De naam Jan Bastiaans (1917-1997) doet niet bij iedereen een belletje rinkelen. Zij die hem kennen, kennen hem als een belangrijk en roemrucht psychiater na de oorlog. Professor Bastiaans behandelde oorlogsslachtoffers met LSD, dat hen de oorlog liet herbeleven.
Door Simone Timmermans
Bastiaans reserveerde deze behandeling voor een selecte groep oorlogsslachtoffers, namelijk de overlevenden van concentratiekampen.
Tijdens zijn promotietraject specialiseerde Bastiaans zich in de psychiatrie. Hij deed onderzoek naar de samenhang tussen geest en lichaam. In het bijzonder verrichte hij daarvoor psychiatrische observaties bij voormalig verzetsleden die ziek waren geworden en een uitkering wilden krijgen. Ze kregen deze uitkering namelijk alleen toegewezen als aangetoond was dat hun klachten in direct verband stonden met de oorlog.
Littekens van de oorlog
Zelf had Bastiaans ook de nodige littekens aan de oorlog overgehouden. Tijdens zijn studententijd in Amsterdam verzette hij zich in een studentenblad tegen de verwijdering van Joodse professoren van de universiteit. Daarom werd hem in 1941 toegang tot de universiteit geweigerd.
Door een mislukte medische behandeling kon Bastiaans weinig betekenen voor het studentenverzet. Veel van zijn Joodse vrienden keerden na de oorlog niet terug. Bastiaans werd de rest van zijn leven geplaagd door survivors guilt en leek haast bezeten de kampoverlevenden te willen helpen bij het verwerken van hun leed.
Professor Jan Bastiaans. (foto via Geschiedenis24.nl)
LSD: Ongeremd vertellen
Al tijdens zijn geneeskundestudie leerde Bastiaans dat patiënten na het toedienen van een narcosemiddel vaak over hun diepste emoties begonnen te praten. Deze patiënten konden zich hier naderhand weinig van herinneren.
Eind jaren vijftig werd ontdekt dat LSD hetzelfde effect had. Met als voordeel dat patiënten zich hierbij wel konden herinneren wat ze tijdens hun roes gezegd hadden.
Andere medici zagen vooral de bijwerkingen van LSD. Zo waren gevallen bekend waarbij mensen klapwiekend het raam uit wilden stappen omdat ze dachten te kunnen vliegen. Bastiaans zag vooral hoe LSD barrières open kon breken en mensen ongeremd liet vertellen. Hij gebruikte het vanaf 1961 in zijn therapie, die al snel als ‘methode Bastiaans’ bekend stond. Vijf jaar later was Bastiaans hoogleraar Psychiatrie in Leiden en kreeg hij als enige psychiater in Nederland ontheffing van de Opiumwet. Zo kon hij LSD blijven gebruiken.
Begrijpt u nu waarom ik huil…?
De documentaire ‘Begrijpt u nu waarom ik huil…?’ laat zien hoe een sessie met LSD er aan toe ging. Filmmaker Louis van Gasteren volgde hiervoor in 1969 de behandeling van ex-verzetsman Joop Telling. Hij had diverse concentratiekampen overleefd, en werd sindsdien geplaagd door nachtmerries. Zijn vrouw Dinie: “Alles werd vergeleken met het kamp: een slagerswinkel was Bergen-Belsen, een man met een witte jas een kamparts”.
Van Gasteren toont een haast idyllische setting. We zien twee comfortabele stoelen, een bos bloemen op tafel. Auto’s rijden voorbij in de verte. De LSD doet bijna grappige dingen met Telling. Zo zegt hij uiterst verbaasd: “Op de afrit rijden de auto’s veel langzamer”. Waarop Bastiaans reageert met: “dat hoort zo”.
De LSD laat Telling teruggaan naar zijn tijd in de kampen. Telling beleeft opnieuw een ophanging en hij ziet wanhoop, ‘de drakenpoten van het nazibeest’, overal bloed. Strijdlustig zegt hij in tranen, maar met gebalde vuisten: “het is ze niet gelukt!”. Hij kijkt Bastiaans aan en zegt ineens weer treurig: ‘je wilt wel, maar jullie begrijpen het toch niet”.
Na zeven sessies met LSD ging het aanmerkelijk beter met Telling. De documentaire van Van Gasteren maakte pijnlijk duidelijk dat Nederland in de jaren zestig nog maar weinig voor oorlogsslachtoffers deed. Andere landen kenden opvang, lintjes, monumenten voor oorlogsslachtoffers, en wat hadden wij? Een Kamerdebat, een gironummer voor slachtoffers en de oprichting van het Centrum ’40-’45 waren het gevolg.
