Gebraden kalkoenen, chocoladetaarten en champagne. Wie rond feestdagen een boekhandel binnenloopt, ziet tientallen tijdschriften met feestmalen op de omslag. Natuurlijk is uitgebreid tafelen van alle tijden. Aan de hand van kunstwerken, nemen we copieuze, historische maaltijden onder de loep.
Door Roland Gieles
Overvloedige maaltijden met dito drinkgewoontes zijn veelvuldig afgebeeld in de kunst. Vaak zitten er talloze symbolische verwijzingen en diepere betekenissen in deze kunstwerken. In dit artikel zijn die betekenissen minder relevant en kijken we alleen naar verschillende vormen van feestmalen. De kunstwerken, afkomstig uit vijf opeenvolgende eeuwen, laten zien dat samen eten, drinken en plezier maken, van alle tijden is.
Schenkers, voorsnijders en fopgerechten
Op de middeleeuwse miniatuur van de maand januari uit het getijdenboek Très Riches Heures van de hertog Jan van Berry (1340-1416) zien we dat de hertog allerlei mensen in dienst had, die bij een feestmaal een eigen taak vervulden.
In dit geval zien we links op de voorgrond een schenker, die de gasten voorzag van wijn. Centraal op de voorgrond zien we een zogenaamde voorsnijder die zich bekommerde om de schaal met gebraden konijnen. Met een speciaal mes hakte hij het vlees in stukken, zodat de gasten het makkelijker met hun handen konden eten.
Gebroeders van Limburg, Januari, Très Riches Heures, ca. 1410 (foto: Wikimedia)
Het lijkt nogal tegenstrijdig om in barre tijden, die overheerst werden door armoede, pestepidemieën, oorlogen en een lage levensverwachting, te genieten van een uitgebreid feestmaal. Juist om die redenen is het niet vreemd dat het middeleeuwse feestmaal draaide om amusement.
Tussen de gerechten door kregen de gasten grappige intermezzi te zien, in de vorm van toneelstukjes of optredens van jokers. Ook de koks haalden trucs uit, die leidden tot de nodige verbazing en hilariteit aan tafel. Een goed voorbeeld hiervan zijn de fopgerechten. Zo kwam het voor dat de koks gebraden kippenvlees bij elkaar persten in de vorm van fruit of vis. Zij beschilderden het vlees dan zeer gedetailleerd in met natuurlijke kleurstoffen, waardoor het daadwerkelijk op vers fruit of vis leek. Bij het aansnijden en eten van deze fopgerechten kon de pret dus niet op!
De boerse gulzigheid
Hoewel de koningen, hertogen en andere machtshebbers zich regelmatig tegoed deden aan uitgebreide feestmalen, konden ook de boeren en dorpsbewoners bij bijzondere gelegenheden flink uitpakken. Op Boerenbruiloft van Pieter Bruegel de Oude (ca.1520-1569) zien we een afgeladen boerenschuur, waarin een feestmaal plaatsvindt.
De hongerige gasten op de bruiloft lijken meer bezig te zijn met de borden pap en pullen bier die worden uitgedeeld dan met de bruid, die voldaan, met een rode blos op haar wangen, het feestmaal observeert. De muzikant met de doedelzak is spontaan gestopt met spelen en kijkt verwonderd naar de borden pap die worden binnengedragen.
Op de voorgrond zien we een kind, dat verlekkerd een van de borden aan het uitlikken is. Hier vind je geen wild, geen gevogelte en geen luxe vis, zoals je dat bij een rijk 16e-eeuws buffet zou verwachten. Op dit schilderij zien we de boerse gulzigheid.
Op het schilderij van Pieter Bruegel de Oude, Boerenbruiloft (ca. 1568), zien we de boerse gulzigheid (foto: Wikimedia).
De Bonenkoning
Een spel dat de Bonenkoning heet, was een bekend ritueel in zowel de tijd van hertog Jan als van Pieter Bruegel. Op de feestdag Driekoningen speelde het gewone volk de koning en zijn hof na. Voor deze traditie bakte men een cake met daarin één boon. Wie tijdens het eten de boon in zijn stukje cake had zitten, werd uitgeroepen tot koning of koningin. Hij of zij had dan ‘het bevel’ over het hof en bepaalde wanneer er gedronken werd. Bij het heffen van zijn of haar glas, was het hof verplicht om mee te drinken.
Jacob Jordaens (1593-1678) verbeeldde deze traditie verschillende keren in zijn schilderijen. Op deze versie van rond 1655 zien we een uitbundige tafel vol dronken mannen en aangeschoten vrouwen. Op tafel staan de resten van het feestmaaltijd: een pastei, een stuk taart en wat fruit.
