Medea, Oedipus, de Bacchanten; zomaar een greep uit de Griekse tragedies die de afgelopen jaren in de Nederlandse theaters te zien waren. Antieke komedies worden daarentegen veel minder vaak opgevoerd. Waarom eigenlijk? Vinden we ze niet (meer) grappig? En waar lachten de oude Grieken om?
Door Heleen Geilenkirchen
Van de duizenden komedies die in de Griekse oudheid geschreven zijn, kennen we nu nog maar 12. De rest is in de loop der eeuwen verloren gegaan. Elf van Aristofanes en één van Menander (342 – circa 290 v.Chr.). Van de andere komedies zijn alleen losse citaten en fragmenten bewaard gebleven. Eén reden waarom er niet veel komedies opgevoerd worden, is dus dat er simpelweg niet veel meer zijn.
Het is opvallend dat er bijna alleen teksten van Aristofanes zijn overgeleverd. Dat komt niet (alleen) door zijn briljante grappen, maar vooral door zijn taalgebruik. Zijn stukken werden in de oudheid al op scholen gelezen vanwege zijn mooie stijl. Bovendien schreef hij in het dialect van klassiek Athene: het Attisch.
Intellectuelen uit latere eeuwen vonden dit een soort ideaal-Grieks. Daarom werden zijn stukken keer op keer herlezen en gekopieerd, tot in de middeleeuwen aan toe.
Cabaret
Dat zijn stukken nu nog steeds gelezen worden, had Aristofanes zelf vast niet verwacht. Zeker niet omdat ze nogal plaats- en tijdgebonden zijn. Wat dat betreft lijken ze op ons huidige cabaret. Aristofanes neemt stadsgenoten op de hak en levert soms felle kritiek op de politiek en de maatschappij.
Door die aandacht voor de actualiteit raakten zijn stukken snel gedateerd. Dat was geen probleem, want in principe waren komedies bedoeld om één keer opgevoerd te worden. Ze werden speciaal geschreven voor meerdaagse theaterfestivals. Verschillende komediedichters namen het in een wedstrijd tegen elkaar op.
Zo’n festival was een grote happening. Bij de Grote Dionysia in Athene waren rond de 15.000 toeschouwers aanwezig. De vooraanstaande mensen uit de stad zaten op de eerste rij. Een perfecte gelegenheid voor Aristofanes om zijn kritiek over hen te spuien. Alleen al in de ons bekende stukken noemt hij 300 mensen bij naam, waaronder veel politici en dichters. Vaak gaat het om een losse sneer of grap, maar soms spelen ze een echte rol in het stuk. Zo wordt Sokrates als zweverige filosoof opgevoerd in Wolken. De acteur droeg daarbij een masker dat een karikatuur was van Sokrates’ echte gezicht.
Tijdens de Grote Dionysia werden verschillende komedies opgevoerd. (foto: Wikimedia)
Hij meurt uit zijn bek als een zeehond…
Een bekend mikpunt van Aristofanes’ spot is de populistische staatsman Kleon. Hij wordt in meerdere stukken keihard aangevallen. Bijvoorbeeld in Wespen, een komedie waarin Aristofanes kritiek levert op het rechtssysteem. De hoofdpersonen in dit stuk heten Filokleon (‘vriend van Kleon’, een aan processen verslaafde oude man) en ‘Bdelykleon (‘walgt van Kleon’, zijn verstandige zoon). Namen die het publiek meteen duidelijk laten weten op wie Aristofanes zijn pijlen richt in dit stuk.
De dichter valt Kleon ongekend hard aan in dit stuk. Dat doet hij bij monde van de koorleider, die zich op een gegeven moment direct tot het publiek richt om een boekje over de politicus open te doen. In de vertaling van Hein van Dolen:
“Hij meurt uit zijn bek als een zeehond, zijn reet lijkt wel op een kameel en zijn kloten zijn smerig en goor als de kut van een heks.”
Overigens liet Kleon het er niet bij zitten. We weten dat hij Aristofanes in ieder geval één keer voor de rechter heeft gesleept. Wat het oordeel precies was, is niet bekend. Veel succes had hij in ieder geval niet, want Aristofanes ging in latere stukken vrolijk door met zijn aanvallen.
