Het communisme heeft niet alleen invloed gehad op de kunsten in de Sovjet-Unie. De ideologie was eveneens belangrijk voor het surrealisme in Frankrijk. Droombeelden, vrije associatie en een nieuwe werkelijkheid waren de ingrediënten van deze kunststroming. Het doel: een surrealistische revolutie.
Door Saskia Bekke-Proost
De belangrijkste man achter het surrealisme is de Franse schrijver en dichter André Breton (1896-1966). De Eerste Wereldoorlog (1914-1918) is voor hem het bewijs dat een ommezwaai in de maatschappij nodig is; als brancarddrager aan het front ziet hij de afschuwelijke gevolgen van de loopgravenoorlog.
Begin jaren ’20 van de 20e eeuw discussieert hij hierover met enkele gelijkgestemde schrijvers en dichters in de Parijse cafés. Hun kritiek richt zich op de burgerlijkheid en rationaliteit van de maatschappij. Ook schilders als Max Ernst (1881-1976), Francis Picabia (1879-1953) en André Masson (1896-1987) sluiten zich aan. In 1924 verschijnt het Manifeste du surréalisme en ook het eerste nummer van het tijdschrift La Révolution Surréaliste.
Dromen en het onbewuste
De term surrealisme is bedacht door Guillaume Apollinaire (1880-1918) en staat voor iets dat de realiteit overschrijdt, een ‘surrealiteit’. Deze nieuwe werkelijkheid kan bereikt worden door het buitenspel zetten van alles wat de spontane aard van het denken in de weg staat, zoals de rede en morele vooroordelen.
De surrealisten baseren hun ideeën op de theorieën van Sigmund Freud (1856-1939). Bij de psychoanalyse van Freud worden door vrije associatie en droominterpretaties allerlei onbewuste, verdrongen trauma’s en gevoelens naar boven gebracht. De surrealistische middelen zijn de droominterpretatie en ‘écriture automatique’: het direct opschrijven van de dingen die uit het onderbewustzijn opkomen. Denk daarbij aan beelden uit een halfslapende toestand, hallucinaties, obsessies en dromen.
Net als de dichters gaan ook schilders als Masson en Ernst dit automatisme en onderbewuste centraal stellen in hun werken.
Le couple (Het paar ) uit 1923 van Max Ernst (collectie Boymans Museum Boijmans Van Beuningen)
Utopie en scheuring
De surrealistische revolutie is een revolutie van de menselijke geest, die vervolgens een maatschappelijke omwenteling mogelijk kan maken. Het marxisme, fundament van het socialisme en communisme, is voor Breton de perfecte ideologie voor het bewerkstelligen van een nieuwe wereld. De kapitalistische westerse maatschappij zal moeten plaatsmaken voor een rechtvaardige, utopische samenleving waar geen kolonialisme, uitbuiting of oorlog meer is.
Maar hoe groter de invloed van het marxisme binnen de surrealistische groep wordt, hoe meer discussies er ontstaan. De een verwerpt de politieke ideeën, de ander wil juist meer sociale betrokkenheid. Kunst moet de mens bevrijden, maar over de manier waarop de persoonlijke creativiteit samen moet gaan met een politieke, maatschappelijke houding kunnen de surrealisten het niet eens worden.
In 1927 komt het tot een scheuring; een aantal surrealisten keert zich af van de groep. Breton en anderen worden lid van de communistische partij. In 1929 schrijft Breton het tweede manifest als een aanval op de afvalligen. Het tijdschrift van de surrealisten krijgt de veelzeggende titel Le Surréalisme au service de la Révolution: Het surrealisme in dienst van de revolutie.
Van ideologie naar kunststroming
De communisten voelen zich totaal niet verbonden met de surrealisten. De surrealistische revolutie is een andere dan die van hen, waarin de strijd van de arbeiders centraal staat. De communisten volgen het socialistisch realisme, een kunst- en literatuurstroming die door Jozef Stalin (1878-1953) in de Sovjet-Unie als doctrine is opgelegd. Hierin moet de kunst begrijpelijk zijn voor de arbeider en in dienst staan van de communistische revolutie.
Midden jaren ’30 nemen de surrealisten afstand van het stalinisme en de communistische partij. De ideeën over een surrealistische revolutie verdwijnen naar de achtergrond.
Dit betekent echter zeker niet het einde van het surrealisme. Integendeel. Breton blijft zich inzetten voor revolutionaire kunst en heeft hierover contact met Leon Trotski (1879-1940), de grote tegenstander van Stalin. Het surrealisme wint als kunststroming terrein en gaat eind jaren ’30 ook overzee. Vele kunstenaars vertrekken dan namelijk naar de Verenigde Staten. Ook in de jaren daarna blijft de andere werkelijkheid een populair thema en het surrealisme heeft dan ook een belangrijke invloed binnen de moderne kunst.
