Romeinse topsport: goden van de arena

Maximus in de film Gladiator

Een bomvolle arena. Tienduizenden uitzinnige toeschouwers die hun idolen toejuichen. De Romeinse gladiatoren en wagenmenners werden vaak bejubeld om hun sportieve prestaties. Maar het leven in de arena kende ook zo zijn keerzijde.

Door Bart Terken

Een groep gladiatoren staat samengepakt in het midden van het Colosseum. Met aaneengesloten schilden proberen ze hun zwaarbewapende tegenstanders, die op strijdwagens door de arena razen, af te slaan. Ze kunnen elkaar nauwelijks verstaan door het enorme gejuich van het publiek. Toch slagen ze er in om als overwinnaars uit de strijd te komen.

Dit is een spectaculaire scène uit de oscarwinnende film Gladiator, waarin de heldhaftige generaal Maximus gedwongen wordt als gladiator te vechten in de arena. Gladiatorenspelen en wagenrennen waren erg populair bij het Romeinse volk. Voor de Romeinse keizer diende dit volksvermaak een politiek doel. Het was – naast de graanuitdelingen – een belangrijk middel om het volk tevreden te houden.

Gevierd en verguisd

In de film groeit Maximus door zijn vele overwinningen uit tot volksheld. Gladiatoren waren inderdaad razend populair en zijn te vergelijken met de hedendaagse sportidolen. De gespierde macho’s oefenden een grote seksuele aantrekkingskracht uit op vrouwen.

De populariteit van deze sporters blijkt onder andere uit het enorme aantal mozaïeken, fresco’s (muurschilderingen) en beschilderde vazen en drinkbekers waarop hun beeltenis prijkt. Zo was er bijvoorbeeld Celadus, “de Thraciër, die de harten van meisjes sneller doet kloppen”. Vele gladiatoren hadden ook een artiestennaam, vaak toegekend door hun baas.

In de arena hadden gladiatoren een heldenstatus, maar daarbuiten stonden ze helemaal onderaan de maatschappelijke ladder. De vroegste gladiatoren waren krijgsgevangenen of criminelen die waren veroordeeld tot de arena. De Romeinse elite keek met gemengde gevoelens naar deze sporters. Enerzijds hadden ze de laagste sociale status, anderzijds vertegenwoordigden ze de deugden van de Romeinen en werden ze bejubeld om hun prestaties.

Detail van het bekende 'Gladiator-mozaïek', dat in 1834 gevonden werd buiten Rome. (foto: Wikimedia)
Detail van het bekende ‘Gladiator-mozaïek’, dat in 1834 gevonden werd buiten Rome. (foto: Wikimedia)

Ondanks hun populariteit bleven gladiatoren arm. Het grootste deel van hun prijzengeld ging naar hun baas. Sommige gladiatoren spaarden om zo zichzelf vrij te kunnen kopen. De meesten keerden vervolgens weer terug in de arena om alsnog wat geld of het burgerrecht van een stad te winnen.

De faam en de juichende menigte maakten het gladiatorenbestaan aantrekkelijk. In de praktijk kozen slechts enkelen voor een carrière als gladiator. Dit betekende immers ook een degradatie in de sociale status. Toch betraden zelfs keizers de arena, maar zij zorgden ervoor dat ze zelf geen enkel gevaar liepen.

Succes in een strijdwagen

Naast de gladiatorenspelen was ook wagenrennen een zeer geliefde sport. De spectaculaire wedstrijden met strijdwagens vonden niet plaats in het Colosseum maar in het Circus Maximus. Omdat wagenrennen vaker plaatsvonden, de menners al op jonge leeftijd hun debuut maakten en een kleinere kans hadden om te sterven, was deze sport erg populair bij de Romeinen.

Net als gladiatoren genoten de topmenners een sterrenstatus. Hun namen, veelal geïnspireerd door mythologische en historische figuren, waren bij velen bekend. De menners konden – in tegenstelling tot gladiatoren – echter wel enorme bedragen verdienen met hun sport.

