Bankencrisis! Fraude en faillissement in Venetië

13.10.09.Artikel.VenetieBankencrisis (UITGELICHT)

De eminente historicus Frederic C. Lane (1900-1984) verzuchtte in 1937 al dat de middeleeuwse Venetiaanse banken dezelfde fouten en kwaden vertoonden als banken in latere eeuwen. De Venetiaanse republiek reguleerde het bankwezen weliswaar rigoureus, maar heeft dit ook effect gehad?

Door Lars Sanders

Venetië was in de Middeleeuwen een van de belangrijkste handelssteden in Europa. Schepen uit de verste uithoeken van de wereld legden aan in de Venetiaanse haven. Turken, Duitsers en Grieken hadden zelfs allemaal hun vaste plek in de stad. Er waren hierdoor zeer veel verschillende munteenheden in omloop en op één van de centrale pleinen van de stad waren geldwisselaars actief.

Uit het wisselen van verschillende valuta ontstond de praktijk dat een hoeveelheid contant geld ingewisseld kon worden tegen een bankbrief. Bij vertoning van deze bankbrief kon de oorspronkelijke inlegger of een andere persoon het contante bedrag later weer ophalen. Het bankwezen in Venetië was geboren.

Verleidingen van bankiers

Langzaamaan ontstonden zo ook particuliere banken waarvan de stad er vanaf de veertiende eeuw tientallen kende. Met de komst van de papieren bankbrieven kwam echter ook de verleiding om bankbrieven uit te schrijven zonder dat daar een contant bedrag tegenover stond. Er zijn voorbeelden bekend waarbij een bankier min of meer waardeloze bankbrieven gebruikte om de bouw van een eigen stadspaleis te financieren. Fraude lag al snel op de loer.

Dat kon natuurlijk niet eeuwig goed gaan. Als er klanten langskwamen om hun bankbrieven in te wisselen tegen contant geld konden bankiers in de problemen komen. Ze deden er dan ook alles aan om de uitgifte van contanten te vermijden: openingstijden waren wispelturig en onvoorspelbaar en als een bankier dan eindelijk aanwezig was, stuurde deze de klant met hetzelfde gemak naar een andere bank waar hij een gesloten deur aantrof.

Op dit schilderij van de Venetiaanse schilder Canaletto (1697-1768) is de Campo di Rialto afgebeeld. In dit commerciële hart van de stad waren onder anderen de geldwisselaars actief.
Op dit schilderij van de Venetiaanse schilder Canaletto (1697-1768) is de Campo di Rialto afgebeeld. In dit commerciële hart van de stad waren onder anderen de geldwisselaars actief.

Vertrouwen

Venetië was vanaf de vroege Middeleeuwen een republiek. Alleen mannen van adel konden in aanmerking komen voor een bestuursfunctie in de stad. Eén van de bestuursorganen was de senaat. Deze bestond uit 200 leden en was verantwoordelijk voor het formuleren van beleid. Veel leden van de senaat waren ook actief in de handel en hadden daardoor aan den lijve ondervonden welke schade banken aan de handel konden toebrengen.

Om fraude tegen te gaan, probeerde de senaat het bankenwezen te reguleren. Toen de prijzen van onder andere zilver en graan vanaf 1340 scherp waren gedaald, gingen veel banken onderuit. In 1374 nam de senaat daarom een wet aan die bankiers verbood geld te steken in dit soort waren. Vanaf 1445 waren bankiers daarnaast verplicht dagelijks minstens vier uur in hun bank aanwezig te zijn opdat klanten er terecht konden om hun ingelegde geld op te vragen.

Een gouden ducaat uit Venetië, geslagen in de 14e eeuw.

Een gouden ducaat uit Venetië, geslagen in de 14e eeuw.

Stormloop

De senaat was het orgaan dat dergelijke wetten kon aannemen, de uitvoering daarvan was echter de verantwoordelijkheid van een veelheid aan andere bestuursorganen. De controle op de naleving van de wetten liet dan ook erg te wensen over.