Stress-kliniek van de stichting Centrum post concentratie syndroom te Oestgeest, ook wel bekend als de Jelgersma-kliniek. Hier behandelde Bastiaans zijn patienten met behulp van LSD therapie. Anno 2009 is het gebouw in gebruik als het gemeentehuis van Oestgeest (foto: Nationaal Archief)
Kritiek op ‘Pa Bas’
Bastiaans’ naam leek definitief gevestigd. Toch ontstond onder vakgenoten steeds meer weerstand tegen zijn werk en tegen zijn persoon. Bastiaans leek verslaafd aan zijn werk. Door zijn charisma leken veel van zijn patiënten, die hij ‘mijn mensen’ noemde, van hem afhankelijk te worden. Patiënten leken hem op hun beurt te verafgoden en noemden hem ‘Pa Bas’.
Een van Bastiaans’ verpleegsters heeft overduidelijk moeite met het beantwoorden van de vraag wie zijn patiënten voor Bastiaans waren. Na een lange stilte zegt ze: “hij was zeker betrokken bij ze”. “Tegelijkertijd”, ze houdt even stil, “streelde het natuurlijk zijn ego dat hij zo belangrijk was voor zijn patiënten”.
Kritiek op Bastiaans was lastig te uiten. Een aanval op de methode-Bastiaans stond gelijk aan een aanval op het lijden van oorlogsslachtoffers. De ommekeer kwam in de jaren tachtig. In de medische wereld verschenen steeds vaker berichten over tegenvallende resultaten van zijn therapie. Dit leek Bastiaans niet te deren. Hij teerde een tijdlang puur en alleen op zijn reputatie en goede naam. Hierdoor bleef hij onaangetast.
Survivors guilt tot het uiterste
Bastiaans had van de honderden behandelingen die hij gedaan had, maar weinig verslagen gemaakt. Zelfs toen klachten van patiënten waar het bijna verkeerd mee af was gelopen naar buiten kwamen weigerde Bastiaans te stoppen. Hij werd gesteund door een intensieve lobby vanuit het voormalige verzet. Hierdoor werd het vrijwel onmogelijk Bastiaans beperkingen op te leggen. Je wilde immers niet diegene zijn die de behandeling van kampslachtoffers zou stoppen.
Bastiaans bleef geloven in zijn behandelingen met LSD. In 1988 ontving hij de hoogste onderscheiding die Nederland kent: Commandeur in de Orde van Oranje Nassau. Na zijn afscheid van de Leidse universiteit moest hij ook de Jelgersmakliniek verlaten. Toch ging hij door met werken. Een van zijn verpleegsters zegt hierover:
“Hij ging thuis door. Daar prikte hij zonder anesthesist. Dat kon hij helemaal niet meer. Hij prikte ernaast. Hij wist niet van ophouden.”
In 1993, Bastiaans was inmiddels 77 jaar oud en leed aan Alzheimer, stierf een drugsverslaafde vrouw na toediening van een hallucinogeen middel door Bastiaans. Het medisch tuchtcollege greep in, Bastiaans werd nalatigheid verweten en kreeg een verbod op uitoefening van zijn ambt.
Zijn survivors guilt leek hem tot het uiterste gedreven te hebben. Hij had te weinig kunnen doen voor zijn vrienden die de oorlog niet overleefden. Ook had hij in het verzet te weinig kunnen doen. Zijn zoon: “om maar niet te voelen heeft pa zich kapot gewerkt”. Totdat er doden vielen.
Nederlandse psychiater prof. dr. Jan Bastiaans (1917-1997), ontvangt de Forestersprijs. Nederland, 26 februari 1973. (foto: Nationaal Archief)
Verder kijken en lezen
- Meer artikelen over geneeskunde en gezondheid op GeschiedenisBeleven.nl
- Boek: Begrijpt u nu waarom ik huil…? (1969) Louis van Gasteren
- Boek: De prijs van overleven (2003) Louis van Gasteren
- Boek: De Oorlog van Bastiaans (2009), Bram Enning, Uitgeverij Augustus
- Bekijk dit interview met psycholoog Bram Enning in die het ‘De oorlog van Bastiaans’ schreef:
- Bekijk deze aflevering van Andere tijden over Jan Bastiaans (2000):
©GeschiedenisBeleven.nl, auteur: Simone Timmermans, eindredactie: Jim Pedd, beelredactie: Marjolein van der Vlies, foto’s: Wikimedia/het Nationaal Archief en alexgrey.com