De best verdienende atleet uit de geschiedenis is wagenmenner Gaius Appuleius Diocles (104 – 146 n.Chr.). Met de 4.257 races die hij reed en de 1.462 die hij er won, verdiende hij 35.863.120 sestertiën. Dit staat gelijk aan ongeveer 15 miljard dollar en was genoeg om de gehele bevolking van Rome een jaar lang van graan te voorzien.

Een moderne heropvoering van wagenrennen in het Franse historische attractiepark Puy du Fou
Een moderne heropvoering van wagenrennen in het Franse historische attractiepark Puy du Fou. (Foto: Wikimedia)

De wagenmenners kwamen uit voor stallen. In totaal waren er vier grote stallen met elk een eigen teamkleur. Zo waren er de Witten, de Roden, de Blauwen en de Groenen. In races waar meerdere wagens per team mochten meedoen, werden de beste menners ondersteund door hun teamleden. Deze topmenners zijn te vergelijken met de kopmannen in het wielrennen en de Formule 1.

Net als nu, wisselden succesvolle wagenmenners nog wel eens van stal, wanneer ze ergens anders meer konden verdienen. Zo begon de best verdiende wagenmenner Diocles zijn carrière bij de Witten en maakte na een korte periode bij de Groenen, zijn carrière af bij de Roden.

Fanatieke fans

In de film is te zien hoe Maximus zich, dankzij zijn spectaculaire vechttechniek, ontpopt tot publiekslieveling. Het publiek, maar ook de keizer had vaak een favoriete gladiator. Er waren verschillende typen gladiatoren, elk met een eigen uitrusting en vechttechniek. Zo vochten de Murmillones bijvoorbeeld met een steekzwaard en een langwerpig schild.

Bij de wagenrennen had elk team zijn eigen kleur. De aanhangers kwamen vaak in de kleuren van hun team naar de wedstrijden om hun idolen aan te moedigen. Net als bij de gladiatoren, had de keizer bij de wagenrennen ook zijn eigen favoriet. De Groenen en de Blauwen waren de populairste teams. Doordat de kleuren van de teams in het hele rijk gelijk waren, kon een supporter overal zijn eigen team aanmoedigen.

De spanningen tussen de supportersgroepen liepen vaak hoog op. Vooral bij wagenrennen was de rivaliteit groot. In Nika culmineerde de wekenlange spanningen tussen de Blauwen en de Groenen in een massale opstand waarbij 30.000 mensen de dood vonden. Ook bij de gladiatorenspelen kwam het tot ongeregeldheden. Het bekendste voorbeeld zijn de rellen bij Pompeii. Deze zijn zelfs vereeuwigd in een muurschildering.

12.02.17.Romeinse topsport - wagenrennen mozaiek

Twee mozaïeken uit de 3e eeuw. De wagenmenners links zijn van het rode team en hebben gewonnen. Rechts zie je een wagenmenner van het witte team. 

Korte carrière

De film Gladiator eindigt met een gevecht tussen Maximus en keizer Commodus, die overigens in werkelijkheid ook een fervent gladiator was. In tegenstelling tot de topatleten van nu, werden gladiatoren en wagenmenners gemiddeld niet ouder dan 30 jaar. Door de enorme risico’s rond beide sporten, kon de carrière van een sportheld plotsklaps eindigen.

Sommigen stopten uit zichzelf of konden zich op tijd vrijkopen en hun carrière voortzetten als technisch directeur of wedstrijdorganisator. Maar voor velen was de juichende massa het laatste wat zij hoorden.

12.02.17.Romeinse topsport - Gladiator

Verder lezen en kijken

©GeschiedenisBeleven.nl, auteur: Bart Terken, eindredacteur: Inge den Boer, beeldredacteur: Andrea Kloet (Foto’s: Wikimedia Commons)

Leestips