Om een eventuele inval van zijn oosterburen te stuiten, wierp Frankrijk vóór de Tweede Wereldoorlog aan de grens met Duitsland de Maginotlinie op. De Duitsers bouwden daarop de Westwall. Militair historicus Pieter Hoogenraad vergelijkt het succes van beide verdedigingssystemen.
Door Helm Horsten
In Hackenberg in Lotharingen, in het oosten van Frankrijk, zijn de resten van de Maginotlinie nog te zien. Het is een indrukwekkend stelsel van kilometerslange gangen. De gangen waren haast een soort ondergrondse stad. In de loopgraven was er ruimte voor bijna 1000 soldaten, groot geschut, een eigen energie-opwekking en keukens.
Hackenberg is een mooi voorbeeld van een ‘gros ouvrage’, een groot fort, uit de Maginotlinie. De Fransen legden deze verdedigingslinie aan vanaf 1930 vanwege de Duitse dreiging.
Afwachten of aanvallen
Militair historicus Pieter Hoogenraad treedt op als reisbegeleider bij een reis over dit thema. Hij vertelt wat de aanleiding was voor de aanleg voor de Maginotlinie: “De Fransen hadden tot aan het begin van de Eerste Wereldoorlog de aanvalsfilosofie van ‘l’attaque à l’outrance’. Afwachten achter een verdedigingslinie paste daar helemaal niet bij.”
Hoogenraad vervolgt: “Die tactiek mislukte echter totaal als gevolg van de Duitse opmars in augustus1914. De Fransen moesten zich toen terugtrekken en strijd voeren op terrein dat ze niet kenden. Na de Eerste Wereldoorlog werd daarom besloten het roer om te gooien. Een belangrijke aanvullende afweging daarbij was dat Frankrijk veel minder inwoners had dan Duitsland en het dus niet op een grote veldslag kon laten aankomen.”
Van alle machinerie die in de ouvrages geplaatst werd, was aan de oppervlakte eigenlijk nauwelijks iets te zien.
Links en rechts paaien
“Gekozen werd voor een idee van Philippe Pétain (1856-1951), de held uit de Eerste Wereldoorlog: een fortenlinie van Longuyon naar Wissembourg, de noordgrens tussen beide landen. Naar het zuiden moest een veel lichtere fortenrij komen, langs de Rijn tot aan de Alpen. Ten slotte kwam er een linie langs de grens met Italië. De Maginotlinie bestond in het totaal uit 49 grote en kleine ouvrages en daartussen zo’n 180 ‘casemates d’intervalle’.”
De fortenlinie werd vernoemd naar minister André Maginot (1877-1932). “Die wist”, aldus Hoogenraad, “het plan door de Assemblée Nationale te krijgen door tegen rechts te zeggen dat het in het belang van het patriottisme was. Links wist hij te paaien met de gigantische werkgelegenheid die eruit voort zou komen. Uiteindelijk waren er zelfs te weinig Fransen om eraan te werken, zodat nota bene Duitse arbeidskrachten ingehuurd moesten worden. En die vertelden dan in eigen land natuurlijk uitgebreid hoe de constructies er precies uitzagen.”
Het gangenstelsel onder de ouvrages was zo uitgebreid dat er gebruik gemaakt werd van spoorlijnen, zoals de foto hierboven van de ouvrage Michelsberg laat zien.
Het Duitse antwoord
In de periode 1935-1940 kwamen de Duitsers met het antwoord op de Maginotlinie: de Westwall, ook wel bekend onder de naam Siegfriedlinie. Een bekend beeld vormen de rijen betonnen driehoeken, de drakentanden, die bedoeld waren om tanks tegen te houden.
Hoogenraad beschrijft de Westwall: “De Duitsers dekten met hun linie in tegenstelling tot de Fransen een veel groter deel van de grens. Hun Westwall begon bij Kleef aan de Nederlandse grens en eindigde bij Bazel. Omdat Nederland neutraal was, hoefden ze het gebied boven de grote rivieren niet af te dekken, dachten ze. Zowel de Fransen als de Duitsers gingen ervan uit dat Zwitserland bij een eventuele oorlog neutraal zou blijven. Die grens werd dan ook niet verdedigd met een linie.”
“De uitvoering van de Westwall werd door Organisation Todt uitgevoerd. “Bij de aanleg waren op een bepaald moment maar liefst 250.000 arbeiders aan het werk”, aldus Hoogenraad. “Zij moesten het veel eenvoudiger aanpakken dan de Fransen. De bunkers van de Duitse Westwall waren dan ook veel minder zwaar dan de gigantische forten van de Fransen. Maar het waren er wel veel meer: ruim 17.000 bouwwerken.“
Naast bunkers bestond de Westwall vooral uit anti-tank obstakels. Lange rijen drakentanden slingerden zich door het landschap. Ook vandaag de dag vinden we hiervan de overblijfselen nog terug.
