Het verdwenen klooster Claercamp

Digitale reconstructie van klooster Claerkamp, gemaakt door van de Noordelijke Hogeschool in Leeuwarden.

Op het hoogtepunt van zijn bestaan woonden er 700 monniken en besloeg het terrein maar liefst 60 hectare. De koning van Frankrijk bracht er volgens de legendes een bezoek omdat hij het beschouwde als een belangrijke machtsfactor. Maar wie tegenwoordig op zoek gaat naar het klooster Claercamp in Noordoost-Friesland moet goed zoeken.

Door Wytse Vellinga

Lange rechte stukken landbouwgrond en grazende koeien. Dat is wat je aantreft als je het dorp Rinsumageest uit rijdt over de Klaarcampsterweg. Alleen de naam van de weg doet vermoeden dat we in elk geval in de buurt zijn van het voormalige klooster.

Maar wie net iets beter kijkt ziet meer. Zo lopen de sloten tussen de verschillende weilanden net even anders dan normaal. Ze kronkelen meer en, nog opmerkelijker, ze zijn op sommige plekken dubbel aangelegd. Dit zijn de voormalige grachten die het middeleeuwse klooster moesten beschermen.

Voor de komst van de monniken werd deze plek in de bronnen aangeduid als Ringesheim. Waar de naam precies vandaan komt is onbekend, maar in de 12de eeuw n.Chr. werd hiermee de bijna vier meter hoge terp bedoeld die al eeuwen hier lag. De terp was bijna vijf hectare groot en daardoor ideaal voor de oprichting van een klooster.

11.09.08. Klooster Claerkamp - weiland
De locatie van klooster Claerkamp net buiten het Friese dorp Rinsumageest. (foto: Wytse Vellinga)

Kloostermoppen

De broeders die hier in 1165 begonnen met de bouw van hun nieuwe onderkomen waren lid van de orde van de cisterciënzers. Een relatief nieuwe kloosterorde die in 1098 was opgericht in Frankrijk. De eerste broeders van het nieuwe klooster kwamen dan ook uit Frankrijk. Om precies te zijn uit het klooster van Clairvaux. Voor de bouw van hun klooster maakten de monniken gebruik van de grond rondom de terp. De kleigrond bleek namelijk uitermate geschikt voor het bakken van de stenen die we nu kennen als kloostermoppen. En zo ontstond niet alleen het eerste cisterciënzersklooster van Nederland, maar ook het eerste bakstenen gebouw van ons land sinds het vertrek van de Romeinen.

Klooster Clearkamp maakte vrijwel onmiddellijk een tijd door van grote bloei. Het klooster werd rijk, onder andere door het steken van turf, maar groeide ook nog eens enorm. Het kloosterterrein zelf ging van 5 naar 60 hectare en kreeg flink wat bijgebouwen. Maar ook de bezittingen daarbuiten groeiden enorm. Meer dan 2000 hectare grond en tientallen boerderijen hoorden halverwege de 14de eeuw bij Claerkamp.

11.09.08. Klooster Claerkamp - vondsten dubbel
Links: Gebeeldhouwde kop gevonden ter plaatse van het klooster Klaarkamp (Collectie Fries Museum). Rechts: bouwfragment klooster Klaarkamp (collectie Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed)

Grauwe monniken

Het meest opmerkelijke bezit was misschien wel het waddeneiland Schiermonnikoog. Dat eiland heeft zijn naam te danken aan de grijze kappen die de monniken droegen. Vanwege de kappen werden de cisterciënzers in Friesland Skiere mûnsen genoemd, wat grauwe monniken betekent.

Aan de groei van het klooster en de bijbehorende macht kwam tijdens de 80-jarige oorlog vrij abrupt een eind. Door de grootte van het klooster en zijn brede grachten was Claerkamp van militaire betekenis geworden. De staten van Friesland waren bang dat de Spanjaarden het klooster zouden gebruiken als uitvalsbasis voor de aanvallen in Noord-Nederland. Op 31 maart 1580 besloten ze dat Claerkamp zo snel mogelijk moest worden opgeheven. De monniken werden verplicht met pensioen gestuurd en de gebouwen werden steen voor steen afgebroken.

Steen voor steen

De stenen van het klooster werden niet zomaar lukraak uitgebroken. Ook ruim 300 jaar na de bouw van het klooster waren de kloostermoppen nog prima te gebruiken. De Staten van Friesland besloten dan ook de stenen in de verkoop te doen. Vandaar ook dat het klooster steen voor steen werd afgebroken. En laat dat nu precies de reden zijn waarom we ook nu nog de muren van het middeleeuwse klooster met onze eigen handen kunnen aanraken.

Halverwege de Klaarcampsterweg staat sinds de jaren ´50 van de vorige eeuw een enorme kei als monument voor het verdwenen klooster. De kei is ongeveer twee meter hoog en in de steen is het motto van de cisterciënzers gebeiteld:

“Ik moge verteren, als ik maar nuttig ben”.

Deze steen is neergezet door een katholieke groepering die vóór de Tweede Wereldoorlog probeerde het klooster opnieuw op te bouwen. Dat is om uiteenlopende redenen niet gelukt, maar het monument kwam er wel.

En daarmee hebben ze toch ook een stukje van het klooster terug gebracht. De sokkel van de kei bestaat namelijk uit de originele kloostermoppen. En wie goed kijkt ziet de moppen op meer plekken terugkomen. De stenen zijn gebruikt in de huizen en boerderijen om het voormalige kloosterterrein heen. In sommige gevallen alleen in de fundamenten, maar op een paar plaatsen heel zichtbaar. Gewoon in de buitenmuur.

11.09.08. Klooster Claerkamp - steen en beeld
Links: “De Schiere Monnik” aan de Willemshof in Schiermonnikoog door Martin van Waning(1887-1972). Rechts: Herinneringssteen aan de Klaarcampsterweg.  (foto’s: Wikimedia en toenennu.dantumadeel.nl)

Klei opgraven

Maar er is meer bewaard gebleven. Een paar honderd meter van de weg ligt een klein meertje: Het Klaarkampstermeer. Dit is geen natuurlijk meer, maar de overblijfselen van de afgravingswerken van de monniken. Hier hebben ze eeuwen lang de klei opgegraven die ze gebruikten voor de stenen die we eerder al tegen kwamen. Aan de rand van het meer sta je ook meteen in het hart van het kloosterterrein.

Zonder je eerst goed in te lezen in het onderwerp zul je klooster Claerkamp zonder pardon voorbij rijden of lopen. Niets zal je opvallen aan deze eens zo bijzondere plek. Het is nu platteland met koeien en uitgestrekte velden. Meer niet. En dat is zonde, zo vindt de stichting Klooster Claerkamp. Sinds eind 2008 proberen zij meer bekendheid te geven aan het voormalige klooster. Het liefst zouden ze het klooster weer opbouwen, maar dat lijkt een brug te ver. Al zijn de stenen er dus nog wel.

 

Verder lezen en kijken

©GeschiedenisBeleven.nl, auteur: Wytse Vellinga, foto’s door de auteur en Wikimedia

Leestips