Voor Friese onafhankelijkheid!

Zicht op Sneek, Friesland.

Een schande was het. En ongrondwettig bovendien. De landelijke media wisten wel raad met de nieuwe politieke partij die in 1962 ten tonele kwam. Misschien moest de minister de oprichting zelfs maar voorkomen. Toch kwam de Frysk Nasjonale Partij er. 50 jaar later is ze machtiger dan ooit.

Door Wytse Vellinga

“Het begon eigenlijk allemaal met een opmerking van president Soekarno van Indonesië. Hij zei dat Nieuw-Guinea net zo onlosmakelijk bij Indonesië hoorde, als Friesland bij Nederland. Ik dacht: waar bemoeit zo’n man zich mee. Toen besloot ik dat er iets moest gebeuren.”

Eénpersoonspartij

Aan het woord is Piet Kramer (1936). In 1962 radiotechnicus bij Phillips in Lent, bij Nijmegen. Hij was pas 25, toen hij de moed verzamelde naar de provincie te stappen met zijn beginselverklaring voor een nieuwe politieke partij. Hoewel hij op dat moment niet in Friesland woonde, maakte hij zich grote zorgen over de toekomst van Friesland. Er was veel armoede en de Friese taal werd steeds minder gebruikt. Volgens hem was dat alleen op te lossen met een eigen politieke partij.

Zonder slag of stoot ging dat niet. Na het doorworstelen van talrijke wetboeken zat zijn verklaring weliswaar juridisch goed in elkaar, maar de provincie ging toch niet akkoord. Met één persoon een politieke partij oprichten was absoluut niet mogelijk. Zo moest er beslist nog een voorzitter worden gevonden.

“En dus heb ik toen de hele Friese beweging afgebeld op zoek naar een voorzitter. Niemand durfde het aan. Toen heb ik mijn neef Folkert Binnema gebeld.”

Voor Geluk en Vrijheid

Met zijn neef als kersverse voorzitter maakte hij een dag later de oprichting van de partij wereldkundig. Onder de kop ‘Voor Vrijheid en Geluk’ kwam Kramer met politieke eisen die het land in rep en roer brachten. “De FNP is een nieuwe politieke partij met als doelstelling het langs democratische weg vormen van politieke macht ter veiligstelling van de toekomst van de Friese natie en het geluk van de Friese mens.” Friesland moest volgens Kramer binnen het Koninkrijk der Nederlanden dezelfde status krijgen als Suriname en de Nederlandse Antillen.

“En toen barstte de bom. De ene krant na de andere belde mijn neef. En de radio-omroepen wisten hem ook massaal te vinden.” De eerste krant die een interview met de kersverse voorzitter had was De Telegraaf. De opmerking van de 24-jarige Binnema dat de partij niet op een algemene vergadering is opgericht, maar gewoon aan de keukentafel was voor de krant voldoende bewijs dat het hier om één grote grap moest gaan. Binnema antwoordde kwaad: “Welnee. We willen met de vuist op tafel slaan. Daarginds in het westen heb je geen huizen waar het water door de vloer komt. Hier in Leeuwarden is dat met een derde van alle woningen het geval. En zo kan ik uren doorgaan.”

Op 13 januari 1962 meldt De Friese Koerier de deelname van de FNP aan de Friese Staten verkiezing. De gevestigde partijen reageren in het artikel afhoudend. Klik op de foto om het origineel te lezen (Foto: De Friese Koerier, via kranten.kb.nl)
Op 13 januari 1962 meldt De Friese Koerier de deelname van de FNP aan de Friese Staten verkiezing. De gevestigde partijen reageren in het artikel afhoudend. Klik op de foto om het origineel te lezen (Foto: De Friese Koerier, via kranten.kb.nl)

De Nederlandse Staatseenheid

Ook de landelijke politiek ging zich er mee bemoeien. “Met alle respect en erkenning voor het Friese karakter gaat dit toch naar mijn mening te ver”, zo zegt fractievoorzitter Hendrik Tilanus (1884-1966) van de CHU in Trouw, “eigenlijk moeten we dergelijke acties betreuren”. Professor Pieter Oud (1886-1968) van de VVD heeft vooral historische redenen om tegen de roep om zelfbestuur te zijn: “Ik ben er voor om de Friese taal en cultuur een plaats te geven, maar laten wij toch blij zijn dat na 1813 de Nederlandse staatseenheid gegroeid is, zoals zij nu is.”

Maar ook in Friesland was er veel kritiek op de nieuwe partij. De veel oudere Friese beweging vond de plannen van Binnema en Kramer onbesuisd. De telefoon bij de beide jongelingen leek onophoudelijk te rinkelen. “Het werd op een gegeven moment zo erg dat we zijn ondergedoken”, zo vertelt Kramer 50 jaar na dato.

Kramer en Binnema konden de druk dan ook niet aan. Ze traden binnen enkele weken terug als bestuur en droegen de verantwoording over aan het kleine groepje leden dat zich inmiddels had aangemeld. De geplande verkiezingsdeelname viel hierdoor in duigen.

Tot grote vreugd van de vele tegenstanders, die deze ‘onafhankelijkheidsbeweging’ maar meteen dood verklaarde.

Wederopstanding en succes

Maar opgeheven werd de partij niet. En in 1966 werd alsnog voor het eerst deel genomen aan de provinciale verkiezingen. Met succes, want er werd meteen één zetel veroverd. In de 50 jaar die volgde groeide de partij gestaag. Inmiddels is het in Friesland, maar ook daarbuiten, een machtsfactor van betekenis, met jarenlang een zetel in de eerste kamer en na de afgelopen verkiezingen voor het eerst ook een gedeputeerde in het college van Friesland.

Maar het succes van de partij ging wel ten koste van het onafhankelijkeidsstreven. Toch is Kramer niet ontevreden: “Je hebt er eigenlijk van te voren geen idee van wat het op kan leveren, maar tot mijn stomme verbazing is de partij eigenlijk precies zo geworden als ik wilde”, zo zegt hij nu. “Zoveel mensen als zich bezighouden met de politiek, die het anders nooit zouden hebben gedaan. En op een hele plezierige manier.”

Verder lezen en kijken

©GeschiedenisBeleven.nl, auteur: Wytse Vellinga, eindredactie: Ditte van Dulmen, beeldredactie: Wouter Groot. Beeld: FNP en kranten.kb.nl

Leestips