Waar kleine landen groot in kunnen zijn: langebaanschaatsen en woordenboeken. Het Woordenboek der Nederlandsche Taal (WNT) is namelijk het grootste ter wereld. In een digitale tentoonstelling worden enkele bronnen van dit woordenboek uitgelicht.
Door Stieneke Ritzema
Het WNT is een historisch woordenboek en bevat dus niet alleen Nederlandse woorden die op het moment van uitgeven werden gebruikt, maar beschrijft woorden vanaf 1500. Daarmee kunnen in totaal 43 banden gevuld worden. Het eerste deel verscheen in 1864, de laatste delen (aanvullingen met ook 20e-eeuwse woorden) verschenen in 2001.
De woorden en citaten in het WNT zijn afkomstig uit meer dan duizend bronnen. Boeken (en kranten) uit verschillende periodes en genres. Zestien van deze bronnen zijn in de digitale tentoonstelling in te zien. Een bakvisroman bijvoorbeeld van Cissy van Marxveldt, waar je woorden als reuzeleuk in terug kunt vinden. En een oude druk uit de verzameling van Guido Gezelle. Hij was behalve dichter ook taalonderzoeker en had een eigen collectie woorden in hun context, zijn Woordentas, die meer dan 200 boeken besloeg.
► De digitale tentoonstelling kun je hier bekijken.
Foto: beeldmerk van het tijdschrift Rond den heerd. Dit tijdschrift werd opgericht door Guido Gezelle en James Waele en behandelde ook taalkundige onderwerpen.
©GeschiedenisBeleven.nl, auteur: Stieneke Ritzema, foto: Wikimedia