Nederlanders aan boord van de Titanic

De RMS Titanic op 2 april 1912. (foto: Wikimedia)

Honderd jaar geleden liep de oceaanstomer Titanic op een ijsberg en zonk. In die noodlottige nacht van 14 op 15 april 1912 verdronken 1495 van de 2200 opvarenden, onder wie drie Nederlanders. Vlak voor de klap stuurde één van hen nog een telegram.

Door Anneloes Klein Horsman

Voorjaar 1907 ontstonden in Londen de eerste plannen voor de bouw van drie grote passagiersschepen. Rederij White Star Line wilde met de bouw van de Olympic, Titanic en Brittanic de concurrerende rederijen overtreffen in grootte en luxe. De drie schepen werden in Belfast gebouwd bij Harland and Wolff, op dat moment de grootste scheepswerf ter wereld.

Derdeklas reizigers

Op woensdag 10 april 1912 vertrekt de Titanic, onder gezagvoering van kapitein Edward John Smith, voor zijn eerste reis van Southampton naar New York. Voor de reis hebben meer dan 1300 personen geboekt. Er zijn 900 bemanningsleden aan boord. Onder de passagiers zijn enkele prominente gasten uit Amerika en Europa. Het grootste gedeelte van de passagiers bestaat echter uit derdeklas reizigers.

De Titanic is op dat moment het grootste schip ter wereld. Het schip biedt ongekende luxe voor alle passagiers. Naast de enorme weelde in de eerste en tweede klasse heeft de rederij ook aandacht besteed aan de derde klas.

De grote groepen emigranten die in die tijd in de Verenigde Staten een nieuw leven wilden opbouwen, vormen een belangrijke inkomstenbron voor de White Star Line.

Een luxe en een eenvoudige hut van de Titanic. Reconstructies voor de tentoonstelling  Titanic: the artifact exhibition. (Foto's: Amsterdam Expo)
Een luxe en een eenvoudige hut aan boord van de Titanic. Reconstructies voor de tentoonstelling  Titanic: the artifact exhibition. (Foto’s: Amsterdam Expo)

‘Voorspoedige reis’

Aan boord bevinden zich drie Nederlanders, één passagier en twee bemanningsleden. De Nederlandse passagier is jonkheer Johan George Reuchlin, directeur passagebureau van de Holland Amerika Lijn (HAL). Hij heeft de plaats ingenomen van de oudere directeur Wierdsma, die wegens familieomstandigheden heeft afgezegd. Reuchlin is door Bruce Ismay, managing director bij de White Star Line, uitgenodigd de eerste reis van de Titanic mee te maken. De HAL wil zelf ook grote passagiersschepen laten bouwen en is zeer geïnteresseerd in de Titanic.

Reuchlin bevindt zich als belangrijke passagier op het meest luxe gedeelte van het schip. Hij stuurt ansichtkaarten naar huis over de indrukken die hij opdoet aan boord van de Titanic. Zo schrijft hij: “De kamers op dit schip zijn wel drie keer zo groot als de salon bij ons thuis”.

Vlak voor de aanvaring met de ijsberg stuurt hij een telegram aan zijn familie met de mededeling dat de reis voorspoedig verloopt.

De achterkant van de ansichtkaart die Reuchlin naar zijn oudste zoon Henri stuurde (foto: Gemeentearchief Rotterdam, familiearchief Reuchlin)
De achterkant van de ansichtkaart die Reuchlin naar zijn oudste zoon Henri stuurde (foto: Gemeentearchief Rotterdam, familiearchief Reuchlin)

Grote koffer

De twee andere Nederlanders op de Titanic zijn bemanningsleden. Wessel Adrianus van der Brugge is stoker. Hij was verantwoordelijk voor een constante aanvoer van kolen voor de enorme ketels van het schip. Van der Brugge is een avontuurlijke man, die veel reist en al zijn hele leven op zee werkt. Hij had weinig contact met het thuisfront. Zijn familie wist niet dat hij met de Titanic meevoer.

Het andere Nederlandse bemanningslid is Hendrik (Hennie) Bolhuis, kok in het à la carte restaurant. Bolhuis is een zelfstandig en reislustig man. Hij heeft jaren in goede restaurants gewerkt.