De koning heeft een groot servet omgehangen, zijn kroon staat fier op zijn ronde hoofd en hij drinkt met gulzige slokken uit zijn glas. Voor de man links op de voorgrond heeft het drinken lang genoeg geduurd.
Wie de Bonenkoning is, kan de rest van het gezelschap laten drinken (Jacob Jordaens, De Bonenkoning, ca. 1655, foto: Wikimedia).
Lunch in de tuin
Het 18e-eeuwse schilderij ‘Lunch in de tuin’ van Nicolas Lancret (1690-1743) verbeeldt een frisser en luchtiger tafereel dan Jordaens’ duistere drinkspel. We zien een lunch, die buiten plaatsvindt. Aan tafel zitten een aantal vrolijke mannen en vrouwen, die zich gretig op de gebraden ham en wijn hebben gestort. De meligheid heeft inmiddels toegeslagen: onze ogen worden geleid naar de man, die zijn tafelgenoten op sierlijke wijze, met één voet op de tafel, voorziet van wijn. Er sneuvelden al verschillende borden. Op de voorgrond zien we de scherven nog liggen, samen met een grote hoeveelheid lege wijnflessen. De honden en katten bekommeren zich om de restjes.
Links op de achtergrond staan de bediendes al klaar om de volgende gangen uit te serveren. Zij kijken een beetje meewarig naar het losgeslagen gezelschap en vragen zich misschien af of de extra gerechten nog wel nodig zijn.
Het drinkende en het etende volk was een zeer geliefd thema in genreschilderijen, zoals Boerenbruiloft en De Bonenkoning. Zoals we op dit schilderij zien, paste het thema ook goed in de rococo-periode. Het onderwerp wordt hier, in tegenstelling tot de schilderijen van Bruegel en Jordaens, op een lichtvoetige, zoete, speelse manier gebracht. De pastelkleuren en de idyllische setting in de buitenlucht dragen bij aan de dromerige sfeer van de voorstelling.
Nicolas Lancret, Lunch in de tuin, ca. 1735 (foto: Wikimedia)
Afscheidsborrel
Tenslotte zien we op dit 19e-eeuwse schilderij van de Duitse schilder Franz Ludwig Catel (1778-1856) een gezelschap van kunstenaars, architecten en kroonprins Ludwig van Beieren, die samen in een Romeinse taveerne genieten van de wijn en een aantal hapjes. Rond 1825 bestond er in Rome een grote gemeenschap van Duitse kunstenaars en geleerden, die de Italiaanse kunst bestudeerden.
Kroonprins Ludwig van Beieren was een belangrijke mecenas voor deze kunstenaars. Hij gaf Catel de opdracht om dit schilderij te maken, vanwege het afscheid van architect Leo von Klenze (1784-1864), die terugkeerde naar Duitsland. We kijken dus eigenlijk naar een nette afscheidsborrel, zonder excessief drink- en eetgedrag, zoals bij de eerder besproken schilderijen.
We kunnen concluderen dat een uitbundige maaltijd samenging met een goed humeur: van het hof van hertog Jan van Berry tot de boerenschuur van Bruegels boerenbruiloft, van de drinkpartij bij Jordaens’ De Bonenkoning tot de 18e-eeuwse buitenlunch van Lancret en Catels ingetogen afscheidsborrel.
Op dit schilderij van Franz Ludwig Catel, Kroonprins Ludwig in een taveerne in Rome (1824), zien we de afscheidsborrel van de kroonprins.
Verder lezen en kijken
- Lees het dossier Aan tafel! over eten en eetgewoontes door de eeuwen heen
- Meer artikelen over kunstgeschiedenis op GeschiedenisBeleven.nl
- Lees meer over antiek kookgerei, recepten en eetgewoontes in: J.P. Glerum, Aan tafel. Antieke culinaire gebruiksvoorwerpen. Tien eeuwen eetgewoontes, koken en tafelen, Baarn 1997.
- Kom meer te weten over historische recepten in: R. Dell’Aira, Het Kastelen Kookboek. Historische recepten uit de keukens van Nederlandse kastelen en buitenplaatsen, Zutphen 2011.
- Kijk hoe de bekende Britse kok Heston Blumenthal een middeleeuws feestmaal bereidt:
©GeschiedenisBeleven.nl, auteur: Roland Gieles, eindredactie: Suzan Schonbeck, foto’s: Wikimedia