De discussie over lichaamsgewicht is actueler dan ooit, maar hongeren doen mensen al eeuwenlang. Ook overgewicht is geen nieuw verschijnsel. Waar komt die fascinatie met het lichaam vandaan en is ons beeld van dik en dun veranderd?
Door Femke Knoop
De obsessie met lichaamsgewicht begon al in de eerste eeuwen van onze jaartelling. Het lichaam stond destijds in dienst van God. Zo vastte Sint Antonius van Egypte (251-356) omdat hij de kerk te ‘werelds’ vond. Op zijn twintigste trok Antonius de woestijn in. Daar leefde hij van het brood dat een raaf hem dagelijks bracht.
Andere gelovigen sloten zich vervolgens bij hem aan. Voor hen was vasten een vorm van boetedoening. Dit varieerde van de onthouding van vlees en wijn, tot het helemaal niets eten gedurende kortere of langere perioden. Batthaeus uit Edessa zou zelf zo lang hebben gevast dat de wormen uit zijn mond kropen.
Gods uitverkorenen
In de late middeleeuwen waren het vooral vrouwen die extreem vastten om zo dichter bij God te komen. Weken- of zelfs jarenlang aten deze vrouwen niet of nauwelijks, afgezien van een hostie af en toe. Voor Catharina van Siena (1347-1380) was eten een kwelling. De ontvangst en zelfs alleen al de aanblik van de hostie deed haar echter opleven.
De middeleeuwse gelovigen bewonderden de vastenheiligen omdat zij boete deden en zo de zonden van de mensheid op zich namen. Vanwege hun visioenen werden zij bovendien beschouwd als Gods uitverkorenen.
In Nederland werd Lidwina van Schiedam (1380-1433) als een wonder beschouwd. Zij lag meer dan twintig jaar vrijwel zonder eten, drinken en slaap in bed. Ondertussen overwon ze ook nog allerlei ziekten. Gulzigheid was daarentegen één van de zeven hoofdzonden en dikke mensen dienden als voorbeeld om gelovigen te weerhouden van zondig eetgedrag.
Gulzigheid. Een gravure van Pieter Bruegel de Oude die geplubiceerd werd in 1558 door Hieronymus Cock (Foto: Wikimedia)
Economische belangen van wondermeisjes
De transformatie van heilige tot anorexia-nervosapatiënt verliep geleidelijk en begon in de 16e eeuw. Wondermeisjes onthielden zich net als vastenheiligen lange tijd van eten. Religie speelde daarbij echter niet meer de belangrijkste rol. De economische belangen waren des te groter. Door de uitvinding van de boekdrukkunst (ca. 1450) verspreidde het nieuws over de wondermeisjes zich snel, onder andere via pamfletten en kranten. Dit leverde veel bezoek en daarmee ook inkomsten op. Hongeren werd een schouwspel.
Maar bedrog lag op de loer. Engeltje van der Vlies (1787-1853) uit Pijnacker werd dertig jaar lang als wonder aanbeden. De vrouw die haar verpleegde bracht haar echter dagelijks thee en melk. Pas na Engeltjes dood kwam haar oplichting aan het licht. Tijdens de autopsie vonden artsen voedselresten in haar darmen. Op dit soort bedrog stonden zware straffen. Nadat Margaretha Ulmer uit het Duitse Esslingen in 1546 als bedriegster was ontmaskerd, werd haar gezicht doorboord met een gloeiend stuk ijzer. De rest van haar leven bracht zij door in een kerker.
Het gezonde lichaam
In de 19e eeuw werd de basis gelegd voor de moderne geneeskunde, waarin voor wonderen geen plaats meer was. Met de opkomst van de psychiatrie werd hongeren een stoornis die ontstond in de hersenen. Wondermeisjes behoorden definitief tot het verleden.
In dezelfde periode kwam er meer kritiek op extreme vetzucht. Voor de 19e eeuw werden rondingen gezien als tekenen van welvaart. Toch was ook in die tijd extreem overgewicht al onacceptabel. In de 19e eeuw werden dikke mensen bovendien gezien als een bedreiging voor het voortbestaan van de natie. Zij konden immers niet voldoen aan hun burgerlijke plichten. Dit idee bleef tot ver in de 20e eeuw bestaan. Zo legde de jonge Sovjet-Unie sterk de nadruk op het gezonde, atletische lichaam. Dat zou nodig zijn om de socialistische staat op te bouwen.
