De anarchistische terrorist

Moordaanslag op de Spaanse premier Del Castillo in 1897.

Al sinds het begin van de 21e eeuw wordt er een ‘oorlog tegen het terrorisme’ gevoerd. Dat is niet voor het eerst. Honderd jaar eerder gebeurde hetzelfde, al was de terrorist toen geen fundamentalist of moslim. De terrorist was anarchist.

Door Wytse Vellinga

De voorloper van de FBI maakte in de jaren ’20 van de vorige eeuw in de VS fanatiek jacht op het anarchisme en de anarchisten. Eigenlijk net zo fanatiek als er nu jacht wordt gemaakt op leden van Al Qaeda en op de Taliban. Ook toen was de angst voor deze onzichtbare vijand groot. Immers, iedereen kan in het geniep een terrorist zijn. Aan het begin van de jaren ’20 leidde die angst tot enorme klopjachten, klopjachten overigens zonder resultaat.

Waar kwam die angst vandaan? Was er een serieuze dreiging voor een anarchistische omverwerping van de macht en totale anarchie?

Het antwoord op die vraag is niet eenvoudig te geven. Dat heeft vooral met de aard van het anarchisme te maken. Zo is het anarchisme per definitie tegen welke vorm van organisatie ook. Dat betekent automatisch dat er geen echte anarchistische groepen aan te wijzen zijn die allemaal dezelfde doelen nastreefden. Maar het maakte hun daden voor het grote publiek niet minder angstaanjagend.

Geen wereldleider is veilig

Eén van de eerste anarchistische aanslagen is meteen de bekendste: de moord op keizerin Elisabeth van Oostenrijk. Op 10 september 1898 werd zij in Genève door de Italiaan Luigi Lugeni doodgestoken met een nagelvijl. Lugeni had eigenlijk de hertog van Orléans willen vermoorden, maar die had op het laatste moment zijn reis naar Genève afgezegd. Dus besloot Lugeni tot dit andere, veel schokkender doelwit.

Gravure waarop de aanslag op Elisabeth van Oostenrijk op 10 september 1898 wordt afgebeeld. (foto: Wikimedia)
Gravure waarop de aanslag op Elisabeth van Oostenrijk op 10 september 1898 wordt afgebeeld. (foto: Wikimedia)

Het bleek de opmaat tot meer aanslagen op machtige personen. Op 29 juli 1900 werd de Italiaanse koning Umberto I doodgeschoten door de Amerikaans-Italiaanse wever Bresci. Een jaar later wisten de anarchisten hun allerhoogste doelwit te pakken te krijgen: de Amerikaanse president McKinley. Bij een bezoek aan een tentoonstelling in Buffalo werd McKinley neergeschoten door de Poolse immigrant Leon Czolgosz.

Inspiratiebron

Czolgosz was gefrustreerd geraakt door het Amerikaanse politieke systeem dat hem als immigrant minder kansen bood dan een ‘geboren’ Amerikaan. Volgens Czolgosz moest daarom het hele systeem omvergeworpen worden en dat kon alleen door het te ontdoen van zijn leider. Hij verklaarde later dat de aanslag op Umberto I voor hem de inspiratiebron was geweest.

In de jaren daarna worden in Europa onder andere de Bulgaarse premier Petkov (1907) en de Spaanse premier Canalejas (1912) het slachtoffer van anarchistische aanslagen. Samen met tal van lagere politici en functionarissen.

Ook buiten Europa was het raak. Zo werd in Buenos Aires politiechef Ramón Lorenzo Falcón vermoord. In Amerika bleef het aantal dodelijke slachtoffers beperkt. Naast McKinley kwamen er geen hooggeplaatste Amerikanen om. Al had het ook heel anders kunnen lopen.

Moord op Mc Kinley
De aanslag op 6 september 1901 op de Amerikaanse president William Mc Kinley. Hij overleed acht dagen later aan de gevolgen van deze aanslag. (foto: Wikimedia)

36 bommen in de post

In april 1919 werden er in de VS in totaal 36 pakketjes met dynamiet verstuurd met de post. De meeste waren gericht aan politici die verantwoordelijk waren voor de Anarchist Exclusion Act. Deze nieuwe wet maakte het mogelijk immigranten die zich bezighielden met ‘anarchistische activiteiten’, per direct over de grens te zetten.De bombrieven kwamen geen van alle op de juiste bestemming aan door spelfouten in namen en adressen en doordat de pakketjes niet voldoende gefrankeerd warden.

Zo ontkwamen onder anderen de burgemeester van New York en verschillende ministers aan dit moordcomplot.

De dreiging die er vanuit ging, was er niet minder om.

In juni van datzelfde jaar werden de VS opnieuw opgeschrikt door een terroristische aanslag van een anarchist. De 23-jarige Carlo Valdinico blies zichzelf op voor de voordeur van minister van Justitie Palmer. De schade was aanzienlijk, maar wonder boven wonder vielen er verder geen slachtoffers. Midden in de ravage lagen tientallen pamfletten met daarop een duidelijke boodschap van de anarchisten achter de aanslagen:

“Het is oorlog, klassenoorlog, en jullie zijn de eersten die hem voerden onder de dekmantel van de machtige instituties die jullie de gevestigde orde noemen, in de duisternis van jullie wetten. Er zal bloed vloeien… er zal moord nodig zijn… We zullen vernietigen om de wereld te bevrijden van jullie tirannieke instituties”.

Krantenbericht naar aanleiding van de bomaanslag voor de deur van minister van justitie Palmer.
Krantenbericht naar aanleiding van de bomaanslag voor de deur van minister van justitie Palmer. 

11 september avant la lettre

De reactie van de Amerikaanse regering was keihard en lijkt in veel opzichten op wat er bijna honderd jaar later gebeurde na de aanslagen op 11 september 2011. De inlichtingendiensten kregen verregaande macht om zo de terroristen goed aan te kunnen pakken. De Bureau of Investigation (BI) was opgericht naar aanleiding van de moordaanslag op McKinley en na de aanslagen in 1919 groeide de dienst explosief.

Ook de hoeveelheidbevoegdheden groeide sterk. Zo mocht er op grote schaal afgeluisterd worden.

De bewijslast die nodig was om anarchisten op te pakken en uit te zetten, hoefde niet bepaald waterdicht te zijn. Een verdachtmaking alleen was vaak al genoeg. De handel en wandel van de inlichtingendiensten werden steeds minder zichtbaar en zelfs de president en de minister van Justitie wisten niet meer precies wat er echt gebeurde. Iets wat volgens sommigen ook op dit moment aan de hand is.

Anti-overheidsgevoelens

Effectief was de aanpak in de vorige eeuw zeker. Na 1919 is er geen enkele anarchistische aanslag meer gepleegd in de VS. Ook buiten de VS bleef het wat betreft het anarchisme rustig. Of dat te maken had met de opkomst van het fascisme en het communisme als nieuwe uitlaatklep van anti-overheidsgevoelens is pure speculatie. Wat wel vast staat is dat er nu geen noemenswaardige anarchistische beweging meer bestaat. Wat dat betreft kun je dus stellen dat deze eerste ‘war on terror’ eigenlijk gewonnen is.

Verder lezen en kijken

©GeschiedenisBeleven.nl, auteur: Wytse Vellinga, eindredactie: Paul van Royen, beeldredactie: Jos Groenendaal, foto’s: Wikimedia

Leestips