Nederland verantwoordelijk voor Srebrenica

Vrouwen in Potocari bij de herdenking van de Val van Srebrenica. 11 juli 2007. (Foto: Wikimedia)

Ruim tien jaar na de val van Srebrenica wordt de Nederlandse staat verantwoordelijk gehouden voor de moord op drie moslim-mannen. Dit gerechtelijke besluit heeft oud stof doen opwaaien. Is de Nederlandse Staat mede-verantwoordelijk voor de massamoord en genocide? Hadden Nederlandse militairen het drama kunnen voorkomen?

Door Patrick Bek

Tussen 1992 en 1995 is Bosnië-en-Herzegovina het bloedige toneel van een burgeroorlog tussen Bosniakken (Bosnische moslims), Kroaten en Serviërs. Westerse UNPROFOR-troepen kijken machteloos toe hoe het Servische leger, onder leiding van generaal Ratko Mladic, zijn wapens gebruikt tegen de Bosnische burgerbevolking. Tientallen steden en dorpen worden belegerd. De Bosniakken, islamitisch en loyaal aan de Bosnische regering, vallen ten prooi aan massamoord en verkrachting. Zo worden in Srebrenica ruim 7.000 Bosniakken vermoord. Onder toeziend oog van Nederlandse vredestroepen.

Val van Srebrenica

Duizenden Bosniërs slaan aan het begin van de oorlog op de vlucht. Niet alleen Bosniakken, ook Bosnische Kroaten en Serviërs verlaten noodgedwongen huis en haard. De Verenigde Naties besluiten al in 1992 dat er ingegrepen moet worden en diverse gebieden worden benoemd tot safe areas. Deze enclaves worden beveiligd door UNPROFOR-troepen en moeten een veilig heenkomen garanderen voor vluchtelingen.

Onder leiding van de Nederlandse luitenant-kolonel Thom Karremans houden Nederlandse Dutchbat-militairen toezicht op de enclave Srebrenica.

Hoofdkwartier van Dutchbat in Potocari. (Foto: Wikimedia)
Hoofdkwartier van Dutchbat in Potocari. (Foto: Wikimedia)

Generaal Mladic trekt zich niets aan van de internationale afspraken en belegert in juli 1995 verschillende enclaves, waaronder die van Srebrenica. Zonder veel tegenstand weet hij de stad te veroveren. Duizenden Bosnische moslims vluchten voor het geweld en zoeken hun toevlucht bij de Nederlandse basis in Potocari. Maar daar wordt hen de toegang ontzegt. Ook de Bosnische werknemers van de basis die niet in het bezit zijn van een VN-pasje, worden zonder pardon buiten de poort gezet.

De VN-leiding in Sarajevo besluit dat iedereen binnen de safe areas beschermd dient te worden, maar dit bericht bereikt de Dutchbat-leiding te laat. En zelfs al zou het bericht hen bereikt hebben, dan nog hadden ze met de middelen die ze hadden weinig kunnen uitrichten.

De Nederlandse militairen staan machteloos tegenover de overmacht van Mladic en helpen min of meer gedwongen moslimmannen en –vrouwen van elkaar te scheiden. En zo kijken zij toe hoe de mannen buiten de muren van Potocari in bussen worden afgevoerd, om vervolgens, zo bleek later, in de heuvels van Srebrenica te worden omgebracht.

Schuldvraag

Langzaam dringt door welke ramp zich onder de ogen van Dutchbat-troepen heeft voltrokken. Zo ook in Nederland. Het ineffectieve optreden van de vredestroepen doet veel vragen rijzen. Waarom grepen de Nederlandse militairen niet in? Waarom verbood het VN-mandaat militairen deel te nemen aan de oorlog en de wapens op te nemen? En wie was er nu eigenlijk echt verantwoordelijkheid voor veiligheid van de enclaves?

In september 1996 vraagt de Nederlandse regering het Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie (NIOD) de precieze toedracht van het drama te onderzoeken. De resultaten van dit onderzoek worden in april 2002 gepresenteerd. Het NIOD-rapport velt een hard oordeel: De Nederlandse Staat is medeverantwoordelijk voor wat er in Sebrenica gebeurd is. Bovendien was de vredesmissie vanaf het begin gedoemd te mislukken door het gebrek aan politieke regie en voorbereiding. Het feit dat Defensie tijdens en na de oorlog misstanden heeft verzwegen is slechts koren op de molen van de pers. Premier Kok neemt de politieke verantwoordelijkheid op zich en treedt samen met zijn voltallige kabinet af.

