De familie Isendoorn woont al 300 jaar in Kasteel Cannenburch wanneer de laatste telg de poort sluit. Stichting Geldersche Kasteelen zorgt dat de familiegeschiedenis levend blijft. Ze stellen het kasteel open voor publiek, restaureren waar nodig en zoeken naar verloren huisraad.
Door: Etienne Stekelenburg
Kasteel Cannenburch ligt aan de noordkant van de Gelderse gemeente Vaassen. In vroegere tijden is dit gebied begroeid met een ruige rietachtige grassoort. In die tijd heet Vaassen dan ook Fasna, naar de grassoort, en is de naam Cannenburch ontleend aan het Middelnederlandse woord voor riet, canna.
Maarten van Rossum (ca. 1478-1555), een gevreesde Gelderse legeraanvoerder, bouwt in 1543 zijn kasteel op de fundamenten van een middeleeuwse ruïne uit 1365. Op de poorttoren naast de brug staat de maarschalk van Gelre afgebeeld op een gevelsteen. Het origineel van de gevelsteen, daar aangebracht door zijn neef Hendrik van Isendoorn, staat in het kasteel om het te beschermen tegen weersinvloeden.
Van Rossum zal zijn slot echter nooit voltooid zien worden omdat hij in 1555 overlijdt aan de pest. De maarschalk heeft geen nazaten waardoor zijn zus Margaretha van Rossum het bouwwerk erft.
Hendrik van Isendoorn á Blois (1558-1594), drost van Bredevoort en erfmaarschalk van Hertogdom Limburg en de eerste zoon van Margaretha van Rossum en Johan de Cock van Isendoorn (voor 1465-voor 1558), erft en voltooit de bouw van het slot. Nazaten van de familie Isendoorn blijven nog 300 jaar op het kasteel wonen. De Gen Wiki van de provincie Gelderland heeft veertien generaties Isendoorn vastgelegd. Vanaf de achtste tot en met de veertiende generatie was het Kasteel Cannenburch in bezit van de familie.
De stamboom van de familie Isendoorn á Blois, zoals die in het kasteel wordt verbeeld (foto: E. Stekelenburg).
Verbouwingen
Het valt direct op dat het kasteel bestaat uit verschillende elementen en verschillende bouwstijlen. Zo zijn er in het statige slot dat Van Rossum laat bouwen elementen van de oude ruïne te zien. Aan het oostelijk deel van het kasteel staan vierkante hoektorens die net zo hoog zijn als het dak. De toren die toegang biedt tot het slot steekt boven het dak uit.
Niets wijst op een middeleeuws vestingkasteel, maar het heeft ook geen verdedigingsfunctie. Cannenburch is voor Van Rossum meer een buitenhuis.
Hendrik van Isendoorn maakt goed gebruik van het middeleeuwse bouwwerk wanneer hij het kasteel voltooit. Hij laat nog een stuk aanbouwen aan de westkant. Hierdoor ontstaat er een westelijke toren, hier is ook de katholieke huiskapel te vinden. De gemeenten rond Vaassen hebben over het algemeen een protestantse geloofsgemeenschap. Dat er in dit deel van de bijbelgordel een katholieke parochie gevestigd is, komt door de invloed van de familie Isendoorn.
De eerste bewoner van het kasteel, Maarten van Rossum op de gevel van het poortgebouw (foto: E. Stekelenburg).
Rond 1750, nadat er 200 jaar is verbouwd aan het kasteel, komen er aan weerzijde van het voorplein dienstgebouwen bij. De poorttoren dient daardoor niet langer als hoofdingang en wordt er een nieuwe brug gebouwd. Om de ingangspartij te verfraaien wordt er een mooi bordes gebouwd. Sindsdien is er aan de buitenkant niet veel veranderd aan het slot.
De indeling van de kamers is door de familie Isendoorn in de loop van drie eeuwen nog wel eens wat veranderd. Zo wordt de kamer, die eigenlijk jachtkamer had moeten worden, omgebouwd tot eetzaal. De beschildering van het plafond waarop vogels en wolken zichtbaar zijn is mooi bewaard gebleven. De jachtkamer is verplaatst naar een ander gedeelte van het kasteel. Elbert van Isendoorn á Bois (1601 – 1680), dijkgraaf van Veluwe, bouwt ook nog een bibliotheek.
Het plafond van de eetzaal, beschilderd met vogels en wolken (foto: E. Stekelenburg).