Vals gevoel van veiligheid
Wijs geworden door de ervaringen in 1916 met de forten rond Verdun, zorgden de Fransen ervoor dat de achterkant van de versterkingen van de Maginotlinie minder goed te verdedigen was dan de voorkant. Mocht een fort dan toch ingenomen worden door de Duitsers, dan konden de Fransen die weer makkelijk terug veroveren, zo was de gedachte. De Maginotlinie bestond uit een enkele serie forten.
Volgens de Britse generaal Alan Brooke gaf de Maginotlinie de Fransen daardoor een vals gevoel van veiligheid. Als de vijand er op één plek doorheen was, zat er meteen een gat in de linie en werd verdere verdediging een hachelijke zaak.”
De Duitsers hadden het volgens Hoogenraad in dit opzicht beter bekeken. Hun Westwall was dieper en bestond uit meerdere lagen. Het grote probleem van de Maginotlinie was dat die niet werd doorgetrokken naar het Kanaal, stelt hij.
“Maar in het westen was het laaggelegen terrein minder geschikt om diep in te graven. Dat gebied kent ook verschillende industriegebieden, zoals bij Lille en Roubaix. Dat zou de aanleg erg omslachtig maken en veel geld gaan kosten. Daarom ontstond het idee om het Franse leger bij een eventuele Duitse aanval vanuit het noorden België in te sturen. Een mobiele doortrekking van de Maginotlinie dus. Maar dat betekende dan wel weer dat de soldaten op plekken moesten vechten die ze niet goed kenden zonder de bescherming van forten. Een bijkomend probleem was dat België zich neutraal had verklaard”.
Linies in actie
Toen Duitsland in 1939 Polen binnenviel, trokken de Fransen door een gat in de verdediging bij de rivier de Saar Duitsland binnen. Hoogenraad: “Daar stuitten ze direct op de Westwall. Al spoedig draaiden ze weer om. De Westwall liet toen dus al meteen zijn afschrikwekkende werking zien.”
“Toen de Duitsers een half jaar later een westelijk front openden, kozen ze voor een opmars via de Ardennen. Ze trokken dus om de Maginotlinie heen. Uiteindelijk voerden ze wel een aanval uit op de Maginotlinie. Alleen maar om te laten zien dat die linie niet ondoordringbaar was. Een paar forten werden ingenomen maar van de gros ouvrages is er toen echter geen enkele in de handen van de Duitsers gevallen. Die hebben allemaal stand gehouden.”
In de laatste fase van de Tweede Wereldoorlog kregen zowel de Maginotlinie als de Westwall weer een functie. De Geallieerden moesten toen namelijk eerst de door de Duitsers bemande Maginotlinie innemen en vervolgens de Westwall zien te veroveren. In sommige gevallen zoals in het Hürtgenwald in de Eifel ging dat ten koste van grote verliezen.
In de tweede helft van 1944 wisten de geallieerde strijdkrachten uiteindelijk door de Siegfriedlinie heen te breken.
And the winner is …
Als Pieter Hoogenraad gevraagd wordt welk systeem nu het best gefunctioneerd heeft, kiest hij de Maginotlinie als ‘winnaar’. “De Maginotlinie moest ervoor zorgen dat de Duitsers er bij een aanval niet doorheen kwamen. En dat is gelukt, ze zijn er omheen getrokken. De Westwall is daarentegen wel veroverd.”
“Toch was het hele concept van de Maginotlinie verkeerd. Als je al voor zo’n vaste linie zou kiezen, had je hem moeten doortrekken tot het Kanaal. Maar beter is het toch om een mobiele linie te hebben. Daarom zeggen critici dat de Fransen hun geld uiteindelijk beter hadden kunnen investeren in eenheden zoals luchtmacht en pantserdivisies.”
Verder lezen en kijken
- Meer artikelen over militaire geschiedenis op GeschiedenisBeleven.nl
- Boek The Maginot Line 1928-45 (2003), William Allcorn, Osprey Publishing.
- Boek Der Westwall von Kleve bis Basel (2002), door Dieter Robert Bettinger, Hans-Josef Hansen & Daniel Lois, Podzun-Pallas Verlag.
- Luister naar het Westwall lied op YouTube
- De Westwall heden ten dage
- Plaatjes van de Maginotlinie heden ten dage
©GeschiedenisBeleven.nl, auteur: Helm Horsten, eindredactie: Nienke Smit, beeldredactie: Nienke Hottinga, foto’s Wikimedia