Voordat hij zijn familie in Groningen gaat bezoeken, scheept hij in op de Titanic. Zijn grote koffer laat hij achter in Southampton met de gedachte dat hij deze op de terugweg ophaalt.

Hendrik Bolhuis in Monte Carlo, jaartal onbekend. (foto: Maritiem Museum Rotterdam)
Hendrik Bolhuis in Monte Carlo, jaartal onbekend. (foto: Maritiem Museum Rotterdam)

Opengereten

Op 14 april rond 23.40 uur slaat de matroos in het kraaiennest alarm. Een enorme ijsberg doemt op uit de duisternis. Uitwijken kan niet meer. Op volle snelheid ramt de Titanic de bijna 300.000 ton zware ijsberg. De stuurboordzijde van het schip wordt op verscheidene plaatsen opengereten.

De Titanic loopt vol en binnen drie uur zinkt het schip.

Er zijn twintig reddingssloepen beschikbaar. Oorspronkelijk was de plaatsing van achtenveertig sloepen gepland, maar hierdoor werd het uitzicht op de dekken te veel beperkt. De sloepen bevonden zich op het dek van de eerste en tweede klasse. De kans voor passagiers van de derde klasse op redding was zo wel heel klein. Van deze klasse komen, na de bemanningsleden, uiteindelijk de meeste mensen om het leven.

Vrouwen en kinderen eerst

De drie Nederlanders overleven de ramp niet. Hun lichamen worden nooit geborgen. Hoewel Reuchlin een plek kan krijgen in een van de reddingssloepen, heeft hij vermoedelijk gehoor gegeven aan de fatsoensregel en oproep van de kapitein om vrouwen en kinderen voor te laten gaan.

Bolhuis en Van der Brugge hebben weinig kans een reddingssloep te bereiken. Van der Brugge bevindt zich diep in de buik van het schip, waar het water het eerst naar binnen komt. Van de 325 man uit de machinedienst worden er 72 gered. De positie van het personeel in het restaurant was ook ongunstig.

Het personeel bestond veelal uit buitenlanders die met argwaan werden bekeken. Zij hadden eveneens weinig kans een reddingssloep te bereiken. Van de 85 man die in het restaurant werkten, overleefden drie personen.

Een van de reddingssloepen met overlevenden, gefotografeerd door een passagier van de Carpathia (foto: Wikimedia)
Een van de reddingssloepen met overlevenden, gefotografeerd door een passagier van de Carpathia (foto: Wikimedia)

Wandelstok en wat ansichtkaarten

Het ongeluk met de Titanic is wereldnieuws. Uiteraard is de dood van Reuchlin in Nederland voorpaginanieuws. Van de twee andere Nederlanders is dan nog niet bekend dat ze zich op de Titanic bevonden. Ook hun familie weet dat niet. In juli wordt de familie van Bolhuis op de hoogte gebracht. De familie van Van der Brugge krijgt de droeve tijding pas in augustus.

De persoonlijke bezittingen van Reuchlin en Bolhuis zijn door hun familie zorgvuldig bewaard. De brieven en ansichtkaarten die Reuchlin tijdens zijn reis schreef aan zijn familie, en de telegrammen die hij de dag voor de aanvaring naar huis stuurde. De koffer die Bolhuis achterliet in Southampton met daarin een kookboek, een wandelstok, een ring en wat ontvangen ansichtkaarten en kaarten.

Alleen Van der Brugge is vrijwel opgelost in de tijd. Er rest alleen zijn naam in het bevolkingsarchief met daarbij de kanttekening dat hij aan boord van de Titanic omkwam.

Verder lezen en kijken

  • Lees ook het artikel over de Titanic die zonk in 1943 op GeschiedenisBeleven.nl
  • Honderd jaar Titanic. Het verhaal van de Belgen en de Nederlanders (2011), Dirk Musschoot
  • Alles over de Titanic, de opvarenden en de ramp in de Encyclopedia Titanica 
  • Bekijk originele beelden van de Titanic uit 1912 en interviews met overlevenden
  • National Geographic heeft uiterst gedetailleerde fotoanimaties van het wrak gepubliceerd

©GeschiedenisBeleven.nl, auteur: Anneloes Klein Horsman, eindredactie: Paul van Royen, beeldredactie: Joris Bruins, foto’s: Maritiem Museum Rotterdam, Wikimedia

Leestips