Petra ontdekt: het verhaal van een woestijnstad

Petra's bekendste monument El-Khazneh Far’aun, de schatkamer van een Farao? (foto: wikimedia).

Diep verscholen in de woestijn van Zuid-Jordanië ligt de eeuwenoude stad Petra. De spectaculaire ruïnes, gebeiteld met de hand in zandstenen rotsen, roepen vele vragen op bij haar bezoekers en wetenschappers. Wat was dit voor plaats, wie hebben het gebouwd en waarom?

Door Frank Beijaard

In 1812 ontdekte de Zwitserse ontdekkingsreiziger Johann Ludwig Burckhardt (1784-1817) met behulp van lokale bedoeïenen de stad Petra. Sinds zijn ontdekking maken miljoenen toeristen de reis van Burckhardt om de indrukwekkende ruïnes van deze verborgen stad te zien. Maar wat weten we tegenwoordig eigenlijk van deze mysterieuze stad en haar inwoners?

Schatkamer van de Farao?

Petra - doorkijkjeNa Burckhardt’s ontdekking bestond er veel onduidelijkheid over de identiteit van de bouwers van Petra. De lokale bedoeïenen noemden het grootste en bekendste monument van de stad El-Khazneh Far’aun, of ‘schatkamer van de Farao’. Ze dachten namelijk dat de ruïnes eeuwenoude schatkamers waren van de Egyptische farao’s.

Archeologen waren echter niet overtuigd van dit verhaal. De architectuur van ‘de schatkamer’ kwam helemaal niet overeen met de traditionele Egyptische bouwstijl van de farao’s.

Griekse en Latijnse antieke teksten gaven andere aanwijzingen voor de identiteit van de bewoners van Petra. Strabo (64 v. Chr. – 4 n. Chr.) en Flavius Josephus (37-100 n. Chr.) schrijven over een imposante en welvarende stad in het Nabije Oosten.

Ze noemen de stad Petra, wat in het Grieks ‘rots’ betekend. Het was de hoofdstad van het machtige koninkrijk van de Nabateeërs, dat zich uitstrekte over modern Jordanië, Syrië, Saoedi-Arabië en Israël. Ze waren rijke handelaren die de karavaanroutes in het Nabije Oosten domineerden. Hoewel de oorsprong van Petra gehuld blijft in mysteriën, lijkt haar verhaal te beginnen met de komst van de Nabateeërs.

De Nabateeërs

Verschillende archeologische onderzoeken stellen dat de Nabateeërs niet de eerste bewoners waren van het gebied. Vondsten in en rondom Petra tonen aan dat er al menselijke activiteit was rond 1200 v. Chr. Deze voorgangers van de Nabateeërs waren waarschijnlijk de Edomieten, een volk dat genoemd wordt in de Bijbel. Zij noemden het gebied Edom, Hebreeuws voor rood en een verwijzing naar de kleur van de lokale zandstenen rotswanden. Rond het begin van de zesde eeuw v. Chr. migreerde de Arabische stam van de Nabateeërs naar Edom. Ze verdreven de Edomieten en namen de macht over.

Het is niet duidelijk waarom de Nabateeërs naar Edom migreerden. Gedacht wordt dat zij aangetrokken werden door de welvaart van de handelskaravanen die door het gebied trokken. Vanaf de vierde eeuw v. Chr. ontwikkelden de Nabateeërs zich tot een machtige beschaving van handelaren. Al snel maakten zij de dienst uit in grote delen van het Nabije Oosten.

De van oorsprong nomadische Nabateeërs verruilden al snel hun tenten voor stenen huizen en met de rijkdommen die ze verkregen door de handel, kleedden ze hun hoofdstad Petra met veel pracht en praal aan.

De roodroze rotswanden van Petra (foto: wikimedia).
De roodroze rotswanden van Petra (foto: wikimedia).

Wierook en specerijen

Petra begon als knooppunt van enkele belangrijke handelsroutes die door het Nabije Oosten liepen. Producten zoals zijde, wierook en specerijen uit het Verre Oosten en het Arabische schiereiland vonden hiervandaan hun weg naar het Westen. De commerciële handel van en naar Petra groeide sterk vanaf de eerste eeuw v. Chr. De reden hiervoor was een groeiende vraag naar luxe artikelen in Rome, de Griekse stadstaten en Egypte. In deze bloeiperiode ontwikkelde Petra zich tot een van de belangrijkste en welvarendste handelscentra van het Nabije Oosten.

