Herculaneums bibliotheek: teleurstelling of hoop?

Beeld uit de film Agora. Hypatia, een vrouwelijke wiskundige, filosoof en astronoom uit de vierde eeuw, in een bibliotheek vol papyrus rollen.

Aan de voet van de Vesuvius doen opgravers in 1752 een spectaculaire ontdekking. Zo’n twintig meter onder de grond blijkt de enige overgebleven bibliotheek uit de oudheid te liggen. Een opwindende vondst, die echter uitdraait op een teleurstelling. Hoewel?

Door Heleen Geilenkirchen

Verloren gewaande werken van Cicero, Vergilius of Euripides. Dát was waar veel wetenschappers van droomden toen de vondst van de bibliotheek bekend werd. Maar de meer dan 1000 boekrollen die gevonden werden, bleken zo beschadigd dat ze nauwelijks leesbaar waren. En de inhoud was een stuk minder spectaculair dan gehoopt.

Verwoestende uitbarsting

In eerste instantie leek de vondst veelbelovend. De bibliotheek werd aangetroffen in een gigantische villa, die al zo’n 1700 jaar onaangeraakt onder de grond lag. Het gebouw was na een grote uitbarsting van de Vesuvius onder een dikke laag vulkanisch materiaal verdwenen. Een ramp voor de antieke bewoners, maar een zegen voor de wetenschap. Dankzij de uitbarsting bleven de villa en de bibliotheek eeuwenlang goed geconserveerd.

Het gebouw lag net buiten het stadje Herculaneum, niet ver van het bekendere Pompeï. Beide werden in 79 na Christus door dezelfde vulkaanuitbarsting verwoest, maar niet op precies dezelfde manier. Waar Pompeï verdween onder pakweg 5 meter as en puin, werd Herculaneum getroffen door een pyroclastische stroom: een mix van gloeiendhete gassen, stenen, modder en as.

Dit zorgde ervoor dat houten meubels, papyri en zelfs etenswaren verkoolden. Eenmaal afgekoeld vormde het mengsel een cementachtige laag van meer dan 20 meter op de antieke stad.

Kaart die de gevolgen van de uitbarsting van de Vesuvius in 79 na Christus duidelijk laat zien. Het oude Herculaneum lag ten westen van de Vesuvius. (Foto: Wikimedia)
Kaart die de gevolgen van de uitbarsting van de Vesuvius in 79 na Christus duidelijk laat zien. Het oude Herculaneum lag ten westen van de Vesuvius. (Foto: Wikimedia)

Verkoolde zwarte staven

Herculaneum kwam weer aan het licht in 1709, toen werklui bij het slaan van een waterput stuitten op marmeren beelden. Die vondst was het startsein voor grootschalige opgravingen. De keiharde grond maakte het echter moeilijk de gebouwen helemaal bloot te leggen (wat later bij Pompeï wel gebeurde). Daarom werden tunnels gegraven, zoals bij mijnbouw.

Met archeologie hadden die eerste opgravingen niet veel te maken. Doel was vooral om zoveel mogelijk kostbaarheden naar boven te halen. Dat veranderde toen de Zwitserse ingenieur Karl Weber in 1750 de leiding kreeg. Hij ontdekte niet lang na zijn aanstelling de villa en onderwierp die aan een systematisch onderzoek. Zo mat hij alle tunnels die hij groef op, om een plattegrond te maken van het gebouw, dat zich over zo’n 250 meter (!) bleek uit te strekken.

Weber en zijn team vonden in de villa tientallen bronzen en marmeren beelden. Ook kwamen ze in één van de kamers een heleboel verkoolde, zwarte staven tegen. In eerste instantie werden die niet herkend als boekrollen, waardoor ze gewoon bij het afval verdwenen.

Pas toen iemand zag dat er letters op stonden, werd duidelijk dat het team op een privébibliotheek was gestuit. Een vondst die opwinding veroorzaakte in heel Europa en die het gebouw de naam ‘Villa dei Papiri’ gaf.

Kwik en rozenwater

De opwinding bekoelde, toen bleek dat de boekrollen vreselijk moeilijk te openen waren. Er werden allerlei methodes bedacht, maar de meeste hadden rampzalige resultaten. Zo probeerden mensen tevergeefs de aan elkaar gesmolten pagina’s los te weken met kwik of rozenwater. Bij dit soort experimenten gingen veel rollen verloren.

