Generaal Pompeius de Grote, aartsrivaal van Julius Caesar, bouwt in 55 v. Chr. het eerste permanente, stenen theater voor het volk van Rome. Met zijn eigen geld, zoals gebruikelijk bij de Romeinen. Het blijkt een locatie vol drama te worden.
Door Willemijn van Dijk
Vandaag de dag zijn veel kunstzinnige gezelschappen (toneel, muziek, opera) afhankelijk van commerciële partners en sponsoren. In het Romeinse rijk wordt vergelijkbaar publiek vermaak traditiegetrouw bekostigd met private middelen. De smaak van het volk bepaalt de vorm en inhoud van de shows en voorstellingen: het ziet graag wilde beesten en gladiatorengevechten in de arena en amuseert zich met komische en tragische toneelvoorstellingen in het theater.
Lange tijd bestaan die arena’s en theaters uit weinig meer dan simpele, tijdelijke arrangementen: houten tribunes en bankjes die slechts voor de duur van een optreden of show blijven staan.
Een leugentje…
De Romeinse generaal Gnaeus Pompeius Magnus (106-48 v.Chr.), ook wel bekend als Pompeius de Grote, doorbreekt die traditie en laat in 55 v.Chr. voor het eerst een permanent theater van steen bouwen in Rome.
Dat ging niet zomaar: er was een eeuwenoude Romeinse wet die de bouw van stenen theaters verbiedt – frivoliteit en creatieve uitspattingen mogen wel, maar moeten binnen de perken blijven. Toestemming voor de bouw van een permanent theater in de stad zou te veel lijken op officiële goedkeuring van het volkse vertier.
Pompeius, die als veldheer in het oosten van het Romeinse rijk jarenlang succesvol oorlogen heeft gevoerd, laat zich door een beetje weerstand van de gevestigde Romeinse orde niet tegenhouden. Hij begint daarom met de bouw van een tempel voor Venus Victrix, de godin die hem naar de overwinningen heeft geleid, bovenop de tribunes van zijn theater. De tegensputterende consuls en senatoren maakt hij wijs dat hij slechts een tempel wenst op te richten voor de godin. Tribunes? Welnee, dat zijn traptreden die naar het heiligdom van Venus leiden.
Toch een theater
Zo komt het dat er een tempel voor Venus staat in het Theater van Pompeius. Het theater ligt aan het Campus Martius, oftewel het Marsveld, een vlakte even ten noorden van het toenmalige centrum van Rome. De aanblik van het rijkelijk versierde theater – de gewonnen veldslagen hebben Pompeius geen windeieren gelegd – moet in die weinig bebouwde zone van Rome een geweldige indruk hebben gemaakt.
Het Theater van Pompeius is een groot complex dat plaats biedt aan bijna 30.000 toeschouwers. Het bestaat uit een cavea – een halfronde tribune waarvan de vorm is afgekeken van Griekse theaters –, een podium aan de rechte zijde van de halve cirkel en, achter het podium en de podiummuur (scaena), een grote rechthoekige ruimte waarin overdekte zuilengalerijen en groene bomen elkaar afwisselen. Het ‘heilige bos’, zo heet deze groene oase. Het moet een fijne plek zijn geweest om bij regen of felle zon te schuilen, al beweerden loslippige roddelaars dat het vooral een ontmoetingsplek was voor geliefden en prostituees.
Afbeelding uit 1908. Zo zou het theater er in zijn hoogtijdagen uit gezien moeten hebben. (Foto: Wikimedia)
Vergaderzaal
Wie in Rome zoekt naar de resten van Pompeius’ theater, komt bedrogen uit. Van het hele complex is vrijwel niets teruggevonden, behalve een klein deel van de oostelijke porticus (opgegraven aan het plein Largo di Torre Argentina) en delen van de oorspronkelijke muren en gewelven in de kelders van een aantal gebouwen aan de Via di Grotta Pinta.
Waar het theater zich bevond en hoe het er precies uit zag, weten we voornamelijk dankzij een overgeleverd fragment van de Forma Urbis Romae, een marmeren stadsplattegrond van Rome uit de derde eeuw n.Chr.