Daarmee was de zoektocht naar schuldigen voor de direct betrokkenen nog niet afgerond. Nabestaanden besluiten daarom juridische stappen te ondernemen. In 2007 klagen de Vrouwen van Srebrenica de Nederlandse Staat en de VN aan. Zonder enig succes worden processen gevoerd en getuigen gehoord. In juli 2011 komt daar verandering in. Het gerechtshof in Den Haag verklaart dat Dutchbat ten onrechte vluchtelingen toegang heeft ontzegd tot de basis in Potocari. En omdat de effectieve controle over de basis volgens de rechter ligt bij het land dat de vredestroepen levert, is de Nederlandse Staat verantwoordelijk voor de moord op tenminste drie moslimmannen.

Begrafenis bij Potocari
Begrafenis bij Potocari

Een onjuist besluit?

Dit besluit stuit op verzet. Zo noemt de oud-kolonel Charles Brantz dit besluit “onzinnig” en “onjuist”. In een interview met Argos beschrijft hij hoe hij in Tuzla als VN-commandant nauw betrokken was bij de verdediging van Srebrenica. Hoewel de Nederlandse regering Dutchbat-officieren adviseerde lag de werkelijke besluitvorming bij de VN-leiding in Zagreb en Sarejevo. Alleen zij hadden kunnen besluiten om het Dutchbat-mandaat te verruimen. Als zij dat hadden gedaan hadden Nederlandse militairen wellicht meer kunnen betekenen voor de mannen van Srebrenica.

Desalniettemin heeft de Dutchbat-leiding wel degelijk inschattingsfouten gemaakt. Zij waren volgens eerder vastgelegde VN-richtlijnen verantwoordelijk voor iedereen op de basis. Zij hadden dus niemand mogen weigeren of wegsturen. Een maand na de rechterlijke uitspraak neemt oud-commandant Karremans in een interview met de NOS dan ook de volledige verantwoordelijkheid voor dat besluit op zich. Volgens Karremans hebben degenen die mensen hebben weggestuurd dat gedaan onder zijn leiding. De voormalig kolonel houdt er dan ook ernstig rekening mee dat ook hij binnenkort voor de rechter moet verschijnen.

Toekomstige vredesmissies

De val van Srebrenica laat diepe sporen na. Naast de emotionele schade, leidt dit drama tot meer voorzichtigheid bij het uitzenden van Nederlandse militairen. Welke bevoegdheden hebben de Nederlanders precies? En wie is er verantwoordelijk voor als het fout gaat? Het recente vonnis van het Haagse gerechtshof zorgt voor rust bij de nabestaanden, maar voor onrust in de Nederlandse politiek. De gevolgen voor toekomstige vredesmissies zijn nog niet te overzien. Wat wel duidelijk is, is dat niemand een tweede Srebrenica op zijn geweten wil hebben.

Muur met namen bij het Potočari genocide memorial bij Srebrenica.
Muur met namen bij het Potočari genocide memorial bij Srebrenica. (foto: Wikimedia)

Verder lezen en kijken

  • Lees ook het artikel Bosnië: Hoe vrienden, vijanden konden worden, artikel op GeschiedenisBeleven.nl
  • Karremans in Nieuwsuur (3/8/2011) over strafvervolging Dutchbat
  • Peter Bootsma, Srebrenica: Het officiële NIOD-rapport samengevat (2002).
  • Raymond van den Boogaard, Zilverstad: De Haagse verduistering van het drama Srebrenica (2005).
  • Mient Jan Faber, Srebrenica: De Genocide die niet werd voorkomen (2002).
  • Selma Leydesdorff, De leegte achter ons laten: Een geschiedenis van de Vrouwen van Srebrenica (2008).
  • Historisch Nieuwsblad over het NIOD-rapport
  • Nationaal Historisch Museum over de val van Srebrenica
  • Srebrenica en de Nederlandse geschiedeniscanon
  • Video: “Don’t shoot the pianoplayer”. Gesprek tussen Karremans en Mladic


©GeschiedenisBeleven.nl, auteur: Patrick Bek, eindredactie: Wytse Vellinga

Leestips