Het meest succesvol was de (niet al te snelle) methode van een priester genaamd Antonio Piaggio. Hij sneed eerst voorzichtig de buitenste, meest beschadigde lagen papyrus door midden zodat hij de niet-verkoolde kern eruit kon halen. De buitenste lagen schraapte hij één voor één van elkaar af, nadat hij de tekens had overgeschreven. De kern rolde hij héél langzaam open met een zelfbedacht apparaat. Zo beschadigde het binnenste van de papyrus zo min mogelijk. Het proces kon alleen wel dagen duren.

13.01.23.Herculaneum - papyri
Een van de verkoolde papyrusrollen en de uiteindelijk onrolde papyrus staaf. (foto: Peter Clemens)

Niet wéér Philodemos

Als het dan eindelijk gelukt was een rol te openen, viel de inhoud meestal tegen. Geen Plato, geen Europides, geen Cicero. De ene na de andere rol bleek vol te staan met teksten van ene Philodemos van Gadara (110 BC – ca. 40 BC): een ‘vijfderangs Griekse filosoof en vierderangs dichter’, zoals een teleurgestelde 18e eeuwse wetenschapper hem noemde.

Het feit dat er vooral teksten van Philodemos in de villa lagen, geeft ons wel een idee over wiens huis het was. Waarschijnlijk was de eigenaarLucius Calpurnius Piso Caesonius : een Romeinse consul, senator en de schoonvader van Caesar. Verschillende antieke bronnen wijzen erop dat hij de patroon van Philodemos was. Bovendien had hij genoeg geld om zo’n grote villa te bezitten, iets dat voor Philodemos zelf niet gold.

Nieuwe technieken

Doordat er geen grote schrijvers gevonden werden, nam de interesse voor de papyri af. Het openen en vertalen stond lange tijd op een laag pitje. Pas in de 20e eeuw laaide belangstelling weer op door de ontwikkeling van nieuwe technologie, zoals een computerprogramma dat letterpatronen kon herkennen. Zweedse onderzoekers gebruikten dit in de jaren ’70 om de teksten sneller te ontcijferen.

Vanaf 1999 kwam daar het Multispectral Imaging bij. Deze techniek helpt bij het ontcijferen van de stukken papyrus die zó zwart zijn, dat de eveneens zwarte letters niet meer te onderscheiden vallen. Teksten die in de 18e eeuw nog onherstelbaar ‘verbrand’ leken, kunnen met behulp van bijvoorbeeld infrarood licht toch weer leesbaar worden gemaakt.

Ook de inhoud van de papyri krijgt weer meer belangstelling. Zo werken verschillende universiteiten nu samen binnen het Philodemus Project om het werk van deze dichter / filosoof te reconstrueren. Zijn teksten geven ons niet alleen veel informatie over het Epicurisme (de stroming waartoe hij zelf behoorde), maar ook over de ideeën van andere filosofen.

19e eeuwse reconstructie van de bibliotheek van Herculaneum. (Foto: Wikimedia)
19e eeuwse reconstructie van de bibliotheek van Herculaneum. (Foto: Wikimedia)

Nog een bibliotheek?

Er zijn classici die hopen dat er alsnog werk van bekende(re) schrijvers op zal duiken. Dat is mogelijk, want de boekrollen zijn nog niet allemaal ontcijferd. Bovendien is de Villa dei Papiri nog niet helemaal onderzocht.

Sommige mensen denken dat er ergens in het niet opgegraven deel een tweede bibliotheek te vinden is. Tot nu toe zijn in de villa bijna alleen Griekse teksten gevonden en dat is vreemd voor een gebouw dat in het Romeinse Rijk stond. Het kan er op wijzen dat de Latijnse teksten in een aparte ruimte lagen. Veel rijke Romeinen deelden hun boekcollectie namelijk op die manier in.

Graven bij Herculaneum blijft echter moeizaam en duur, omdat de grond hier zo hard is. Bovendien staan op de plek van de antieke stad inmiddels nieuwe huizen, die je niet zomaar kunt slopen. Of die Latijnse bibliotheek – als hij al bestaat – snel gevonden zal worden, is dus de vraag. Voorlopig blijft het waarschijnlijk bij dromen.

13.01.23.Herculaneum - villa
De Getty Villa in Los Angeles, geïnspireerd door de plattegrond die Karl Weber maakte van de Villa dei Papiri. De Getty Villa is één van de twee locaties van het beroemde Getty Museum. (Foto: Wikimedia Commons)

Verder lezen en kijken

©GeschiedenisBeleven.nl, auteur: Heleen Geilenkirchen, eindredactie: Anne Kregting, beeldredactie: Andrea Kloet, foto’s: Wikimedia Commons en Peter Clements, maker van de website 79AD

Leestips