Om aan dit ideaal te voldoen kwamen er allerlei dieetproducten in omloop. Keizerin Elizabeth van Oostenrijk (1837-1898) onderwierp zich bijvoorbeeld aan allerlei diëten, zoals het eten van alleen maar sinaasappels en het drinken van veel melk.
Ook sporten werd populair in deze periode. De eerste gymnastiektoestellen, ontworpen door de Zweed Gustav Zander (1835-1920), trainden het lichaam bijvoorbeeld door de paardrijdbeweging na te bootsen.
Een van de eerste gymnastiektoestellen om het gehele lichaam in rijzit te laten vibreren. Ontworpen door Gustav Zander begin 20e eeuw.
Fascinatie voor het wonderbaarlijke
Ondanks de inlijving van anorexia nervosa en obesitas door de geneeskunde bleef de nieuwsgierigheid naar extreme lichamen in de 19e en 20e eeuw groot. Hongerstaking, een nieuw fenomeen in de 19e eeuw, kreeg veel aandacht in de pers.
De fascinatie voor het wonderbaarlijke uitte zich in het tentoonstellen van levende geraamtes en extreem dikke mensen als ‘levende wonderen der natuur’ op kermissen en jaarmarkten. Later traden zij ook op in circussen en pretparken. Zo was er ‘prize baby’ Lottie, die nog maar één jaar oud, maar nu al reusachtig was. En ene Elvira werd op circusposters aangekondigd als “het zwaarste meisje dat ooit geleefd heeft”.
Rond 1825 was Claude Ambroise Seurat (1797-1826) als levend skelet tegen betaling – van 15 cent voor de goedkoopste tot 50 cent voor de duurste rang – te bezichtigen op de Amsterdamse Botermarkt. Zijn lichaam zou zo dun zijn geweest, dat je zelfs het schijnsel van een kaars erdoorheen kon zien.
Links een afbeelding van het ‘Wondermeisje’ Eva Vliegen en rechts zien we een afbeelding van ‘Mrs Everitt en haar Zoon– Het Gigantische Kind’. Zo heeft ‘prize-baby’ Lottie er waarschijnlijk ook uitgezien (Foto’s: Museum Boerhaave)
Nog altijd een bron van vermaak
De extreem dikke mensen, levende geraamtes en hongerkunstenaars verdwenen in de eerste helft van de 20e eeuw van het toneel. Verbeterde sociale zekerheid zorgde ervoor dat zij niet meer hun lichaam hoefden te verkopen. Bovendien ondervonden zij te veel concurrentie van film en televisie.
De fascinatie voor extreem lichaamsgewicht bleef echter bestaan. Dankzij de groeiende welvaart steeg het aantal mensen met overgewicht enorm na de Tweede Wereldoorlog. Onder invloed van film, televisie en modebladen kregen steeds meer jonge meisjes anorexia nervosa. In de discussie over deze problematiek is de rol van de gezondheidszorg sinds de 19e eeuw alleen maar groter geworden.
In tv-programma’s als Obese en XXS lijken dikke en dunne mensen wel nog altijd een bron van vermaak te vormen. Maar ook daar zijn zij definitief veranderd van wonderen in patiënten die geholpen moeten worden.
Verder lezen en kijken
- Meer artikelen over gezondheid en geneeskunde op GeschiedenisBeleven.nl
- Boek: Van vastenwonder tot magerzucht. Anorexia nervosa in historisch perspectief (1988), Ron van Deth en Walter Vandereycken, uitgeverij Boom.
- Reportage van Eén Vandaag over de geschiedenis van het hongeren:
©GeschiedenisBeleven.nl, auteur: Femke Knoop, eindredactie: Marleen Boevé, beeldredactie: Marjolein van der Vlies, afbeeldingen: Museum Boerhaave en Wikimedia