Verzameld interieur
Met het overlijden van Charlotte barones van Oldeneel tot Oldenzeel (1809-1881) en echtgenote van de Frederik Isendoorn (1784-1865) kwam er een einde aan de bewoning van Cannenburch door een Isendoorn. Na het overlijden van Frederik sterft ook het geslacht Isendoorn uit. Nazaten en erfgenamen zien het niet zitten om het kasteel te bewonen. Het kasteel zou ten prooi vallen aan de sloophamer. Dit word voorkomen doordat Eduard, baron van Lynden, het kasteel in 1882 koopt.
Barones Charlotte Theodora Maria Alexandrina is een pietje precies en houdt als een boekhoudster haar kas- en dagboeken bij. Alles wat tijdens haar verblijf in en om het kasteel aanwezig is wordt nauwkeurig beschreven en genoteerd. Haar boeken zijn wellicht de grootste schatten die het kasteel herbergt. Met deze informatie kan exact gereconstrueerd worden hoe het interieur van Cannenburch samengesteld was.
Veel van de inboedel is verloren geraakt doordat erfgenamen het meubilair verdeeld en verkocht hebben. Via giften en donaties kan de stichting Gelderse Kastelen, die tegenwoordig Kasteel Cannenburch beheert, delen van de verloren gewaande huisraad terugkopen.
Met de boeken van de barones in de hand wordt dan ook menig veilinghuis bezocht en regelmatig zijn er vermiste stukken uit de boedel teruggevonden. Goederen die gevonden worden, kunnen zonder betaling van commissie aan het veilinghuis teruggekocht worden.
Toeval en speurwerk
Het 360-delig servies dat over twee erfgenamen is verdeeld wordt door een van beide teruggebracht bij het kasteel, zodat slechts 180 delen uitgestald staan in de eetzaal. Bij toeval vindt men bij een antiquair in het Belgische Luik de collectie Chinees porselein. Na een eeuw van afwezigheid kan het weer teruggezet worden in de Cannenburchse buffetkast.
Zo wordt door toeval en speurwerk veel teruggebracht, waaronder ook de bijzondere zilveren kokosnootbeker, waarschijnlijk het doopvont van Elbert van Isendoorn (1601-1680).
Een deel van het servies dat oorspronkelijk in het bezit van de familie Isendoorn was, uitgestald op de eettafel (foto: E. Stekelenburg).
Restauratie van het slot
De laatste particuliere eigenaresse en bewoonster is de Duitse mevrouw Cleve. Zij verlaat het kasteel omdat al het Duitse bezit na de Tweede Wereldoorlog door de Nederlandse overheid wordt gevorderd. Haar man kocht het kasteel in 1906. In 1951 wordt het kasteel met daarbij de 24 hectare grond voor het symbolische bedrag van één gulden doorverkocht aan de Stichting Vrienden der Geldersche Kasteelen. Tussen 1975 en 1981 ontfermt de Stichting zich over de hoognodige restauratie. Tijdens de restauratie word gebruik gemaakt van Italiaans tufsteen en Frans kalksteen, dat later beschildert wordt. In de periode na 1981 blijkt dat het oorspronkelijke Baumberger kalksteen flink is aangetast.
Enkele jaren geleden heeft de stichting een plan neergelegd waarmee het park, de beken, de vijvers, de gracht, de bijgebouwen en het kasteel gerestaureerd wordt. Het hele complex gaat op de schop onder de naam Cannenburch Compleet. Tijdens de restauratie van 2010 is er voor gekozen om zoveel mogelijk het oorspronkelijke natuursteen te gebruiken. Het Italiaanse tufsteen gaat eruit en wordt vervangen door Baumberger kalksteen.
Zelfs de beeltenis van Maarten van Rossum op de poorttoren wordt opnieuw in Baumberger kalksteen uitgehakt, zoals het origineel uit de 16e eeuw. Zodat de eerste bewoner van Kasteel Cannenburch weer fris op de toren staat.
Zicht op kasteel Cannenburgh. (foto: Wikimedia)
Verder lezen en kijken:
- Meer artikelen over kastelen kastelenop GeschiedenisBeleven.nl
- Bezoek kasteel Cannenburch
- Filmpje over spoken in Cannenburch
- VBW architecten restaureert kastelen waaronder Kasteel Cannenburch
- Ampt Epe, de historische vereninging met diverse publicaties over Kasteel Cannenburch
- Gelders Landschap & Kasteelen met verschillende publicaties over Kasteel Cannenburch
©GeschiedenisBeleven.nl, auteur: Etienne Stekelenburg, eindredactie: Lize Noorda, foto’s: Etienne Stekelenburg.