Net zo surrealistisch als zijn eigen kunst: Salvador Dalí. Daarnaast de door hem ontworpen Mae West-sofa. (foto’s: Wikimedia en Europeana)
De werkelijkheid van Dalí en Magritte
Dé plek om in Nederland surrealistische werken te bewonderen is Museum Boijmans Van Beuningen in Rotterdam. Het museum bezit prachtige werken van onder anderen Ernst, Picabia, Salvador Dalí (1904-1989), René Magritte (1898-1967), Man Ray (1890-1976) en Joan Miró (1893-1983), die regelmatig in presentaties te zien zijn. Een belangrijk deel van de surrealistische collectie komt uit de verzameling van de Engelse dichter Edward James (1907–1984), de mecenas van Dalí en Magritte in de jaren ’30.
De Spaanse Dalí en de Belgische Magritte laten in hun gedetailleerde werken een werkelijkheid zien die ogenschijnlijk niet kan bestaan: een ‘surrealiteit’ per uitstek.
Voor Dalí is de theorie van Freud de ultieme mogelijkheid om zijn dromen op het doek te zetten. Magritte is niet geïnteresseerd in het onderbewustzijn. Hij houdt zich bezig met het spanningsveld tussen beeld en werkelijkheid.
Attempting the impossible van René Margritte uit 1928. (foto: WikiArt)
Verdrongen seksualiteit
Objecten blijken zeer geschikt te zijn om het onderbewustzijn te verbeelden en zijn dan ook populair bij de surrealistische kunstenaars. De Venus van Milo met laden (1936/1964) van Dalí toont de liefdesgodin uit de Oudheid. Opvallend zijn de laden met knoppen van wit bont op het lichaam van Venus. Door deze te openen kan de verdrongen seksualiteit naar buiten, een verwijzing naar de psychoanalyse van Freud.
Dalí ontwerpt voor James de White aphrodisiac telephone (1936), de ‘kreeftentelefoon’, en de Mae West Lips Sofa (1937-1938), in de vorm van de lippen van actrice, toneelschrijfster én sekssymbool Mae West (1893-1980). Het is een van de vele provocaties van Dalí: met zijn bank nodigt hij mensen uit om te gaan zitten op de lippen van Mae West, die door haar seksueel getinte teksten voor de nodige ophef zorgt.
Echt of niet echt?
Bij Magritte staat niet het onzichtbare, maar het zichtbare centraal. In Verboden af te beelden (1937) zien we Edward James die in een spiegel naar zijn achterkant kijkt in plaats van naar zijn eigen spiegelbeeld. Het roept vragen op, want wat zien we nou eigenlijk echt?
De schoenvoeten, of voetschoenen, in Magrittes Het rode model III (1937) zorgen eveneens voor verwarring. Margritte laat hiermee zijn meesterschap zien in het ter discussie stellen van welke ‘realiteit’ dan ook. Niet voor niks wordt hij beschouwd als één van de belangrijkste surrealisten.
Het surrealisme heeft een prominente plek veroverd binnen de kunsten. En hoewel niet helemaal in de geest van het oorspronkelijke, surrealistische gedachtegoed, is er wel degelijk in artistieke zin sprake van een revolutie: het verbeelden van een verborgen werkelijkheid is baanbrekend geweest.
René Magritte’s werken Verboden af te beelden (links) en Het rode model III, beide uit 1937. (Collectie en foto´s: Museum Boijmans Van Beuningen)
Verder lezen en kijken
- Meer artikelen over kunstgeschiedenis of moderne kunst op GeschiedenisBeleven.nl
- De Mae West Lips Sofa kan vanwege zijn kwetsbaarheid en gevoeligheid voor licht niet altijd op zaal worden getoond. De andere werken zijn, tot tenminste april 2014, te zien in de opstelling De Collectie Verrijkt in Museum Boijmans Van Beuningen in Rotterdam.
- Een ander exemplaar van de Mae West Sofa maakt onderdeel uit van een installatie van Dalí: een kamer in de vorm van het gezicht van Mae West. Wie in het voorjaar een stedentripje maakt naar Parijs: tot en met 25 maart 2013 is deze installatie in de Dalí expositie in het Centre Pompidou te bewonderen.
- Bekijk de prachtige surrealistische film Destino (2003) die Salvador Dalí samen met Walt Disney maakte.
- Bekijk hier hoe je volgens Sigmund Freud dromen moet interpreteren.
- Meer weten over het socialistisch realisme van Stalin? Bezoek ook de tentoonstellingDe Sovjet Mythe. Socialistisch Realisme 1932-1960 in het het Drents Museum in Assen.
©GeschiedenisBeleven.nl, auteur: Saskia Bekke-Proost, eindredactie: Marleen Boevé, beeldredactie: Nienke Hottinga, foto’s: Museum Boijmans Van Beuningen, Europeana, Flickr, Wikimedia.