Montmartre: al 2000 jaar de top van Parijs

Uitzicht op Montmartre en de Sacré-Cœur. foto: Wikimedia/Moonik)

De Sacré Cœur boven op de heuvel van Montmartre biedt niet alleen het beste uitzicht over Parijs. De beroemde wijk in het noorden van de stad heeft meer invloed gehad op de geschiedenis van de stad dan welke andere plek in Parijs dan ook.

Door Ties Ramekers

De heuvel van Montmartre, tegenwoordig liggend in het 18e arrondissement van Parijs, was met 130 meter eeuwenlang het hoogste punt in de omgeving. Toen Julius Caesar in 52 v.Chr. de Galliërs onderwierp bestond er op de plek van Parijs al een nederzetting. De Romeinen noemden de stad Lutetia. Ze waren onder indruk van de heuvel ten noorden van de stad en bouwden er tempels voor de goden Mars en Mercurius. In het Latijn heette de berg daarna Mons Martis et Mercurii. De naam Montmartre zou hiervan afgeleid zijn.

Onthoofd

Een andere verklaring voor de naam stamt uit de tijd van de vroege christenen. Dionysius van Parijs was rond 250 n.Chr. bisschop van de stad. Christenen werden toen vervolgd en Dionysus werd onthoofd boven op Montmartre. Volgens de legende pakte Denis zijn hoofd op en liep al predikend naar een christelijke begraafplaats, 6 kilometer verderop, waar hij stierf. Op die plek staat nu de kathedraal van Saint-Denis.

De wonderbaarlijke dood van Dionysius  maakte hem tot martelaar en beschermheilige van Frankrijk. In het Latijn kreeg de berg waarop de heilige werd onthoofd de naam Mons Martyrium, oftewel ‘Martelaarsberg’.

In de daaropvolgende eeuwen bleef Montmartre zijn mythische religieuze status behouden. Eeuwenlang was de Saint-Pierre de Montmartre, volgens de legende gebouwd door St. Denis, de belangrijkste kerk van de berg. De theoloog Ignatius van Loyola raakte er geïnspireerd en stichtte op 15 augustus 1534 in deze kerk de orde der Jezuïeten.

Deze reliëf in de basiliek van St. Denis te Parijs toont de onthoofding van de heilige Denis en zijn metgezellen Rustique en Eleutherius. (foto: Wikimedia/Myrabella)
Deze reliëf in de basiliek van St. Denis te Parijs toont de onthoofding van de heilige Denis en zijn metgezellen Rustique en Eleutherius. (foto: Wikimedia/Myrabella)

Slechte reputatie

De heuvel was ook voor militairen interessant. Tijdens de Franse Hugenotenoorlogen (1562-1598), die uitbraken door de opkomst van het protestantisme in Frankrijk, bezette Hendrik van Navarra met een protestants leger de berg en richtte vanaf daar zijn artillerie op het katholieke Parijs. Hendrik werd in 1589 gekroond tot koning van Frankrijk. Als Hendrik IV was hij de eerste koning van de Bourbon-dynastie.

Volgens de verhalen zochten de koning en zijn officieren tijdens het beleg hun vertier bij de nonnen van de abdij van Montmartre, een Benedictijner klooster uit de 12e eeuw. De moeder-overste, een adellijke jongedame van slechts 17 jaar oud, werd maîtresse van de koning.

Dat de nonnen zich zo inlieten met het protestantse leger gaf Montmartre een zeer slechte reputatie.

14.09.10.Montmartre - klooster 1625
De abdij van Montmartre op 19 maart 1625, getekend door architect Stephen Martellange. Het klooster werd rond 1794 gesloopt. Op de locatie van het klooster is nu de wijngaard Clos-Montmartre te vinden. (foto: Wikimedia) 

‘Russische’ bistro’s

Nadat Napoleon in 1814 verslagen werd bij Leipzig door een coalitie van Europese mogendheden, trokken deze richting Parijs. De Russen wilden Napoleons veldtocht naar Rusland van 1812 wreken en tsaar Alexander stond erop dat Parijs bezet werd. Russische troepen trokken Parijs binnen, als eerste buitenlandse leger sinds bijna vierhonderd jaar. De soldaten stationeerden zich op Montmartre, om de stad in de gaten te kunnen houden.

Montmartre, met zijn bars en tavernes, bleek geliefd bij de Russen. Volgens de overlevering waren ze niet weg te slaan bij de bistro’s, en de naam van deze typisch Franse restaurantjes zou dan ook afgeleid zijn van het Russische bystro  (быстро), wat ‘snel!’ betekent, als aansporing van het bedienend personeel.

Rode maagd

De Russen waren niet de laatste bezetters van Parijs. In 1870 werd het Franse Rijk onverwacht door de Pruisen verslagen bij Sedan. Parijs werd daarna belegerd. De regering van keizer Napoleon III bezweek onder de druk van de woedende bevolking, die in opstand kwam tegen het regime.

