Locke en Wolff: de supernannies van de 18e eeuw

Detail van een schilderij van Cornelis Troost: Familiegroep bij een clavecimbel, 1739.

Supernanny Jo Frost is tegenwoordig steun en toeverlaat van wanhopige ouders die worstelen met onhandelbare kinderen. Ouders in de 18e eeuw kregen advies van de Britse filosoof John Locke en de Nederlandse schrijfster Betje Wolff.

Door Inge den Boer

Zet op dinsdagavond de televisie aan en je ziet hoe een gezette Britse nanny een hysterisch kind in de ‘naughty corner’ plaatst om af te koelen. Of hoe de kalende kinderfluisteraar Derek Ogilvie zijn telepathische gaven gebruikt om erachter te komen waarom een kind zich onuitstaanbaar gedraagt. Voor opvoedkundige adviezen kijken we tegenwoordig naar programma’s als EHBO: Eerste Hulp bij Opvoeden of lezen boeken met titels als How2talk2kids en Operatie Opvoeden.

In de 18e eeuw kwamen opvoedingsadviezen echter niet van helderzienden of kindermeisjes, maar van filosofen en schrijfsters.

Mini-volwassenen

Voor opvoeding was in de 17e eeuw nauwelijks aandacht. Volwassenen zagen kinderen als mini-volwassenen die zich ook zo dienden te gedragen. Dit veranderde in de 18e eeuw.

In deze tijd van de Verlichting werd er veel gefilosofeerd en gediscussieerd over de ideale maatschappij, de wetenschap, de natuur en de mens. De theorie over de werking van de menselijke geest van de Britse filosoof Thomas Hobbes (1588–1679) vormde een basis voor de toenemende aandacht voor opvoedkunde en onderwijs.

Volgens Hobbes krijgen de ideeën en gedachten van een mens vorm door alle indrukken die hij tijdens zijn leven opdoet. Met name de indrukken uit zijn kindertijd zijn bepalend voor zijn gedachten en gevoelens als volwassene. Daarmee kwam er een grote verantwoordelijkheid bij de opvoeders te liggen en kregen opvoeding en onderwijs een grotere betekenis. Een stroom van opvoedkundige adviesliteratuur kon niet uitblijven. De Brit John Locke en de Nederlandse Betje Wolff schreven twee veel gelezen verhandelingen over opvoeding.

Een 18e eeuws gezin. De vader des huizes is John Coakley Lettsom (1733–1810), een geliefd figuur in 'verlichtte' kringen. (Foto: Wikimedia)
Een 18e eeuws gezin. De vader des huizes is John Coakley Lettsom (1733–1810), een geliefd figuur in ‘verlichtte’ kringen. (Foto: Wikimedia)

Egocentrische kinderen

In een briefwisseling met een vriend zette John Locke (1632–1704) zijn ideeën over opvoeding uiteen. Locke woonde twee jaar in Holland en schreef in die tijd brieven waarin hij zijn vriend vertelde hoe hij zijn zoon het best kon opvoeden. Deze brieven zijn later gebundeld en uitgegeven als Some Thoughts Concerning Education. Locke verwierp het idee – in zijn tijd gangbaar – dat een mens met aangeboren kennis ter wereld komt. Nee, hij zag elke baby juist als onbeschreven blad, een ‘tabula rasa’.

Locke deelde Hobbes’ ideeën over de vorming van de menselijke geest door alle levenservaringen en indrukken. Locke vond een juiste opvoeding dan ook noodzakelijk. Hij meende hiermee de persoonlijkheid van een kind te kunnen vormen.

Ieder mens is geneigd te handelen uit eigenbelang, dacht John Locke net als Hobbes. Ongeacht leeftijd streeft een mens vooral naar persoonlijk geluk. Ook kinderen. Locke’s zag dit idee bevestigd in kinderen die er alles aan doen om hun zin te krijgen. Locke vond het daarom belangrijk om de van nature egocentrische kinderen te disciplineren en een sobere levensstijl bij te brengen.

Zijn advies: leer ze eerbied hebben voor hun ouders en straf ze wanneer ze iets stouts doen. Lijfstraffen keurde Locke af. Dan leert een kind iets af uit angst voor slaag. Veel beter vond hij het om kinderen voldoening te leren halen uit goed gedrag.