Poep, pies en seks
Het bovenstaande citaat laat zien dat Aristofanes geen blad voor de mond nam. Zijn komedies zitten vol obscene taal en grappen over poep, pies en seks. Daarbij laat hij blijken dat hij een taalvirtuoos is. Zo schijnen er in zijn stukken maar liefst 75 verschillende aanduidingen voor het mannelijk geslachtsorgaan te staan en kent hij meer dan 100 woorden voor seks.
De kostuums die de acteurs droegen, zijn ook al niet geschikt voor preutse zielen. Onder hun gewone kleding droegen de acteurs een strak pakje met grote opvulsels bij billen en buik. De mannelijke personages hadden daarbij nog een extra hulpstuk: een enorme leren fallus die ze soms met een touwtje konden bewegen. Ook hier worden uiteraard allerlei grappen over gemaakt.
De acteurs van komedies uit de Griekse Oudheid droegen veelal maskers die karikaturen waren van bekende personen. (foto’s: Wikimedia)
Komt een Spartaan bij de dokter
Draaide het dan alleen obscene grappen en beledigingen? Nou nee, Aristofanes gebruikt ook andere vormen van humor. Zo komen in zijn stukken allerlei zelfbedachte woorden en uitdrukkingen voor, waarmee hij bijvoorbeeld het taalgebruik van hippe jongeren uit die tijd belachelijk maakte.
Aristofanes laat ook op andere manieren zien dat hij meesterlijk met taal kan omgaan. Woordgrappen, dubbelzinnige opmerkingen en spitsvondige dialogen vliegen het publiek om de oren. Regelmatig legt hij personages citaten uit bijvoorbeeld tragedies in de mond. En door ze af en toe overdreven archaïsch te laten praten, parodieert hij de verheven stijl van dit genre.
Verder moeten andere culturen het ontgelden. Waar wij nu grappen maken over Belgen, ging het in de oudheid over Spartanen of Skythen. Deze personages dragen op het toneel bizarre outfits en praten raar. Zo laat Aristofanes in Vrouwenpolitiek een dommige Skytische politieman een soort brabbel-Grieks spreken.
Valt er nog wat te lachen?
Voor het oud-Griekse publiek waren de komedies van Aristofanes ongetwijfeld hilarisch. Niet voor niets won hij verschillende keren prijzen op de theaterfestivals. Maar veel van zijn grappen zijn voor een hedendaags publiek niet te begrijpen.
Van de ruim 300 mensen die in de stukken bespot worden, kent een hedendaagse toeschouwer misschien een handvol. En de citaten uit tragedies doen ook niet bij iedereen een belletje rinkelen. Wat overblijft zijn de absurde en fantasierijke plots, bijvoorbeeld over mensen die een nieuwe stad bouwen in de lucht of over een verwijfde god die verkleed als Herakles afdaalt in de onderwereld. En de vele woordgrappen en dubbelzinnige opmerkingen, voor zover het lukt die in een andere taal over te brengen.
Het opvoeren van klassieke tragedies – met hun meer universele thema’s – is waarschijnlijk een makkelijkere keuze. Toch is er af en toe een gezelschap dat het aandurft om een stuk van Aristofanes op de planken te brengen. Of dat grappig is, is natuurlijk grotendeels een kwestie van smaak. Het betekent in ieder geval een mooie uitdaging voor de vertaler.
Van alle komedies die in de Griekse oudheid geschreven zijn, zijn er nu nog maar 12 in zijn geheel bekend. De schrijvers van deze stukken zijn Aristofanes (links) en Menander (rechts). In het midden is een buste te zien waarin de hoofden van de twee schrijvers zijn verwerkt. (foto’s: Wikimedia)
Verder lezen en kijken
- Lees het dossier Theater in de Oudheid
- Meer artikelen over de oudheid of het Romeinse Rijk op GeschiedenisBeleven.nl
- De Griekse Komedie (1999), Hein L. Van Dolen, Athenaeum – Polak & Van Gennep.
- Tijdens de Week van de Klassieken kun je gratis het boek De Kikkers van Aristofanesmet inleiding en vertaling van Marietje d’Hane-Scheltema downloaden.
- Teksten en Engelse vertalingen van veel andere komedies van Aristofanes vind je in dePerseus Digital Library.
- Luister naar een Engels hoorspel van Wespen uit 1909.
©GeschiedenisBeleven.nl, auteur: Heleen Geilenkirchen, eindredacteur: Nienke Smit, beeldredacteur: Kim Vlietman, foto’s: Wikimedia