Zodoende nam het vertrouwen in bankiers amper toe. Integendeel, het minste gerucht over tegenvallende resultaten was voldoende om een stormloop op de contanten van een bank te veroorzaken. In 1400 ging bijvoorbeeld het gerucht dat bankier Pietro Benedetto aan de pest zou zijn overleden. Hoewel Benedetto nog in leven was, ontstond er een stormloop op zijn bank. Vlak voor zonsopgang was het contante geld op en werd het bankroet aangekondigd. Benedetto stierf twee dagen later.

Rigoureus ingrijpen

De wetgeving van de senaat kon de misstanden dus niet uitbannen. Het bleef voorkomen dat banken omvielen en in 1584 bleek dat van de 103 opgerichte banken er 96 bankroet waren gegaan. De senaat besloot toen drastische maatregelen te nemen.

De Venetiaanse senator Tommaso Contarini (1542-1617) stelde dat de instabiliteit van de banken de stad Venetië te veel economische onzekerheid had gebracht. Hij pleitte daarom voor een verbod op het particuliere bankenwezen en de oprichting van een staatsbank. Met het ingelegde geld zou de staat geen handel mogen drijven. De staatsbank zou te allen tijde 100 procent van het ingelegde geld ter beschikking moeten kunnen stellen.

Opbergen contanten

In de senaat ontstond weerstand tegen dit plan. Het zou de vrije handel namelijk onnodig beperken. Toch werd in 1587 de Banco di Rialto opgericht. Deze bank beperkte zich tot haar kerntaak: het veilig opbergen van contant geld. Een belasting op geïmporteerde goederen dekte de kosten van de bank, die onder toezicht stond van een drietal ambtenaren: de proveditori soprabanchi.

Hoewel vanaf 1596 ook weer particuliere banken opdoken, bleef de Banco de Rialto haar functie tot 1806 vervullen. In dat jaar maakte Napoleon Bonaparte (1769-1821) een definitief einde aan de staatsbank, nadat Venetië in 1805 onderdeel was geworden van het Franse Keizerrijk.

Aan het einde van de 15e eeuw maakte de Italiaanse kunstenaar Jacopo de Barbari deze beroemde en zeer gedetailleerde houtsnede van Venetië.
Aan het einde van de 15e eeuw maakte de Italiaanse kunstenaar Jacopo de Barbari deze beroemde en zeer gedetailleerde houtsnede van Venetië.

Parallellen met nu

In 2008 gaat de Amerikaanse bank Lehman Brothers failliet. De in 1850 opgerichte bank had geld geïnvesteerd in risicohypotheken. Toen de prijzen van onroerend goed daalden, bleken de verliezen zo groot dat de bank omviel. Hierna komen meerdere banken in de problemen door verkeerd uitgevallen investeringen.

Net als hun Italiaanse voorgangers, zagen verschillende Europese overheden het belang in van een goed functionerend bankwezen. In Nederland stelde minister van financiën Wouter Bos dat een faillissement van de ABN AMRO bank de economie te veel schade zou toebrengen. Op 3 oktober 2008 koopt de Nederlandse staat daarom voor een bedrag van bijna 17 miljard euro de in problemen geraakte bank. Van een algeheel verbod op particulier bankieren was echter geen sprake.

Maar heeft dit beleid de economie gered? De journalist Joris Luijendijk interviewde in de afgelopen twee jaar een groot aantal bankiers en is er niet van overtuigd dat zij geleerd hebben van de fouten uit het verleden. Volgens Luijendijk is het financiële systeem niet out of control maar beyond control en is een ineenstorting van de sector nog steeds een reële optie. Het reguleren van het bankwezen is geen gemakkelijke zaak; toen niet en nu niet.

13.10.09.Artikel.VenetieBankencrisis (MAIN)slot

Verder lezen en kijken

© GeschiedenisBeleven.nl, auteur: Lars Sanders, eindredactie: Richard Calis, beeldredactie: Richard Calis, foto’s: Wikimedia en Flickr the Commons

Leestips