Het vervoeren van handelswaar van het Nabije Oosten naar het Middellandse zeegebied was een riskante onderneming. Kennis van de woestijn en voornamelijk haar waterbronnen was van essentieel belang voor handelaren. De Nabateeërs zagen al snel in dat hun deskundigheid op dat gebied van grote waarde was. Petra bood de handelaren tegen betaling een veilig onderkomen. Ook bouwden de Nabateeërs nederzettingen bij belangrijke waterbronnen om belastingen te innen van buitenlandse handelaren.

Niet alle inkomsten van de Nabateeërs werden op een legitieme manier verkregen. Overvallen en afpersingen waren middelen die niet werden geschuwd om geld te verdienen aan de karavanen.

Ingenieuze architecten

Petra - tempelDe locatie van Petra was alles behalve gunstig als woonplaats. Ondanks de grandeur van haar grafkamers en tempels, was Petra vooral een stad van mensen. Het ontbreken van een nabijgelegen waterbron vormde dan ook een groot probleem.

De Nabateeërs wisten Petra leefbaar te maken door een ingenieus systeem van cisternen, kanalen en aquaducten te bouwen. Water werd soms van kilometers ver naar de stad getransporteerd. Geschat wordt dat het waternetwerk zo efficiënt was dat het 100.000 mensen kon voorzien van vers water. Dit terwijl Petra in haar hoogtijdagen ‘slechts’ 20.000 inwoners had.

De Nabateïsche architecten blonken niet alleen uit in het aanleggen van infrastructuren. Ook hun mengeling van verschillende antieke bouwstijlen doet archeologen nog steeds versteld staan.

Petra was niet alleen een handelscentrum in het Nabije Oosten, ze was ook een smeltkroes van velerlei culturen. Als gevolg van hun economische contacten met verschillende samenlevingen, raakte de Nabateïsche cultuur beïnvloed door een variatie aan uitheemse bouwstijlen. In de gebouwen zijn Griekse, Romeinse en Egyptische elementen terug te vinden.

Teloorgang

Eeuwenlang bloeide Petra in de Jordaanse woestijn als de hoofdstad van het Nabateïsche rijk. Velen probeerden de stad te veroveren, maar zonder succes. Zelfs Alexander de Grote (356-323 v. Chr.) zette nooit voet in Petra en ook zijn opvolgers lukten het niet om de Nabateeërs te onderwerpen. Zowel Antigonus ‘de eenogige’ (382-301 v. Chr.) evenals zijn zoon Demetrius (337-283 v. Chr.) probeerden tevergeefs Petra te veroveren.

Aan dit succesverhaal kwam een einde met de komst van de Romeinen. In 106 n. Chr. veroverde de Romeinse keizer Traianus (53-117 n. Chr.) het Nabateïsche rijk. Hoewel Petra haar positie als hoofdstad verloor, bleef zij nog voor lange tijd een welvarende handelsstad.

De echte teloorgang van de stad kwam pas met de verplaatsing van de handelsroutes naar de Rode Zee. De karavanen verdwenen en daarmee ook de inkomsten van Nabateeërs. Tenslotte werd de stad in 363 n. Chr. volledig verwoest door een zware aardbeving. Het eens zo imposante Petra werd hierna nooit meer herbouwd.

Het klooster Ad-Deir bij Petra. Het gebouw dateert uit de eerste eeuw na Chr. Pas in de vierde eeuw na Chr. werd het daadwerkelijk een klooster, toen het christendom zijn intrede deed in Petra. (foto: Andreas Voegelin)
Het klooster Ad-Deir bij Petra. Het gebouw dateert uit de eerste eeuw na Chr. Pas in de vierde eeuw na Chr. werd het daadwerkelijk een klooster, toen het christendom zijn intrede deed in Petra. (foto: Andreas Voegelin)

Verder lezen en kijken

©GeschiedenisBeleven.nl, auteur: Frank Beijaard, eindredactie: Lize Noorda, foto’s: Wikimedia

Leestips