De filosofen John Locke en Thomas Hobbes . (foto's: Wikimedia)
De filosofen John Locke en Thomas Hobbes . (foto’s: Wikimedia)

Oprecht en onbevangen

Iemand met een geheel andere kijk op kinderen was Betje Wolff (1738–1804). Haar boek Proeve over de opvoeding verscheen een aantal jaren na Locke’s verhandeling. Wolff was een romanticus: ze zag kinderen als van nature goed, oprecht en onbevangen. Wolff meende dat kinderen tijdens het opgroeien een natuurlijke ontwikkeling doormaken.

Ze vond het dan ook niet goed om de kinderlijke aard te onderdrukken. Haar advies: laat kinderen vrij en begeleid ze, dan leren ze meer en behouden ze hun kinderlijke eigenschappen.

De vader gold in de 18e eeuw als de belangrijkste opvoeder. Wolff wilde in haar boek juist moeders aanmoedigen zich meer met de opvoeding van hun kind bezig te houden. In haar visie waren vrouwen niet alleen moeder, maar ook onderwijzeres, mentor en spiritueel begeleider.

Geld maakt niet gelukkig

Ondanks alle verschillen vertonen de opvoedkundige ideeën van John Locke en Betje Wolff ook overeenkomsten. Beiden hechtten in de opvoeding veel waarde aan kennis, verstand en rede. Ze waren het erover eens dat kinderen prima in staat zijn hun eigen fouten te erkennen, mits je ze uitlegt waarom iets fout is en niet mag. Het komt dus aan op een goede communicatie met het kind. Beiden vonden dat kinderen moesten leren luisteren naar hun verstand en zich niet moesten laten leiden door hun verlangens.

Zowel Wolff als Locke hechtten veel waarde aan deugdzaamheid en zedelijkheid. Hun advies: voed kinderen op met het idee dat geld niet gelukkig maakt en dat ieder mens van waarde is.

12.01.10.Opvoeding - Betje Wolff en tekening
Betje Wolff schreef het boek ‘Proeve over de opvoeding, Aan de Nederlandse moeders’ . Rechts een gravure uit dit boek door N. van der Meer.   

Opvoeders zonder kinderen

De boeken van Locke en Wolff hebben een grote bijdrage geleverd aan de ontwikkeling van de pedagogiek. Opvallend is dat zowel John Locke als Betje Wolff zelf geen kinderen hadden. Locke bleef ongehuwd en Wolff had een kinderloos huwelijk. Toch schreven beiden een boek met opvoedkundige adviezen.

Met hun verhandelingen over opvoeding wilden ze vooral een bijdrage leveren aan de samenleving. Locke maakte zich zorgen over de ‘corruptie van de jeugd’ en voelde zich geroepen hier iets aan te doen. Wolff vond dat er te weinig boeken met opvoedkundige adviezen voor moeders waren. Zij schreef daarom een boek met simpele en positieve adviezen die moeders meteen in de praktijk konden brengen.

Wiens opvoedkundige adviezen hebben uiteindelijk de tand des tijds doorstaan? Is Wolff of juist Locke populair bij de supernannies van vandaag?

Tegenwoordig delen we Betje Wolff’s idee dat kinderen van nature goed en onbedorven zijn. Toch vinden veel ouders het moeilijk duidelijke regels te stellen en deze na te leven. Juist in programma’s als EHBO zie je hoe supernanny Jo Frost de rust, reinheid en regelmaat terugbrengt in een gezin.

Het is deze discipline die Locke als belangrijk element in de opvoeding beschouwde. Een beetje van Betje en een snufje van John dus.

The Gore Children door John Singleton Copley, 1755.
Kinderen afgebeeld als kleine volwassenen in de 18e eeuw: The Gore Children door John Singleton Copley, 1755.

Verder lezen en kijken

  • Meer artikelen over de 18e eeuw en filosofie op GeschiedenisBeleven.nl
  • Some Thoughts Concerning Education (1693), geschreven door John Locke.
  • Proeve over de opvoeding (1779), geschreven door Elisabeth Wolff  Bekker.
  • Vijf eeuwen opvoeden in Nederland (2010), geschreven door Nelleke Bakker en anderen.
  • Bekijk ook het college van dr. Steven Hicks, filosofieprofessor aan Rockford College, over John Locke en opvoeding.

©GeschiedenisBeleven.nl, auteur: Inge den Boer, eindredactie: Margriet Pflug, beeldredactie: Andrea Kloet. Afbeeldingen: Rijksmuseum en Wikimedia Commons.

Leestips