Zo weten we dat aan de oostzijde van het theater een gebouw stond, de Curia Pompei, waarin senaatsvergaderingen werden gehouden wanneer de vergaderzaal op het Forum Romanum niet beschikbaar was. Precies op die plek, deels in het al eerder opgegraven stuk van het Largo di Torre Argentina, is de Italiaanse historicus Antonio Monterosso de afgelopen jaren verder gegaan met archeologische onderzoek.
Opgraving aan de Largo di Torre Argentina. Achter de ronde tempel links op de foto zou de Curia gelegen hebben. (Foto: Wikimedia).
Plaats delict
Monterosso en zijn archeologen doen tijdens het onderzoek bij het Theater van Pompeius een opzienbarende vondst: een betonnen plaat van drie bij twee meter die, zo blijkt na onderzoek, niet tot de originele structuur van het gebouw uit 55 v.Chr. behoort. De steen is hier pas in 20 v.Chr. geplaatst.
Tussen de jaren 55 en 20 v.Ch. gebeurt er iets gedenkwaardigs in deze buurt, iets dat volgens keizerbiograaf Suetonius (70-140 n.Chr.) ‘door onmiskenbare voortekens’ was aangekondigd. Monterroso haalt het wereldnieuws. Hij meent de exacte ‘plaats delict’ te hebben gevonden waar Julius Caesar op 15 maart van het jaar 44 v.Chr. is vermoord.
Dat die moord wordt gepleegd tijdens een senaatsvergadering die, wegens omstandigheden, in het Theater van Pompeius plaatsvindt in plaats van op het Forum Romanum, weten historici al. Volgens Monterroso hebben zijn archeologen nu de gedenkplaat gevonden die Augustus, de postuum geadopteerde zoon van Julius Caesar en diens opvolger, in 20 v.Chr. op de plek van de moord heeft laten aanbrengen.
Enkele oude geschriften spreken van een dergelijk gedenkteken, geschriften die tevens de aanleiding zijn geweest voor het onderzoek van Monterosso. Van een definitieve consensus over die interpretatie is nog helemaal geen sprake. Maar Pompeius’ oude theater is weer heel even wereldnieuws.
In het moderne Rome is dit alles wat rest van het theater: Appartementen aan de Via di Grottapinta zijn gebouwd op de fundamenten van het theater. Dit verklaart de ronde vorm van het complex. (Foto: Wikimedia)
Theatraal einde
Niets zo veranderlijk als de smaak van het publiek. In de eerste eeuwen n.Chr. raken de oude, vaak moraliserende voorstellingen gebaseerd op Griekse tragedies en komedies bij het volk van Rome uit de mode, ten gunste van het spektakel van de gladiatorengevechten en paardenraces. Ook Pompeius’ theater wordt steeds minder voor toneelvoorstellingen gebruikt, totdat het totaal aan verwaarlozing ten onder gaat en in de vergetelheid raakt.
Het is Benito Mussolini (1883 – 1945) die, in het Italië van voor de Tweede Wereldoorlog, bepaalt dat op het oude Campus Martius plaats gemaakt moet worden voor nieuwe verkeersaders. Bij die werkzaamheden zien de weinig overgebleven resten van Pompeius’ theater voor het eerst in eeuwen weer het daglicht.
Verder lezen en kijken
- Lees het dossier Theater in de Oudheid
- Meer artikelen over de oudheid of het Romeinse Rijk op GeschiedenisBeleven.nl
- Tacitus over het theater in Annales 13.54 (online te raadplegen)
- Cassius Dio (online) over het theater in Historiae Romanae LXVI.24.2
- de Volkskrant,(11 oktober 2012) over het theater
- Plutarchus (online) over Pompeius in Vitae Parallelae
- Suetonius (online) over de moord op Julius Caesar in De Vita Caesarium, boek I Divus Iulius
- Website gewijd aan het Theater van Pompeius
- 3D-reconstructies van het Theater van Pompeius
- Bekijk dit filmpje met een 3D reconstructie van Theater van Pompeius:
©GeschiedenisBeleven.nl, auteur: Willemijn van Dijk, eindredactie: Paul van Royen, beeldredactie: Nienke Hottinga. Foto’s: Wikimedia