De zaak Brutus: James Bond in naoorlogs Duitsland

Een knoopsgatcamera uit de DDR (foto: Wikimedia/Stasi Museum Berlin)

Een zachte novembernacht in 1953. De Oost-Duitse ambtenaar Walther Gramsch vertrekt van Oost- naar West-Berlijn. Het is geen alledaags tafereel: de man verkeert in doodsangst. James Bond-taferelen in het naoorlogse Duitsland?

Door Lars Sanders

Walther Gramsch (1897-onbekend) werkte als spoorwegambtenaar toen de Tweede Wereldoorlog uitbrak. Ondanks het feit dat hij lid was geweest van de sociaal-democratische partij (SPD) in Duitsland deed hij tijdens de oorlog dienst als kapitein van de Wehrmacht. Hij raakte betrokken bij het netwerk dat de aanslag van Claus von Stauffenberg (1907-1944) op Hitler voorbereidde.

De aanslag mislukte en Gramsch werd door de Gestapo gearresteerd. Hij overleefde het en vestigde zich na de oorlog in het door de Sovjet-Unie bezette deel van Duitsland. Als sociaaldemocraat raakte hij echter snel teleurgesteld in het politieke beleid van de door de Sovjet-Unie ingevoerde Duitse Democratische Republiek (DDR).

Spionage

Walther Gramsch wist carrière te maken bij het ministerie van verkeer in de DDR. Dit trok de aandacht van een voormalige generaal van de Wehrmacht in West-Duitsland: Reinhard Gehlen. Gehlen (1902-1979) was tijdens de oorlog het hoofd van de dienst Fremde Heere Ost. In die hoedanigheid coördineerde hij de militaire spionageactiviteiten tegen de Sovjet-Unie. De generaal kende de krachten en zwaktes van de Sovjet-Unie tot in het kleinste detail: hij had de reputatie dat er geen kluis in de Sovjet-Unie aanwezig was waarvan hij de inhoud niet kende.

Na de oorlog wantrouwden de Amerikanen de flamboyante Gehlen, maar toen de Duits-Amerikaanse vijandschap steeds meer plaats maakte voor een Russisch-Amerikaanse vijandschap werd de voormalige Wehrmachtgeneraal benoemd tot hoofd van de West-Duitse geheime dienst.

Gehlen was hevig geïnteresseerd in alles wat er in het communistische deel van Duitsland plaatsvond. In 1947 werd Walther Gramsch zijn eerste agent. Als schuilnaam koos de Oost-Duitse ambtenaar het veelzeggende Brutus.

Richard Gehlen in uniform van de Wehrmacht in 1943. (foto: Wikimedia)
Richard Gehlen in uniform van de Wehrmacht in 1943. (foto: Wikimedia)

De saboteur

Gramsch maakte, nadat hij door Gehlen in dienst was genomen, snel carrière in de DDR. Hij trok door zijn kennis en leergierigheid de aandacht van het hoofd van de afdeling scheepvaart Ernst Wollweber (1898-1967). Na meerdere promoties kwam hij steeds dichter bij Wollweber te staan, dit tot grote vreugde van Gehlen. Deze omschreef Wollweber als een internationaal beruchte beroepsrevolutionair en een van de meest gewetenloze figuren binnen het communistisch regime.

Het wantrouwen bleek terecht.

Agent Brutus wist al snel te melden dat Wollweber zijn positie gebruikte om sabotageacties tegen het Westen te organiseren. Hij wist ook te rapporteren dat de staatszeevaartschool, zoals verwacht kon worden, matrozen voor de scheepvaart opleidde. Een deel van de studenten volgde echter speciale trainingen in het omgaan met explosieven en het saboteren van schepen die voeren onder kapitalistische vlag. Toen enkele Britse schepen onder verdachte omstandigheden in vlammen opgingen, was Wollweber eerste verdachte.

De ontdekking

Door de rapportages van agent Brutus was de West-Duitse geheime dienst op de hoogte van iedere stap die de Oost-Duitse minister zette. Gehlen werd zelfs op de hoogte gebracht van de seksuele escapades van Wollweber.

Als meerdere van zijn acties mislukken begint deze echter te vermoeden dat er een mol in het ministerie van verkeer aanwezig is. De organisatie van Gehlen was ondertussen onvoorzichtig geworden. In juni 1953 was een volksopstand in de DDR neergeslagen en dit zorgde voor een enorm potentieel aan DDR-burgers die als geheim agent wilden werken.

Door deze toevloed werd er minder zorgvuldig gescreend waardoor de geheime dienst van de DDR spionnen bij de West-Duitse dienst wist te plaatsen.

Na de volksopstand van 17 juni 1953, die bruut werd neergeslagen, voerde het DDR-regime de strijd tegen westerse spionage op (foto: Wikimedia/Deutsches Bundesarchiv)
Na de volksopstand van 17 juni 1953, die bruut werd neergeslagen, voerde het DDR-regime de strijd tegen westerse spionage op (foto: Wikimedia/Deutsches Bundesarchiv)

En het was juist Ernst Wollweber die in 1953 opdracht kreeg de geheime dienst van de DDR, het Ministerium für Staatssicherheit (Stasi), te reorganiseren. Naast het in de gaten houden van de eigen burgers hield dit ministerie zich ook bezig met de strijd tegen westerse spionage. Wollweber maakte snel duidelijk dat deze strijd hem ernst zou zijn. Op 6 november 1953 kon Wollweber in de staatskrant van de DDR verkondigen dat hij een netwerk van spionnen en terreuragenten had opgerold.

Harde woorden werden niet geschuwd: deze mensen hadden samengewerkt met een dienst die onder leiding stond van een man die onder Hitler als generaal had gediend. Zij konden niet hard genoeg gestraft worden.

Kantoor Stasi.
Kijkje in een van de kantoren van het Ministerium für Staatssicherheit ofwel de Stasi. (foto: Wikimedia)

De verdwijning

In hoeverre Wollweber op de hoogte was van de activiteiten en identiteit van agent Brutus is niet bekend. Gehlen besloot echter geen risico te nemen en haalde Walther Gramsch met zijn gezin naar West-Berlijn. Er is sindsdien niets meer van hem vernomen. Tijd en plaats van overlijden zijn onbekend. Gehlen heeft er nooit een woord over losgelaten en de archieven van de West-Duitse geheime dienst zijn nog niet vrijgegeven.

Waarschijnlijk heeft Gramsch onder een andere identiteit van zijn pensioen kunnen genieten. Dat Wollwebers dreigementen tegenover spionnen serieus moesten worden genomen, werd wel snel duidelijk. In 1954 werden Elli Barczatis en haar man Karl Laurenz in Oost-Berlijn gearresteerd. Nadat zij schuldig waren bevonden aan spionage werden zij in 1955 met een bijl onthoofd.

Dat lot is agent Brutus gelukkig gespaard gebleven. Hij een mysterieuze voetnoot in de geschiedenis van de Koude Oorlog gebleven.

Verder lezen en kijken

©GeschiedenisBeleven.nl, auteur: Lars Sanders, eindredactie: Jim Pedd, beeldredactie: Joris Bruins, foto’s: Wikimedia/Deutsches Bundesarchiv/Stasi Museum Berlin

Leestips