overwegingen. Vanwege het getijde in het IJ was de beheersing van het waterpeil en de verversing van het water een probleem.
Er moesten oplossingen komen voor problemen als waterberging en –afvoer. Het stadsbestuur liet hierdoor een ingenieus stelsel van sluizen en bruggen bouwen. Desondanks bleef de stad tot de demping van de grachten in 1850 een ‘schone maagd met stinkende aderen’. Een andere praktische overweging was het maximaliseren van de opbrengst van de stadsuitbreiding.
De grachtengordel is uiteindelijk zo’n 14 kilometer gracht geworden met 80 bruggen. De stad werd planmatig uitgebreid door de explosieve bevolkingsgroei, de eis om een uitgebreid en technisch complex vestingstelsel aan te leggen volgens min of meer vastliggende regels en de waterhuishouding. De grachtengordel past bij de Gouden Eeuw waarin zij ontstond. Het kreeg de uitstraling van de rijke en machtige handelsstad die Amsterdam was geworden. De deftige naamgeving van de drie hoofdgrachten hoorde daar ook bij.
Verder lezen en kijken
- Meer artikelen over de geschiedenis van Amsterdam op GeschiedenisBeleven.nl
- Lees ook het artikel: De Gouden Bocht als inspiratiebron voor kunstenaars
- Bekijk de groei van de grachtengordel in de 17e eeuw in een mooi animatiefilmpje
- Website: Werelderfgoed Amsterdam
- Website: Beleef de grachtengordel in het Grachtenhuis
- Filmpje: AT5 over de grachtengordel
©GeschiedenisBeleven.nl, auteur: Susanne Wiesner, eindredactie: Djamila Zon, beeldredactie: Marjolein van der Vlies, foto’s: Wikimedia