Socialistische activisten grepen hun kans en riepen in 1871 de Parijse Commune uit, met een socialistisch bestuur. Overal in de stad werden, naar goed 19e-eeuws Parijs gebruik, barricaden opgeworpen. Weer bulderden de kanonnen in Parijs. Ook Montmartre was een van de brandhaarden van het verzet. Een van de beroemdste ‘communards’ van die tijd was de fanatieke anarchiste Louise Michel, de ‘rode maagd’, die meevocht op de barricaden van Montmartre. Een park aan de voet van de Sacré Cœur is naar haar vernoemd.

Na het neerslaan van de opstand werd de Sacré Cœur gebouwd ter ere van de slachtoffers van de Frans-Pruisische oorlog (1870-1871), maar ook als een poging om de opstandige bevolking van de wijk te bekeren en de ‘misdaden’ van de communards uit te wissen. De basiliek werd voltooid in 1912.

Montmarte in 1925: Rue Lepic gezien vanaf de Place Blanche. (foto: Wikimedia)
Montmarte in 1925: Rue Lepic gezien vanaf de Place Blanche. (foto: Wikimedia)

Goedkope wijn

De Sacré Cœur, gebouwd in neo-byzantijnse stijl, is tegenwoordig een van de grootste attracties van Parijs, maar in feite is de kerk een poging om een deel van de ziel van Montmartre te breken. De wijk hoorde nog steeds niet echt bij Parijs. Tot ver in de 19e eeuw was de berg meer platteland dan stad, met molens en wijngaarden, die er nu nog steeds te vinden zijn.

Parijs zelf was ondertussen de belangrijkste stad ter wereld geworden. Kunstenaars trokken naar de stad om te schilderen en inspiratie op te doen. Maar leven in Parijs was duur en veel kunstenaars richten hun blik dan ook op het rustige, afgelegen en dorpse Montmartre, waar de huren laag waren en de wijn goedkoop.

Na al het geweld werd Montmartre nu waar de wijk nog steeds om bekend staat: een paradijs voor schilders, kunstenaars, artiesten en nachtbrakers. Schilders als Van Gogh, Braque, Renoir, Matisse, Toulouse-Lautrec en Degas verbleven er en schilderden daar enkele van hun meesterwerken. Het nachtleven bloeide op, en beroemde clubs zoals de Moulin Rouge en de Chat Noir openden hun deuren.

Montmartre was het paradijs van de feestende, losbandige ‘bohémien’ geworden, een stereotiep beeld dat is gaan gelden voor de hele stad.

Bal du Moulin de la Galette van  Pierre-Auguste Renoir uit 1876. Het schilderij toont een bal in de dansgelegenheid 'Moulin de la Galette' in Montmartre.
Dit schilderij van Pierre-Auguste Renoir uit 1876 laat een bal in de dansgelegenheid ‘Moulin de la Galette’ in Montmartre zien.  (foto: Wikimedia)

Hordes toeristen

Wie vandaag de dag door de wijk wandelt begrijpt de aantrekkingskracht heel goed. Met zijn hellingen, kronkelende wegen als Rue Lepic en Rue des Abbesses, restaurantjes en adembenemende uitzicht over Parijs is Montmartre een lust voor het oog. Maar op het oude schildersplein Place du Tertre, dat een massa-attractie geworden is, maken hordes toeristen de dienst uit.

Het grote succes van de film Le Fabuleux Destin d’Amélie Poulain, die zich grotendeels in deze wijk afspeelt, heeft deze ontwikkeling versneld. Van het ruige oude Montmartre zijn nog maar weinig sporen te zien. Hoeveel bezoekers zouden beseffen dat Parijs zonder Montmartre geen Parijs zou zijn geweest?

De Basilique du Sacré-Cœur in Montmartje. Om bij de kerk te komen, kan men 222 treden klimmen of de Funiculaire de Montmartre (kabelbaan) nemen. (foto: Wikimedia)
De Basilique du Sacré-Cœur in Montmarte. Om bij de kerk te komen moet je 222 treden klimmen (of de kabelbaan nemen). (foto: Wikimedia)

Verder lezen en kijken

  • Meer artikelen over de geschiedenis van Frankrijk op GeschiedenisBeleven.nl
  • Lees ook het artikel over Picasso en Braque in Parijs op GeschiedenisBeleven.nl.
  • Boek: Montmartre Heeft Echt Bestaan. Portret van een wijk, Guus Luijters (uitgeverij 521, 2003)
  • Boek: In Montmartre: Picasso, Matisse and Modernism in Paris, 1900-1910. Sue Roe. (Fig Tree, 2014). Interessant voor degenen die meer willen weten over hoe in Montmartre de moderne kunst vorm kreeg aan het begin van de 20e eeuw.
  • Boek: Montmartre and the Making of Mass Culture. Gabriel P. Weisberg (red.) (Rutgers University Press, 2001). Essaybundel waarin wordt betoogd dat in Montmartre, door een combinatie van ‘hoge’ en ‘lage’ kunst, de popcultuur is ontstaan.
  • Bekijk deze documentaire over het schilderij Bal du Moulin de la Galette uit 1876 van Pierre-Auguste Renoir; over het ontstaan van het schilderij en de tijd en omstandigheden waarin het werd gemaakt:

©GeschiedenisBeleven.nl, auteur: Ties Ramekers, eindredactie: Sofie Mulders, foto’s: Wikimedia

Leestips