De bouw van Versailles

Zicht op het paleis gezien vanuit de tuinen. (Foto: Wikimedia/Marc Vassal)

De stank was enorm. Het ongedierte in het moeras kreeg in deze hete zomer van 1662 genoeg kansen om zich voort te planten. Voorzichtig manoeuvreerde de hofhouding door de blubber. Deze plek leek niet voorbestemd voor menselijke bewoning. En toch kwam hier het droompaleis van de koning. De naam? Versailles.

Door Wytse Vellinga

Het moet een bijzonder gezicht zijn geweest. De Franse koning Lodewijk XIV die met zijn gevolg door het moeras trok om aan te geven waar precies gebouwd zou gaan worden: iedereen in hun beste kledij om maar indruk te maken op Lodewijk en de koning zelf voorop. Niet gehinderd door de moeilijke omstandigheden en de bezwaren van zijn raadgevers.

Een moeras vol herinneringen

De plek was niet zomaar gekozen. Lodewijks vader had een jachthuis laten bouwen in de bossen bij het kleine dorpje Versailles en Lodewijk zelf had hieraan goede herinneringen overgehouden. Dus toen hij in 1662 besloot dat hij niet langer constant in Parijs wilde bivakkeren, lag Versailles voor de hand.

Het paleis dat hij wilde laten bouwen moest vooral groot zijn. Groot en met alle pracht en praal die je van een Franse koning mocht verwachten. Maar die grootsheid zorgde voor grote problemen bij het ontwerpen. Het nieuwe paleis moest gebouwd worden rondom het bestaande jachthuis. Nu stond dat jachthuis precies op de enige plek die voor bebouwing geschikt was: op een heuveltje, met daaromheen alleen zachte grond en moeras. Niet bepaald een ideaal uitgangspunt.

En toch nam de gerenommeerde architect Louis DeVau de opdracht aan. Hij ontwierp een aantal flinke uitbreidingen rondom het bestaande huis, met symmetrische vertrekken voor de koning en de koningin. Enorme pleinen en een schitterend terras met uitkijk, maakten het plaatje compleet.

14.9.13 de bouw van Versailles.schilderij bouw
De bouw van het paleis van Versailles in 1669. Schilderij van Adam Frans van der Meulen. (foto: Wikimedia)

Van plezierpaleis naar regeringszetel

In 1668 besloot Lodewijk dat de eerste geplande uitbreiding nog niet voldoende was. Hij wilde zijn complete regering overbrengen naar het nieuwe paleis. Dit betekende dat ook de ministers, de hofhouding en tal van andere regeringsfunctionarissen een plek moesten krijgen in Versailles. Hierop werden er nog eens twee vleugels toegevoegd.

Maar voor de hofhouding was het even schrikken. Ze woonden de eerste paar jaar niet bepaald op een paleis, maar eerder op een bouwplaats. Een overvolle bouwplaats, want voor dit enorme project waren maar liefst 40.000 bouwvakkers tegelijk aan de slag. Dat zorgde uiteraard ook voor overlast. Zo stonk het verschrikkelijk en kwam alles en iedereen onder het stof te zitten.

Voor de bouwvakkers zelf was het nog erger. Omdat Lodewijk zijn paleis zo snel mogelijk af wilde hebben, moest er dag en nacht door worden gewerkt. Deze situatie was onveilig en er vielen iedere week tientallen doden.

Op een bepaalde moment werd het aantal dodelijke slachtoffers zo hoog dat de lijken stiekem moesten worden afgevoerd. Zo probeerde de koning te voorkomen dat de moraal van de werknemers te veel zou zakken.

In 1672 was de eerste uitbreiding klaar. Maar het moeilijkste kwam nog. Naast het gebouw zelf, wilde Lodewijk namelijk ook de meest schitterende tuinen om zijn paleis. Uiteraard moesten die tuinen exotisch  en volgroeid zijn en bovendien niet te klein. Wat volgende was een ongelofelijke tocht dwars door Frankrijk met enorme bomen voor de tuinen van Versailles.

14.9.13 de bouw van Versailles
Het Paleis van Versailles in circa 1668 met de tuinen. Schilderij van Pierre Patel. (foto: Wikimedia/Pierre Patel)

Een geldverslindend prestigepaleis

Omdat het aantal mensen dat bij de koning in de buurt moest en wilde zijn nog altijd toenam, was er al snel opnieuw een uitbreiding van het paleis nodig. Hoewel deze uitbreiding volgens de raadgevers van Lodewijk eigenlijk niet te betalen was, beval de absoluut monarch gewoon door te werken.

En zo kwamen er nog eens acht gebouwen bij en konden er in totaal zo’n tienduizend mensen wonen op het paleis.

De kroon op het paleis werd in 1684 gebouwd: De Spiegelzaal, een zaal die vriend en vijand moest imponeren en moest laten zien waartoe de Fransen in staat waren. Het moest laten zien dat de Franse bouwmeesters en kunstenaars niet onderdeden voor de Italianen of wie dan ook.

Imponeren deed het zeker. Al was het alleen maar door de omvang: het terrein besloeg maar liefst 800 hectare en had tientallen gebouwen, versierd met de mooiste architectuur en bewoond door de hoogste edelen van Frankrijk. Ze trokken allen naar Versailles om dicht bij de koning te kunnen zijn. Ook al moesten ze hiervoor hun eigen enorme huizen en landgoederen inruilen voor kleine en stinkende kamertjes in het moeras van Versailles.

14.9.13 de bouw van Versailles.spiegelzaal
De Spiegelzaal van het paleis van Versailles. (foto: Wikimedia/Myrabella)

Oorlog en overmoed

Lodewijk XIV besteedde enorme bedragen aan het paleis. Geld dat Frankrijk in veel gevallen helemaal niet had. En dus werd het geleend. De vele oorlogen die Lodewijk aan het einde van zijn regeerperiode voerde zorgden ervoor dat het financieel zo slecht ging dat een deel van de gouden en zilveren versieringen van Versailles weer moesten worden omgesmolten.

Het bleek het einde van de grote uitbreidingen voor Versailles. Lodewijk XIV veranderde in de laatste twee jaar van zijn leven niets meer aan zijn paleis en zijn opvolgers brachten alleen kleine aanpassingen aan.

Deels zal dat te maken hebben met de enorme schulden die de bouw van het paleis met zich mee hadden gebracht. Toen Lodewijk XIV in 1715 overleed had hij maar liefst 2 miljard livres aan schuld. Een enorm bedrag. Maar voor dat geld had hij wel het grootste en indrukwekkendste paleis uit de geschiedenis gebouwd.

14.9.13 De bouw van Versailles.Overzichtsfoto
Het paleis van Versailles, gezien vanuit de lucht. (foto: Wikimedia / ToucanWings)

Verder kijken en lezen

©GeschiedenisBeleven.nl, auteur: Wytse Vellinga, eindredactie: Richard Calis, foto’s: Wikimedia

Leestips