Praten als Brugman: uitdrukking uit de 15e eeuw

Prediking van Jan Brugman.

Iedereen kent de uitdrukking ‘praten als Brugman’, maar waar komt die vandaan? In tegenstelling tot andere gezegden die namen bevatten, wordt Brugman met een hoofdletter geschreven. Dat komt omdat we hier te maken hebben een historisch figuur. Jan Brugman verwierf deze uitdrukking in Amsterdam in 1462.

Door Sophie Vehmeijer

Jan Brugman (ca. 1400-1473) was prediker voor de orde der Observanten, een kloosterorde die streefde naar een strikte naleving van de strengst denkbare kloosterregels en het armoedeideaal van Fransicus van Assisi. Voor deze orde reisde Brugman door grote delen van de Nederlanden en Duitse gebieden. Tijdens deze reizen probeerde hij kloosters te bekeren tot de orde van de Observanten.

Gedurende deze reizen ontpopte Brugman zich tot een begenadigd spreker. Hij schakelde moeiteloos over van het Latijn naar de volkstaal. In zijn urenlange donderpreken veroordeelde Brugman onkuis levende priesters, onrechtvaardige vorsten en stadsbesturen, gierige geestelijken en blasfemische burgers. Hij riep zijn publiek op om hun leven te beteren, boete te doen en het voorbeeld van Christus te volgen.

Volksprediker

Wat het volk waardeerde aan Brugman was dat hij zonder onderscheid van personen en standen te werk ging. Iedereen werd op dezelfde manier beoordeeld. Hoewel Brugman meestal in kerken en kloosters predikte, bestaan er ook berichten van preken die hij in de openlucht gaf. Aangezien Jan Brugman het armoedeideaal ook voor de kloosters predikte zagen stadsbesturen hem graag komen. De meeste stedelijke kloosters zaten namelijk nogal goed in de slappe was. Maar één stadsbestuur hield hem liever buiten de stadspoort.

De Amsterdamse kwestie

Tijdens het eerste verblijf van Jan Brugman in Amsterdam speelde daar een conflict tussen het stadsbestuur en de sober levende Observanten. De monniken wilden een klooster binnen de stadsmuren stichten, maar dit stond het stadsbestuur niet toe. De stad telde op dat moment al 19 kloosters en dat vond het stadsbestuur genoeg.

Bovendien speelde er iets anders. Want ook landsheer Filips de Goede (1396-1467) en zijn zoon Karel (1433-1477), later bekend als Karel de Stoute, steunden de Observanten. De grote rijkdommen van de traditionele kloosters waren voor hen een doorn in het oog. Niet alleen konden zij geen belasting heffen over hun rijkdommen, maar ook werden kloosters vaak in testamenten opgenomen. De in armoede levende Observanten leken een geschenk uit de hemel.

Maar tussen Filips en Amsterdam boterde het slecht. Er liep al jaren een verzoekschrift van Filips voor meer geld van de Hollandse steden. De steden honoreerden deze bede echter niet. Ze dienden eerst een lijst in met verzoeken die moesten worden ingewilligd voor ze aan de bede tegemoet wilde komen. Door de Observanten buiten de poort te houden, blokkeerde Amsterdam ook de plannen van Filips.

Argusogen

De Observanten konden echter rekenen op de steun van het volk. De gewone inwoners zagen namelijk wel iets in de nieuwe orde, ook omdat van de bestaande orden weinig bezieling uitging. In oktober 1462 arriveerde Brugman in Amsterdam. Door middel van een preek liet hij de bewoners van de stad duidelijk weten dat hij –hoe kon het ook anders- de kant koos van de Observanten en tegen het stadsbestuur.

In die dagen werd Brugman bespied door twee mannen die door het stadsbestuur waren ingehuurd om verslag uit te brengen van zijn preken. Ook andere kloosters en kerken bekeken de situatie met argusogen. Natuurlijk vanwege het risico op concurrentie. Jan Brugman werd dus vanuit verschillende hoeken in de gaten gehouden.

Zowel Jan Brugman als het volk lieten duidelijk merken voor deze zaak ver te willen gaan. Brugman zegt in één van zijn preken dat hij zelfs “sijnen ouden hals hijr voir laten woude”.

Bevlogen preken

Op 22 november bezocht Brugman Amsterdam voor de tweede keer en hoewel het stadsbestuur hem tot persona non grata verklaarde, hield hij een aantal bevlogen preken. Kort na dit bezoek kregen de Observanten toch hun zin. Voor de bevolking leek het alsof Brugman het klooster met zijn toespraken had afgedwongen.

In werkelijkheid was het anders gegaan, Filips heeft het stadsbestuur namelijk gedwongen het klooster te accepteren. Maar dat wist het gewone volk niet. Zij hadden alleen de gloedvolle toespraken van Brugman in gedachte. Vanaf dat moment konden mensen die iets met woorden gedaan kregen ´praten als Brugman´.

Verder lezen en kijken

  • Meer taalweetjes op GeschiedenisBeleven.nl
  • Boek:  Praten als Brugman: de wereld van een Nederlandse volksprediker aan het einde van de Middeleeuwen (1999) van Nico Lettinck.
  • Boek: Leven en werk van Jan Brugman ( 1967) van F.A. H. van den Hombergh

©GeschiedenisBeleven.nl, auteur: Sophie Vehmeijer, foto’s Wikimedia (cc)

Leestips